Arno Adams wordt ook wel ‘de treurwilg van Belfeld’ genoemd. De aimabele, verslaafde streektaalzanger zou veel groter kunnen zijn.

Belfeld Blues
Donderdag, Nederland 2, 23.00-0.15 uur

In een klein, grauw dorpje onder Venlo woont singer-songwriter Arno Adams. Hij blowt regelmatig ‘tegen de rugpijn en de zielenpijn’ en drinkt meerdere flessen wijn per dag. Omdat hij niet erg gelukkig is gokt hij ook: alleen als er drie zevens op een rij staan krijgt hij ‘weer even een geluksinjectie’, vertelt hij vanavond in Hans Heijnens documentaire Belfeld Blues.
Adams is in alle opzichten de tegenpool van Heijnens’ vorige documentaire-onderwerp Lee Towers, ‘een gedreven, ambitieuze zakenman’. Voor Adams geen vol Ahoy’, al kent ook hij succes, zij het met een tragisch randje: toen hij in 2002 de prijs voor het Limburgs Lied kreeg kon hij hem niet zelf komen ophalen, omdat hij in een afkickkliniek verbleef.
In Heijnens archief zit sinds 2005 al een Volkskrantartikel over Adams. ‘Zonder de muziek te kennen was ik gefascineerd door hem als persoon. Hij is autodidact en komt niet uit een muzikale familie.’ Toen Heijnen het plan kreeg een documentaire te maken over streektaalmuziek, hoefde hij dus niet lang te zoeken. ‘Andere Limburgse artiesten zoals Rowen Hèze en Gé Reinders zie ik als romantici die mooie escapistische muziek maken. Arno Adams raakt meer je ziel.
Zijn hang naar zelfdestructie maakt de 57-jarige Adams natuurlijk ook interessant. ‘Arno heeft een enorm gebrek aan zelfvertrouwen. Zijn moeder was aan de drank en zijn vader kwam te weinig voor zichzelf op. Arno breekt als hij vertelt over het respect dat hij voor zijn vader heeft, terwijl die zich eigenlijk te klein opstelde en niet zijn volle capaciteit benutte. Adams wilde zich hiertegen afzetten en ging nachtenlang uit. Zijn hele levenshouding is een queeste geworden om níet als zijn vader te eindigen.’
Adams’ verslavingen brengen hem in een tweestrijd. ‘Voor zichzelf maakt het hem niets uit, maar voor zijn zoon zou hij meer discipline willen tonen en een ander voorbeeld willen zijn.’ Toch komt hij voor een aan drank en drugs verslaafde artiest behoorlijk intelligent en vriendelijk over in Belfeld Blues (oorspronkelijk gefilmd voor het regionale L1, door de NTR gelukkig mét ondertitels uitgezonden). ‘Het is ook een heel aimabele man. Ik heb van mijn crew nog nooit zoveel complimenten gehad over een hoofdpersoon die we volgden.’

Dat goede gevoel was wederzijds: ‘Arno was dankzij een hersenoperatie net verlost van zware hoofdpijnen, en leefde helemaal op omdat wij een documentaire over hem maakten,’ vertelt Heijnen. ‘Hij begon weer met schrijven en nam zijn nieuwe cd Maondagmorgezon op.’ Het zou Heijnen niets verbazen als Adams na de uitzending van vanavond ook buiten Limburg doorbreekt. ‘Hij heeft het talent, de stem en zijn teksten gaan recht door de ziel, zelfs als je het niet altijd verstaat. Al zou die stap in Duitsland wat kleiner zijn, dankzij dat zware Belfeldse accent.’ Adams zou zijn geboortedorp niet snel verlaten, noch zou hij snel overschakelen het ABN. Heijnen: ‘Arno weet dat hij véél groter had kunnen zijn, maar vindt zijn carrière al prachtig zonder de roem en het succes.’