Stripmaker Dick Matena heeft zo zijn irritaties. Het ambacht wordt volgens hem nog altijd miskend.

Het uur van de wolf
NPO 2, 23.00-0.00 uur
Stripmaker Dick Matena heeft het niet zo op de grachtengordel: ‘De opera, heb ik gemerkt, is de uitgaansgelegenheid van de grachtengordel. “De Donald Duck? Nee, nooit van gehoord.” Nee, dan opera, vijf uur de Walkure kijken of hoe heet dat ding van Wagner. En dan in slaap vallen, de meesten, en ondertussen roepen: “Poeh, wat zijn we weer cultureel bezig geweest.” Dat zijn de mensen in Nederland die strips beoordelen en niet lezen, door de bank genomen. Behalve dan als ze in de goede opinie­bladen of kranten gestaan hebben.’
Het is een lekker begin voor een film met de titel Dick is boos, dat is duidelijk. Toch doet het de kunstenaar, die onder anderen werkte met Marten Toonder aan Tom Poes en De avonden van Gerard Reve verstripte, ook wat tekort. Boos klinkt naar, ­vervelend, maar Dick Matena blijkt heel beheerst, bedeesd ­bijna. Hij is niet woedend, fulmineert niet tegen jan en alleman en we zien op geen enkel moment stoom uit zijn oren komen.
Het zijn irritaties die in dit portret naar boven komen. Over het feit dat, ongeacht zijn eigen successen, het vak stripmaken nog steeds miskend wordt. Of over het feit dat hij inmiddels 71 is, een hartinfarct achter de rug heeft en nog steeds moet werken om elke maand rond te komen. Is hij van nature een driftkikker en zwaarmoedig bovendien? Is hij ook niet gewoon een moeilijke man? Ongetwijfeld, maar helemaal ongelijk kunnen we hem ook niet geven als je op pensioengerechtigde leeftijd nog langs uitgevers moet en een dag in de Donner achter een tafeltje moet zitten.

Of dagenlang een documentairemaker in je nek hebt. Dus ja, Dick is een beetje boos. Mag het?