Een jaar uit het leven van enkele gezinnen die getroffen werden door de kernramp in Fukushima.

2Doc: Welcome to Fukushima
Woensdag, Nederland 2, 23.05-0.10 uur

Het gebeurde drie jaar geleden in Fukushima: een aardbeving, een tsunami, gevolgd door een nucleaire ramp. Vier kernreactoren raakten ernstig beschadigd. Duizenden mensen moesten evacueren.
Welcome to Fukushima (2013) is echter geen rampenfilm, maar een waarin filmmaker Alain de Halleux (verantwoordelijk voor script en camerawerk) het menselijke verhaal vastlegt van gezinnen uit de omgeving van het getroffen gebied die na de ramp achterbleven, of juist wegtrokken. De film is van een poëtische schoonheid: het adembenemende landschap, de verandering in seizoenen, de wind, de bomen, zelfs de leeggetrokken spookdorpen leveren schitterende beelden op. De Halleux, die voor zijn carrière als filmmaker drie jaar nucleaire scheikunde studeerde, maakte eerder (i.s.m. de VPRO) Chernobyl 4 Ever, een eveneens prachtige documentaire waarin hij een stel twintigjarigen, geboren in de periode van de ramp, volgt (morgen om middernacht herhaald op Nederland 2).

Anders dan in Tsjernobyl, waar de directe gevolgen voor de bevolking veel groter en zichtbaarder waren, omdat een groot deel van de radioactiviteit zich over het land verspreidde, verdween in Fukushima het merendeel van de radioactieve isotopen, waaronder cesium-134, door een gunstige wind de Pacific in. Maar wat betekent dat? Een zoektocht op internet levert doemscenario’s van activisten op, of het geluid van de Japanse overheid en Tesco, het nucleaire bedrijf in Fukushima. Zij verzwegen maandenlang dat verscheidene malen tonnen vervuild radioactief water de grond in waren gestroomd. Tot op heden gebeurt dat nog steeds, alleen is zwijgen niet meer vol te houden. Maar nergens tref je precieze metingen. Of toch wel? Tijdens het schrijven van dit artikel vond in Hawaï een internationaal congres plaats waarin wetenschappers als de Amerikaan Ken Buesseler, oceaan-scheikundige die de afgelopen drie jaar metingen deed in de Pacific, ook rond Fukushima, zijn resultaten presenteert. Tijdens de persconferentie, waar wij mogen inbellen, zijn collega-journalisten van bbc en National Geogra­phic vooral geïnteresseerd in het effect dat de ramp op de Canadese en Amerikaanse westkust hebben voor mens en natuur. ‘Op dit moment is de hoeveelheid becquerel rond deze gebieden niet verontrustend, en dreigt er geen gevaar voor mens of dier. Dat komt omdat de radioactieve isotopen verdund worden in de zee. In vergelijking met bijvoorbeeld de Baltische Zee ligt die hoeveelheid vele malen lager,’ licht Buesseler toe die ook metingen verrichtte in Tsjernobyl na de nucleaire ramp. ‘De kust rond Fukushima is een ander verhaal. Direct na de ramp wezen metingen op een levensgevaarlijke tien miljoen becquerel. Die hoeveelheid is inmiddels afgenomen; er mag nu gezwommen worden, maar vissen zijn te veel besmet. Een groter probleem is het radioactief vervuild water dat lekt uit tanks rondom de kerncentrale en terecht komt in het grondwater. Ook het feit dat tienduizenden inwoners niet meer kunnen leven in het besmette gebied, ontwricht de maatschappij. De Japanse overheid beweert alles onder controle te hebben, maar dat is nog maar de vraag.’