De eersterangs documentaire La danse toont werkelijk alles wat met het balletgezelschap van de Opéra van Parijs te maken heeft.

La danse
NPO Doc, o.a. zaterdag, 22.00-0.40 uur
Wat is het verschil tussen ballet in het theater en ballet in film? De positie van de toeschouwer, zou de theater- en filmwetenschapper zeggen. In het theater wordt de blik bepaald door het stoelnummer: een vaste plek, waarbij het zicht – met een beetje pech – door een pilaar of het hoog getoupeerde haar van de dame die voor u zit wordt beperkt. Maar als film ballet vastlegt, waant u zich een almachtig opperwezen. De camera tolt en spint, zoomt in en zoom uit. Zodat u enerzijds de zweetdruppels op het voorhoofd van de dansers en anderzijds het danstafereel in zijn geheel waarneemt.
De gelauwerde documentairemaker Frederick Wiseman (1930) toont met zijn camera het ballet tot in het extreme. In de Idfa Special La danse (2009), zijn 36ste documentaire in ruim veertig jaar, zien we een portret van het balletgezelschap van de Opéra van Parijs en hun vaste standplaats Palais Garnier. Voor de documentaire filmde de Amerikaanse regisseur negen weken feitelijk álles van een van de beroemdste dansgezelschappen ter wereld. Voor én achter de schermen: van de schoonmaakploeg en de kostuummakers tot en met de repetities en voorstellingen van onder andere De notenkraker en Romeo & Julia, en van het water dat in de kelder van het paleis staat tot de bijenkorf die een hobby-imker op het dak heeft geplaatst. Wiseman monteerde het materiaal tot een adembenemende film van ruim tweeënhalf uur.
Wiseman wordt in cultuurcontreien ‘de meester van de cinema vérité’ genoemd. Dit betekent onder andere dat de regisseur nooit vooronderzoek doet naar zijn onderwerpen voordat hij begint met opnemen. Vervolgens filmt hij die onderwerpen langdurig en in ononderbroken shots – zonder voice-overs, muziek en titels. Als een antropoloog richt hij in La danse de handheld-camera op het merkwaardige dansvolkje, dat aan de hand van onder andere het onnavolgbare balletjargon van artistiek directrice Brigitte Lefèvre de elastieken lijven dresseert. Maar wie als documentairekijker het comfort van een alziend oog verwacht, komt bedrogen uit. Zoals we in dansthriller Black Swan zagen hoe de prima ballerina haar breekbare (boven)lijf naar de totale overgave danst, terwijl haar stukgetrainde voetenwerk wreed buiten beeld wordt gelaten, wringt de relatie tussen ballet en film in In La danse ook. In de ondoorgrondelijke wirwar van uithoeken en gangen in Palais Garnier wordt het mysteriespel dat ballet heet dan wel getoond, maar ontsluierd wordt het gelukkig nergens. Het is de kunst zélf die blijft, onaangetast en uitbundig.