De Deense documentaire Mercy, mercy, over de adoptie van twee Ethiopische kinderen, is een verhaal vol diepe teleurstellingen.

Koppen XL
Eén, 20.55-21.30 uur

Twee Afrikaanse dreumesen en een kinderloos echtpaar uit Denemarken in een hotelkamer in Ethiopië. Er wordt onhandig geknuffeld ­– witte armen rond bruine kinderlijfjes. De volwassenen spreken zoete woordjes, de kinderen horen vooral exotische klanken. Alleen de typische geurzweem van het Afrikaanse land die in de kamer hangt – die van vuurtjes in de krottenwijken, de lucht van vuilnis en van gebrande koffiebonen – is hen waarschijnlijk nog vertrouwd. De kinderen in die hotelkamer heten Masho en Roba, en ze zijn zojuist geadopteerd.
Vijf jaar lang volgde de Deense journaliste Katrine Rijs Kjaer zowel de biologische als de adoptieouders van de kinderen. Haar reportage is te zien in Koppen XL. De biologische ouders van Masho en Roba zijn hiv-positief en kregen te horen dat hun jaren geteld zijn.Met pijn in het hart besloten ze hun twee jongste kinderen af te staan voor adoptie. Ze stelden wel één voorwaarde, dat ze contact kunnen blijven houden met hun kinderen. Maar van de belofte van het adoptiebureau om ze op de hoogte te houden van hoe het Masho en Roba in Denemarken vergaat, komt echter niets terecht.
De documentaire, die eind april al op Nederland 2 werd uitgezonden onder de originele titel Mercy, mercy en afgelopen jaar op Idfa de tongen losmaakte, toont diepe teleurstellingen bij beide ouderparen. De meeste indruk echter maakt Masho, de oudste van de twee kinderen. Eenmaal geland in Denemarken transformeert het snoezige vlechtjesmeisje in een opstandeling. We zien hoe ze smijt met huisraad, weigert te eten en met gebalde vuisten brult om haar moeder. Mercy, mercy is een schurend verhaal geworden, doordrenkt van verdriet. Een adoptie waar niemand beter van is geworden. Hartverscheurend.