De Amerikaanse filosofe Martha Nussbaum (1947) hamert op het belang van emoties in het denken. Samen met econoom Amartya Sen ontwikkelde ze een alternatieve manier om het menselijk welzijn in een land te bepalen.

Lichtpunt
Zondag, Een, 8.30-9.30 uur

‘De montere filosofe,’ noemde Carel Peeters haar vorig jaar in een mooi profiel in Vrij Nederland. Wie de Amerikaanse Martha Nussbaum leest of beluistert, raakt al snel in de ban van haar heldere geest, optimisme, ongebreidelde nieuwsgierigheid en emotionele intelligentie. Geen wonder dat de lezers van Filosofie Magazine haar vorig jaar verkozen tot grootste hedendaagse filosoof, vóór mannelijke collega’s als Sloterdijk, Habermas en Chomsky.
‘Het is geweldig stimulerend om met haar te praten,’ zegt de Vlaamse schrijfster en journaliste Anna Luyten, die Nussbaum deze week portretteert in het VRT-programma Lichtpunt. ‘Ze heeft een kwikzilveren geest: snel, wendbaar, levendig, en zich onmiddellijk richtend op haar doel.’ Een gesprek met de ­filosofe laat zich volgens Luyten het best omschrijven in geografische termen: ‘Mentale bodemverschuiving hier, denkplateau daar, maar altijd gravend in lagen. Verder heeft ze een onstuitbare energie, en is ze in alles enorm gedisciplineerd. Ze zingt, speelt theater, en traint dagelijks volgens een vast stramien voor haar halve marathons.’
Luyten sprak Nussbaum twee keer met het doel om licht te werpen op de mens achter de denker. Dat was in Nussbaums geval niet zo moeilijk, want de Amerikaanse is niet het soort wetenschapper dat werk en leven strikt gescheiden houdt. Integendeel, ze geeft grif toe dat veel van de thema’s die ze in haar boeken aansnijdt, voortkomen uit persoonlijke omstandigheden. Zo was het racisme van haar protestantse vader (die haar Joodse echtgenoot afwees), voor haar een reden om uitgebreid onderzoek te doen naar het begrip ‘walging’, waar zij welwillendheid en compassie tegenoverstelt.
‘Ze is bijvoorbeeld ook niet bang om het over rouw en verdriet te hebben,’ zegt Luyten. ‘In een van haar boeken beschrijft ze hoe haar moeder overlijdt, en wat het voor haar als ­filosoof betekent om te rouwen. Hoe je de woede en hulpeloosheid die je voelt, toch kunt verdiepen tot beter denken over je plaats in de wereld. Dat vind ik heel knap.’

Bekering
Die relatie tussen de rede en emotie is gelijk ook een van de belangrijkste thema’s in het werk van Nussbaum. Rationaliteit is voor haar een belangrijke voorwaarde om een zinvol menselijk bestaan te kunnen leiden. ‘De rede kan de persoon behoeden voor een leven als speelbal van het toeval.’ Maar emoties vindt ze minstens zo belangrijk. In haar boek Oplevingen van het denken (2001) legt Nussbaums uit waarom. Emoties zijn volgens haar geen bewijs van een gebrek aan controle, maar juist waardevolle inschattingen over dingen en personen. Vandaar dat Nussbaum het heeft over ‘cognitieve’ emoties. Vandaar haar bekering tot het Jodendom, dat ze als ‘emotioneel warmer’ ervoer dan haar eigenlijk christelijke geloof. En vandaar ook haar liefde voor de romans van schrijvers als Proust, waar emoties in al hun finesses inzichtelijk worden gemaakt.
Luyten: ‘Literatuur leert je volgens haar je te verplaatsen in een ander, of die nu fictief is of niet. Bij het lezen loop je daar zelf geen gevaar bij. Maar het kan wel kleine fricties teweegbrengen waardoor je toch een breder perspectief krijgt.’
Wie alleen vertrouwt op het ‘berekenende verstand’ verliest volgens Nussbaum zicht op de moraal, iets wat ze steeds vaker ziet gebeuren in samenlevingen die volledig in dienst staan van het economisch profijt. Daarom probeert ze haar studenten in Chicago, waar ze hoogleraar rechtsfilosofie is, op te leiden tot kritische, onafhankelijke en empathische denkers. Daarbij haalt ze veel inspiratie uit de Griekse en Romeinse filosofie, en uit de kunsten. ‘Kunst, literatuur, talen, muziek, filosofie, kortom de vrije kunsten kunnen mensen samenbrengen en zijn heel belangrijk in het onderwijssysteem,’ aldus Nussbaum.

Wie alleen vertrouwt op het ‘berekenende verstand’ verliest volgens Nussbaum zicht op de moraal

over nussbaum

Welzijn
Haar weerzin tegen de moderne westerse neiging om alles langs de economische meetlat te leggen, bleek ook uit een initiatief dat ze in de jaren tachtig nam met haar toenmalige geliefde: de latere Nobelprijswinnaar in de Economie Amartya Sen. Samen met hem ontwikkelde Nussbaum de zogenaamde Capabilitiesapproach. Dit was een alternatieve manier om het menselijk welzijn in een land te bepalen. In plaats van het Bruto Nationaal Product gingen Nussbaum en Sen uit van een aantal voorwaarden, zoals de toegang tot voeding, medische zorg, onderwijs, lichamelijke integriteit, ontwikkeling van de geest, zelfstandigheid, en het recht om te spelen en te lachen. Deze Human Development Capability Approach (HDCA) wordt nog altijd wereldwijd onderzocht en is ondertussen ook grotendeels opgenomen in de Human Development Reports van de Verenigde Naties.

Rechte eind
De afgelopen tien jaar hamert Nussbaum in haar boeken vooral op de grote maatschappelijke problemen en thema’s van deze tijd, zoals de opwarming van de aarde, fatsoenlijke wereldhandel, de bescherming van het milieu en diersoorten (Nussbaum pleit voor een vis- en jachtverbod), de toekomst van kernenergie en kernwapens, arbeidsmigratie en kinderarbeid. Hierdoor krijgen haar boeken volgens Peeters nogal eens een paternalistisch en politiek correct karakter. Maar ook hij erkent dat Nussbaum het meestal wel bij het rechte eind heeft. Zo toonde ze volgens hem in haar voorlaatste boek De nieuwe religieuze tolerantie (over de politisering van de angst voor de islam) overtuigend en gedocumenteerd aan dat irrationele vooroordelen de rechten van religieuze minderheden negeren.
Zojuist in vertaling verschenen is Nussbaums laatste boek, Politieke emoties. Waarom een rechtvaardige samenleving niet zonder liefde kan. Hierin betoogt Nussbaum dat liefde een rechtvaardiger samenleving dichterbij kan brengen. ‘In feite past ze haar ideeën nu gewoon toe op het politieke domein,’ zegt Luyten. ‘Ook daar kunnen welwillendheid, emoties en mededogen je behoeden voor bijvoorbeeld politici die minachting of angst prediken.’