Het ‘nieuwe organiseren’ wordt het genoemd: weg met de manager en de van bovenaf opgelegde structuur. Maar hoe gaat dat nieuwe organiseren eigenlijk in z’n werk? Reportage over het eind van de protocolterreur in Limburg en een Draaiboek Dorpse Dromen in Friesland.

VPRO Tegenlicht: Het einde van de manager
Zondag, NPO 2, 21.05-22.00 uur
 
Ging Tegenlicht  vorige week op bezoek bij de Braziliaanse ondernemer-filosoof Ricardo Semler, deze week onderzoekt het programma in hoeverre ideeën als van Semler – weg met de manager, geef mensen op de werkvloer de vrijheid en verantwoordelijkheid het werk zelf te organiseren – in Nederland voet aan de grond hebben gekregen.

horst

‘We doen echt niet alles wat god verboden heeft, we houden ons aan de wet.’ Degene die hier aan het woord is, is niet een of andere bijgoochem die een maas in de wet heeft ontdekt om zijn sjoemele zaakjes te kunnen voortzetten; aan het woord is politieman Ger Cox, operationeel leidinggevende bij het politieteam Horst, Peel en Maas.  
Sinds een jaar of tien wordt in Horst (42.000 inwoners, asperges en wietteelt, carnaval en Poolse arbeidsmigranten) geëxperimenteerd met een andere manier van werken. Hiërarchie is niet langer heilig en protocol evenmin. ‘Het van bovenaf opleggen van plannen en regels heeft grote nadelen,’ zegt wijkagent Hans van Vulpen. ‘Horst is niet de Schilderswijk, is niet Kanaleneiland. Vroeger moest ik in mijn werkplan bijvoorbeeld een lang hoofdstuk over racisme invoegen. Maar dat speelt hier helemaal niet. Laat de plaatselijke politie naar behoefte van de inwoners het werk bepalen en organiseren.’
‘Toen we een nieuwe chef zouden krijgen, zijn we naar de korpschef gegaan en hebben zelf een lijst met kandidaten opgesteld.’
Hans van vulpen

 Protocolterreur wordt het wel genoemd. Iedere auto heeft een eigen code: bewapend/niet bewapend, wijkagent, student, teamchef, en als er dan een inbraakmelding komt en je bent vlakbij, dan mag je er niet op af, omdat je auto niet de goede code heeft. Nog zo’n protocol: elektronische aangifte: ‘Voor de opsporing een drama,’ zegt Van Vulpen, ‘je kunt niet verwachten dat de mensen weten welke details voor succesvolle opsporing nodig zijn. We gaan dus gewoon zelf bij de mensen langs om aangifte op te nemen. Dan zie je ook wat er in de wijk speelt.’
De inwoners moeten daarbij niet vreemd opkijken als dan de teamchef zelf aanbelt. Een functieomschrijving is aardig, maar in Horst is iedereen inzetbaar voor alles. ‘Zelfs onze receptioniste heeft opsporingsbevoegdheid,’ zegt Cox, ‘Ook zij gaat soms de straat op om aangiftes bij de mensen thuis op te nemen. Dat vindt ze leuk, dat zorgt voor zingeving en betrokkenheid. Dan nemen wij de telefoon wel even op.’

‘Ook onze receptioniste gaat soms de straat op om aangiftes bij de mensen thuis op te nemen. Dat zorgt voor zingeving en betrokkenheid. Dan nemen wij de telefoon wel even op.’
Politieman Ger Cox
Veldwachters
Het licht gaat uit. Cox en Van Vulpen geven voor twee bezoekende agenten van een politieteam in Bergambacht een beamerpresentatie over hun werk. Van alles en nog wat komt langs: van gps-zadels en prio’s 1 en 2 tot ‘de rode draad in ons werk is zingeving’ en ‘de baas is de baas niet meer’. Waarmee wordt bedoeld: de baas nieuwe stijl is een facilitator – niet iemand die controleert en er bovenop zit. Van Vulpen: ‘Toen we een nieuwe chef zouden krijgen, zijn we naar de korpschef gegaan en hebben zelf een lijst met kandidaten opgesteld. We waren gewend geraakt aan onze nieuwe manier van werken en wilden niet dat iemand van bovenaf geparachuteerd zou worden die wel even zou bepalen dat alles weer anders moest. En als je nieuwe schoenen nodig hebt, ga je die toch zelf passen?’
‘Vroeger hadden we veldwachters,’ zegt Paul Streutjens, waarnemend operationeel specialist bij hetzelfde politieteam, ‘die gingen onderweg en schreven dan dingen op een sigarendoosje. Die hadden nog contact met de mensen. Maar sindsdien zitten agenten steeds vaker op bureau beleidsplannen in te vullen. Dat doen wij anders.’

