Het was weer eens zo’n avond waarop ik het huis in brand wilde steken. Woedend stond ik in een hoek van de opkamer die nooit gebruikt werd. Waarom weet ik niet maar ik pakte een van de tien boeken...

Het was weer eens zo’n avond waarop ik het huis in brand wilde steken. Woedend stond ik in een hoek van de opkamer die nooit gebruikt werd. Waarom weet ik niet maar ik pakte een van de tien boeken die op een plankje boven de televisie stonden. Eigenlijk had ik het blauwe boekje door de keukenruit willen keilen maar het viel open. Alsof het boek zich overgaf. Ik las: ‘Te bedenken dat ik van deze vrouw gehouden heb en nog houd en dat ik haar toch met evenveel liefde het mes tussen de ribben gestoten had’.

Mijn mond moet opengevallen zijn. Wat een toon! Ik hoorde voor het eerst een stem die ik wilde navolgen, voor het laatst het gekakel van mijn verwekkers.