In de documentaire The road to Fame (mede geproduceerd door de VPRO) legt regisseur Hao Wu (1972, Beijing) het maandenlange proces vast waarin de jonge studenten en potentiële supersterren worstelen met zichzelf, elkaar, hun ouders en de veranderende waarden in de Chinese maatschappij. Want de snel groeiende economie creëert nieuwe aspiraties. Individualisme en materialisme groeien. Daar komt bij dat jongeren als Chen Lei als gevolg van de (recentelijk versoepelde) een-kind-politiek veelal enig kind zijn. Deze jongeren, opgegroeid in betere welvaart, jagen dromen na waar generaties daarvoor alleen maar over konden fantaseren. Maar het is ook een generatie die verwend is, onder druk staat van traditionele verwachtingen, en die geconfronteerd wordt met corruptie en vriendjespolitiek in de showbizz die het realiseren van dromen bemoeilijkt. Wu probeert met zijn film de tijdgeest van deze Chinese generatie te vangen. Dat alleen al maakt de documentaire tamelijk uniek.
Herkent Wu, die in Beijing moleculaire biologie studeerde en vervolgens twaalf jaar in de VS woonde, zelf iets van de gevoelens waar de personages uit zijn film mee worstelen? ‘De Chinese maatschappij is heel erg gericht op geld verdienen. In de VS haalde ik mijn MBA en werkte ik jarenlang in Silicon Valley. Pas twee jaar geleden besloot ik om mij volledig op het filmmaken te storten. Nog altijd moet ik mij voor mijn keuze, die minder lucratief is, verdedigen. De manier om ermee om te gaan is een leerzaam proces. De jongeren uit de film staan voor een soort rebellie.’