In mistig Londen is het aan een gebroken Britse spion om een duister Sovjetplot te ontmaskeren. Spionagethriller The Game is koudeoorlogsromantiek in optima forma.

The Game
Donderdag, BBC 2, 22.00-23.00 uur
 
Het waren krantenkoppen waar spionageliefhebbers hun vingers bij aflikten, toen de FBI in 2010 een Russische spionnenring ontdekte in zijn eigen achtertuin. Wat op het eerste oog gewone burgers leken, jaren geleden geëmigreerd uit Rusland, bleken in het geheim ‘sleeper agents’: agenten die in contact probeerden te komen met Amerikaanse hoge piefen en informatie doorspeelden naar hun bazen in Moskou. ‘Het verhaal leek zo uit de jaren zeventig te komen en ik denk dat er verschillende mensen waren van mijn generatie die een raar gevoel van nostalgie kregen,’ vertelt televisiemaker Toby Whithouse (Being Human) in het perspakket van The Game, een Britse spionagethriller uit vervlogen tijden. Hier geen high tech gadgets, maar minicamera’s en ouderwetse doka’s, clandestiene ontmoetingen en berichten over en weer in geheime code. ‘Mijn generatie herinnert zich nog de tijd dat de slechterik niet een zelfmoordterrorist was of een extreemrechtse hooligan, maar een geraffineerde en genadeloze Russische spion. Dat bracht beelden bij mij naar boven van een mistig Londen, van moorden uitgevoerd met een giftige paraplu.’ 
Paraplu
Whithouse plukt het voorbeeld niet zomaar uit de lucht of zonder reden: in 1978 werd de Bulgaarse dissident Georgi Markov in het voorbijgaan geprikt door een paraplu. Geïnjecteerd met een dodelijk gif, stierf hij drie dagen later. In principe een vreselijk gegeven, maar ook onmetelijk spannend en romantisch.
Whithouse: ‘We herinneren ons het opdoemende spook van de Sovjets en de uitzendingen die ons vertelden wat we moesten doen in het geval van een nucleaire oorlog. Naar mijn idee is dat vruchtbaar terrein voor verhalen, een tijd die weliswaar bekend is, maar toch ook relatief onder­belicht is op televisie.’
Die laatste bewering klopt natuurlijk niet helemaal: buiten The Americans om (ook geïnspireerd door de hiervoor genoemde spionnenring, trouwens), hebben de Britten het patent op thrillers over de Koude Oorlog. Wie kan Alec Guinness vergeten als spion George Smiley in het weergaloze Tinker, Tailor, Soldier, Spy (1979), naar het boek van John le Carré? Het zesdelige The Game is er in grote mate schatplichtig aan. In plaats van de oudere, vermoeide, maar nog immer scherpe Smiley loopt hier de vermoeide, scherpe, jonge Joe Lambe (Tom Hughes) met gepaste tred in regenjas in guur weer door donkere straten.
In de eerste aflevering keert hij terug in dienst van MI5, na een vooralsnog onduidelijk verraad een jaar eerder en een verloren liefde. Zijn baas is de strenge ‘Daddy’ (Brian Cox), zijn aartsvijand de onvermurwbare KGB-agent, codenaam ‘Odin’ (Jevgenij Sitochin). De missie: ontdekken wat het mysterieuze Operation Glass inhoudt, Russische spionnen uitschakelen en de mol ontmaskeren in zijn eigen organisatie. Smullen dus, voor de liefhebber.