In China weten ze wel raad met jonge videospelverslaafden: internering, dagprogramma, isoleercel desnoods. Of de tranen-met-tuiten-therapie effect sorteert?

2Doc: Web junkie
Nederland 2, 23.45-0.39 uur
Daar zitten ze dan, de wrakkige prinsjes van de Chinese éénkindpolitiek. Nog niets van het leven en de wereld gezien en al gestrand op het eisen- en verwachtingenpakket dat reeds vóór hun geboorte klaarstond. Met zo’n scharlakenrood feestlint erom, dat zong: kom er maar in Wang Yuchao, Gao Quance, Li Zichuan, en ga ons eens lekker blij maken met jouw prestaties. Word hersenchirurg, auteursrechtenadvocaat, stuwdammanager, partijdistrictshoofd, chef paarse fopneuzen. Wees groots, want daarvoor liggen wij dagelijks krom in onze laagbetaalde vooruitgangsbaantjes. Wees een betrouwbare zoon, voorbeeldig staatsburger, lichtend voorbeeld voor de familie en de buren. Het paradijs wacht, je hoeft je alleen nog even te pletter te studeren, gedragen, werken.
Goh, waar zou het toch zijn misgegaan?

In de documentaire Web junkie (2013, Shosh Shlam en Hilla Medalia) frappeert niet zozeer het hoge aantal verslaafden – voornamelijk jongens – aan online videospelletjes. (Overigens zit de docutitel er ietwat naast, ‘Game junkie’ ware preciezer geweest.) Fronsmateriaal is vooral de straf gecoördineerde counterstrike, pardon, tegenaanval die de Chinese overheid inzet middels 400 verantwoorde ontwenningsklinieken. In deze betraliede probleemgevallencentra, ach, laten we ze gewoon semi-militaire resocialiseringskampen noemen, wordt het ontspoorde individu via een strikt parcours naar het deugdelijk burgerschap teruggeloodst. Dat gaat gepaard met ochtendgymnastiek, schoolbank, vetpotjes therapeuteren. En, in het kamp buiten Beijing waar de maaksters filmden, met hachelijke ouder-kind-confrontaties (gezinsverpakking snotterdoekjes voorhanden). 

Laatstgenoemd element legt feilloos relatiescheuren bloot. Alleen is ook die dysfunctionaliteit slechts een symptoom van het macroprobleem: prestatiedruk. Deze is in China dezelfde als elders, maar wordt substantieel verergerd doordat ouders op hun enige kind alle hoop vestigen en hun eigen (ongerealiseerde) ambities leggen.
Maar voor wat exact? Wat is de zin van al dat buffelen, dag in dag uit, een leven lang? Steeds prangender wordt die kwestie in welvarende landen aller windstreken, waar politiek en media het volk dagelijks de winnaarsleugen van de heilzame groei intrechteren. Zoals de Chinese Polletje Piekhaar met het pseudoniem ‘Hacker’ het in Web junkie treffend samenvat: ‘De werkelijkheid is te nep.’ Niet zo vreemd dan dat jongeren, ginds en hier, ontsnappingsroutes zoeken. Waar is in onze 21ste-eeuwse, zogenaamd hoogontwikkelde samenlevingen de essentiële speelruimte voor avonturieren, de tijd voor een beetje kaaiewaaien gebleven?

Wie, zoals een van de moeders met een onbedoeld Bijbelse analogie over haar zoon vertelt, ‘veertig dagen achtereen online speelt’, heeft wellicht een probleempje met maat houden. Zo lang er echter niet wordt gekeken naar het wereldwijd gecultiveerde economische systeem der supermateloosheid waaruit deze aberratie voortkomt, zal er niets ten positieve veranderen.