Bij bootvluchtelingen dachten we eind vorige eeuw aan de 800.000 Zuid-Vietnamezen die op gammele bootjes naar de vrijheid voeren.

Terwijl tienduizenden bootvluchtelingen uit Afrika en het Midden-Oosten tegen de kust van Vesting Europa opklotsen, keert Andere tijden terug naar eind vorige eeuw, toen ruim 800.000 Zuid-Vietnamezen hun communistisch geworden land ontvluchtten. Ook zij gingen over zee in gammele bootjes. Een kwart van hen zou het niet overleefd hebben.

De aflevering ‘Wanhoop op zee’ van regisseur Reinier van den Hout vertelt het verhaal van een vluchtelingenboot die in 1981 op de Zuid-Chinese Zee werd gered door de Nederlandse lpg-tanker Antilla Bay. Het verhaal wordt verteld door twee overlevenden van de vluchtelingenboot, twee bemanningsleden van de Antilla Bay en Sjoerd Visser, de zoon van de inmiddels overleden tankerkapitein Geo Visser die als vijftienjarige meevoer.

Binh Van Thai is een oudere Vietnamese Amerikaan, die met zijn nieuwe vrouw in de buurt van Washington DC woont. Binh werd als jonge luitenant der tweede klasse bij de Zuid-Vietnamese marine door het nieuwe communistische regime bijna zes jaar in een heropvoedingskamp gevangen gezet. Omdat hij geen toekomst zag in Vietnam, besloot hij over zee te vluchten. Als marineofficier die de boot kon besturen kostte het hem niet de 3000 dollar die de andere vluchtelingen wel aan de mensensmokkelaars moesten betalen. De boot was een rivierboot. Na drie dagen viel de motor uit, waren voedsel en water op en dobberden de 140 als sardientjes bijeengepakte vluchtelingen stuurloos op een stormachtige zee. In de drie weken tot de redding overleden 58 opvarenden.

Een van die opvarenden was Tiffany Pham, die nu in Nederland woont. Zij werd door haar ouders, die een beter leven voor haar wensten, op de boot gezet, samen met een zus, haar man en hun twee kinderen. Phams vierjarige neefje overleed op zee en ze wordt emotioneel als ze vertelt hoe haar zwager het lichaam van zijn zoon in zee moest werpen. Volgens Binh werd het bootje door 42 koopvaardijschepen voorbij gevaren voordat ze door de Antilla Bay werden opgemerkt.

Wil van der Meer en Piet Nieuwenhuizen, respectievelijk tweede stuurman en derde scheepswerktuigkundige, zijn zachtmoedige zeelieden die gedetailleerd vertellen over de redding. Zo moest de 216 meter lange, met butaan en propaan geladen Antilla Bay eerst rondjes om het bootje varen om de enorme 20.300 pk Sulzer-hoofdmotor te laten afkoelen. Nieuwenhuizen vertelt dat sommige vluchtelingen zo verzwakt waren dat ze nog geen kopje water konden optillen. Voor de toenmalige vrouw van Binh kwam de Antilla Bay te laat; zij overleed op de ochtend van de redding. ‘Ik ging voor de vrijheid,’ zegt Binh. ‘We waren bereid de prijs voor de vrijheid te betalen.’