De Noorse regisseur Tone Andersen filmde Palestijnse stenengooiers die na straf terugkeren in de turbulente maatschappij.

IKON Doc: When the boys return
Nederland 2, 23.50-0.50 uur

Ze zitten wat onwennig in de klas, de twaalf Palestijnse jongens uit het politiek broeierige ‘District Hebron’. Vandaag maken zij kennis met therapeut Nader, die verbonden is aan de internationale jongerenorganisatie ymca. De groepsleden hebben met elkaar gemeen dat ze maandenlang vastzaten in een Israëlische gevangenis omdat ze stenen gooiden naar Israëlische soldaten. De jongens zijn vrijgelaten, maar nu moeten ze de draad in hun jonge leven weer oppakken. Nader zal hen daar de komende drie maanden mee helpen. De Noorse cineaste Tone Andersen belicht in haar documentaire When the boys return (wereldpremière op Idfa 2012) het soms rauwe terugkeerproces van de Palestijnse jongens zonder het onderwerp scherp te politiseren. ‘De vrijgelaten jongens die ik volg komen uit het noorden van Hebron,’ legt Andersen uit. ‘Ze wonen op het platteland of in vluchtelingenkampen. Tussen deze gebieden zitten Israëlische militairen. Elke week zijn er demonstraties die leiden tot confrontaties. Als filmmaker is het verleidelijk om beeldmateriaal te draaien dat gebaseerd is op die actie en spanning. Maar ik wilde het anders aanpakken; niet de actie, maar het herpakken van het dagelijks leven van de jongens boeit mij. Want vrijgelaten worden is een ding, maar zijn de problemen daarmee opgelost? Gaan de jongens verder met hun opleiding of vervallen ze in hetzelfde patroon?’
Andersen woonde jarenlang op de Westelijke Jordaanoever. Daar zag ze dat Israëlische soldaten stenengooiende tienerjongens (en in mindere mate ook tienermeisjes) oppakten en hen – vaak zonder goede juridische begeleiding – maandenlang in vastzetten. ‘Internationale rapporten zoals die van Defence for Children geven aan dat er sinds 2001 duizenden Palestijnse kinderen gevangen zijn gezet. Het negeren van de grootschaligheid van deze praktijken door de Westerse media verbaasde mij enorm. Het viel mij ook op dat Palestijnen zelf gelaten over de situatie zijn. Het gevangenzetten van Palestijnse tieners is zo’n geïnstitutionaliseerd fenomeen geworden. Dat geldt overigens ook voor het rekruteren van collaborateurs door de Israëlische geheime dienst onder (tiener)gevangenen. Toch blijven Palestijnse inwoners vastbesloten om een normaal leven te leiden. Dat blijkt ook uit de therapiesessies die zijn opgezet. Die kracht en vastberadenheid heb ik in de film proberen vast te leggen.’