De hutterieten delen alles met elkaar en sluiten zich af van de buitenwereld.

De uil van Athena: Kingdom of heaven
Canvas, 23.15-0.05 uur

Sommige dingen lijken zo logisch: ‘Vader is 89 en wij verzorgen hem. Niks bejaardentehuis. Hij heeft vroeger voor ons gewerkt, nu werken we voor hem.’ Zo gaat het bij de streng christelijke hutterieten, die vernoemd zijn naar hun zestiende-eeuwse stichter Jacob Hutter en leven in besloten gemeenschappen in Canada en de vs. De christelijke naastenliefde blijkt op deze kleine schaal goed te functioneren, zo zien we in deze mooie BBC-documentaire uit 2013 met de titel How to Get to Heaven with the Hutterites (vandaag te zien op Canvas). ‘Je moet je naaste helpen, zegt de bijbel. Dat kan alleen in een kleine gemeenschap.’ Minder aantrekkelijk is hun afkeer van leuke dingen. Onder meer roken, dansen, theater, radio en televisie zijn taboe. Nu is er ook weinig ruimte voor ontspanning en vrije tijd, want de hutterieten bouwen hun eigen huizen en zorgen voor hun eigen voedsel. Dat betekent hard werken. Toch groeit hun aantal nog steeds. In de achttiende eeuw waren het er 400, nu zo’n 50.000. Ze leven verspreid over de prairie in communes van zo’n honderd mensen. Hutterieten behoren net als de amish tot de anabaptisten, maar een verschil is dat ze niks op technologie tegen hebben. Ze gebruiken computers voor zakelijke contacten met de buitenwereld. Iedereen houdt elkaar in de gaten, wat als iets positiefs wordt gezien. Zingen mag, in een koor, en in de privésfeer mogen muziekinstrumenten bespeeld worden. Maar als een hutteriet in de stad komt voor zaken, zal hij de verleiding moeten weerstaan om een café in te duiken, of naar de film te gaan. Want Jacob Hutter geloofde dat de mens zich moest afschermen van de duivelse invloed van de (buiten)wereld. Een hutteriet: ‘De lusten, wat het oog ziet, wat het vlees wil, dat willen we vermijden. Want als je het ziet, kom je in de verleiding.’ Daar hebben ze natuurlijk groot gelijk in: als je niet wilt snoepen, moet je ook geen snoep in huis hebben. De hutterieten, die in de achttiende eeuw naar Amerika vluchtten, spreken een Duits dialect en bidden in het Duits. Het interessante is niet zozeer het gelovige aspect van deze gemeenschap als wel de communale, autarkische leefwijze. ‘Alles wat je doet, doe je voor een ander en alles wat een ander doet, doet hij voor jou.’
Er zijn ook afvalligen, zo’n tien procent per jaar. Zoals een jongen die zegt dat hij ervan droomt ‘rijk te zijn met een groot huis’. Hij wil designer worden. De documentaire volgt hem tot en met zijn ‘ontsnapping’ uit zijn dorp. Een bevrijdend einde, begeleid door Leonard Cohens ‘Hallelujah’.