Actrice Elsie de Brauw, choreograaf Alain Platel en vijf dansers gaan in tauberbach op zoek naar de grens tussen taal en dans.

Het uur van de wolf
Ned 2, 22.45-23.50 uur 
‘Dag Elsie. We zijn er bijna, we zijn er bijna. Jouw parcours wordt duidelijker, de invulling ervan kan misschien nóg grilliger. En wat mij nu het meest begint te boeien en te intrigeren is te zien hoe jij ook langzaam fysiek verandert. Hoe de onrust die aanvankelijk alleen verbaal is, nu ook onder jouw huid kruipt.’

En het is waar. De metamorfose van de Nederlandse actrice Elsie de Brauw, die de Vlaamse choreograaf Alain Platel in een persoonlijke briefwisseling beschrijft, ontvouwt zich zichtbaar in de documentaire Elsie de Brauw – Like it here? Nadat De Brauw in de herfst van 2013 Platel vraagt samen aan de voorstelling tauberbach te werken, start een repetitieproces dat het uiterste vraagt van alle spelers. De camera zit De Brauw ondertussen dicht op de huid. Als enige actrice moet zij veel van wat zij tot dan toe tot in de puntjes beheerst loslaten: gesproken teksten die zijn vastgelegd in een script, bijvoorbeeld. Het is vervolgens haar taak een plek te bevechten tussen de grotendeels zwijgende dansers. 

Die dansers lijken geïnstrueerd om de maag van de toeschouwer te doen samentrekken. Platel laat zijn vijf dansers een ‘bastaarddans’ uitvoeren: de meest basale danspasjes die diep in ons in de verdrukking liggen. In tauberbach maken de lijven schokkende bewegingen, de gezichten staan verkrampt. Iedereen op het podium heeft verkreukelde, slecht passende kleren aan – ongetwijfeld opgeduikeld uit de enorme kledingberg die het landschap van tauberbach vormt. In dit niemandsland klinken door melodielijnen vergezelde oerkreten: ze dansen op het muziekproject van kunstenaar Artur Zmijewski, die een dovenkoor in Leipzig Bach liet zingen zoals dat volgens hen klinkt.
Tussen al dat soms griezelige, dan weer aandoenlijke gekrioel en gekreun vindt De Brauw langzaam haar plekje: ‘Niet denken, primitief je zintuigen openzetten en je niet door je eigen faalangst laten opslokken,’ zegt de perfectionistische actrice met een verbeten gezicht. De Brauws personage is geïnspireerd op de documentaire Estamira, over een schizofrene vrouw die in Brazilië op een afvalhoop leeft en een eigen manier van communiceren met haar omgeving heeft ontwikkeld. Maar de keurig gekapte actrice in zwierjurk lijkt aanvankelijk in niets op deze grillige vuilnisbeltbewoonster.

Tauberbach is dan ook een worsteling. Letterlijk ook, als De Brauw op het podium door haar mededansers wordt besmeurd met pek en gesmoord in diepe lagen kleding. Nadien diep nicotine opzuigend met achter haar ogen prikkende tranen, een pluk haar die als een palmboom in de wind op het hoofd prijkt en een reusachtige blauwe plek op haar rechterbil. De vijf dansers houden niet op totdat ze zich over geeft en één van hen wordt. Het levert een ademstokkende voorstelling op. ‘Dit stuk gaat over je waardigheid bewaren in zo’n vernederende toestand. Over waardig overleven.’ Ultiem zwijgend, maar toch. De Brauw had het niet mooier kunnen verwoorden.