Krystyna Gorska van winkel Polski Klep, geflankeerd door Hans van Vulpen (r) en Ger Cox van
politieteam Horst, Peel en Maas en twee leden van van het bezoekende politieteam Bergambacht (l)

Poolse winkel
We gaan onderweg naar het dorpscentrum. Het is stil op straat. Aan de overzijde van de dorpskerk waar de omvangrijke Poolse gemeenschap zijn diensten houdt, is in een voormalig Rabo-kantoortje Polski Sklep – de Poolse Winkel – gevestigd. Binnen staat een kerstboom, zonder enige versiering, maar nog goed in de naald. Aan de muur de onvermijdelijke foto van paus Johannes Paulus ii, wat blikken soep, een beertje van stro met een Nederlands en een Pools vlaggetje.
Krystyna Gorska is de spil in het winkeltje, of servicepunt zoals ze het zelf omschrijft. ‘Mensen komen hierheen met vragen over paspoorten en verblijfsvergunningen, of als ze iets niet kunnen lezen. Het is ook wel gebeurd dat ze op straat werden aangehouden en dan belden of dat zomaar mocht. Maar inmiddels is er meer vertrouwen.’ Cox en Van Vulpen vinden het prachtig. ‘De politie is mijn vriend,’ zegt ze. ‘In het begin waren de mensen wel eens bang als de politie hier binnenkwam,’ – en heel vreemd lijkt dat niet, in hun uniformen toornen ze als reuzen boven Krystyna uit – ‘maar nu niet meer; jullie zijn hier ook zo vaak.’
‘Buiten is het te verdienen,’ zegt Cox op de terugweg naar het bureau, ‘in het contact met de mensen, niet vanachter het bureau.’ Hij spreekt zelf inmiddels een woordje Pools, dat helpt. Zou hij hun manier van werken als het nieuwe organiseren willen kenschetsen? ‘Ach, nieuw organiseren, zo zou ik het niet willen noemen, voor mij is het eerder “het licht zien”. We maken praktisch politieoptreden leidend. Moeilijker is het niet.’ 
Inspiratieplatform
Dat het ‘nieuwe organiseren’ hot is, kan worden afgelezen aan de grote hoeveelheid publicaties over het thema en het aantal websites waar de term ‘nieuw organiseren’ op een of andere manier in is verwerkt. Maar wat is het nu precies? Ben Kuiken is schrijver van De laatste manager en Fuck de regels – We lossen het zelf wel op en tevens oprichter van een van die sites: het ‘inspiratieplatform’ nieuworganiseren.nu.
‘Mensen zijn prima in staat een hypotheek af te sluiten en kinderen op te voeden,’ zegt Kuiken, ‘dat kunnen ze heel goed zelfs, maar eenmaal op het werk worden ze passief, wachten ze tot de manager zegt wat ze moeten doen, voelen ze geen verantwoordelijkheid meer en verleren ze zelf dingen te organiseren. Op de site laten we voorbeelden zien hoe het anders kan, zodat mensen gaan denken: oké, als het daar lukt, kan het bij ons misschien ook. Mijn ervaring is dat zodra de mensen op de werkvloer, de professionals hun werk weer zelf gaan organiseren, de doos van Pandora wordt geopend; je weet dan niet wat er gebeurt.’
De vraag wat dat ‘nieuwe organiseren’ nu precies inhoudt, is daarmee nog niet beantwoord. Veel meer dan een nieuwe pasklare organisatiestrategie heeft het de contouren van een brede beweging. De manager heeft veel op zijn geweten, zoveel is wel duidelijk. Maar binnen het nieuwe organiseren bestaat nog een heel ander discours, waarin woorden als ‘wijsheid’, ‘geluk’ en ‘zingeving’ domineren.
‘Het nieuwe organiseren heeft twee soorten aanhangers,’ zegt Kuiken, ‘de ene is de paarse jurk, zal ik maar even oneerbiedig zeggen – de hippie die de wereld mooier wil maken –, de ander is de man die merkt dat zijn organisatie vastloopt in hiërarchie en protocol. Maar het heeft met elkaar te maken. Mijn drijfveer om het platform te starten, zijn die ouderen in verpleeghuizen die nauwelijks aandacht krijgen doordat alles van bovenaf is georganiseerd.’ Idealisme is de gedeelde noemer? ‘Idealisten willen een betere wereld bouwen, pessimisten zeggen: het is kut en het blijft altijd kut. Ik denk dat in beide wel wat zit. Maar met het platform wil ik wel mijn steentje bijdragen aan mijn eigen kleine betere wereld.’

Gerkesklooster-Stroobos

Verenigingsleven
250 kilometer noordelijk van Horst, in het dorp Gerkesklooster-Stroobos in de Friese gemeente Achtkarspelen, schenkt Dennis Nolte koffie op zijn Heen en Weer I – een veerpontje dat in de eerste helft van de vorige eeuw tussen Amsterdam cs en Amsterdam Noord voer. Sinds Nolte drie maanden geleden hier vanuit de Randstad heenkwam en aanlegde, heeft hij als onbezoldigd ‘creatief procesbegeleider en pionier’ gemeentebestuur en dorp op sleeptouw genomen in een poging ter plekke de ideeën van de Braziliaanse ondernemer-filosoof Ricardo Semler – een van de grote inspiratiebronnen voor de nieuw-organiserenbeweging – in te voeren.

Zoals zovele dorpen heeft Gerkesklooster-Stroobos te maken met teruglopende voorzieningen. Winkels verdwijnen. Er is nog een groenteboer die zijn zaak drie dagen open houdt, en een kapper. Maar de vierde generatie slager dreigt er de brui aan te geven. Ouderen trekken daardoor weg, en de achterblijvende jonge gezinnen zijn vaak tweeverdieners die na hun werk thuisblijven en vooral contacten hebben buiten het dorp.
Het verenigingsleven is zeker niet verdwenen (er is nog een korfbalvereniging, een brassband Gloria Dei, het koor Zingt Gode Lof), maar tegelijk heerst passiviteit en worden nieuwe initiatieven argwanend bekeken, zegt Nolte: ‘Het lijkt soms wel of mensen niet trots durven zijn op hun dorp, niet enthousiast durven zijn.’

'Mensen hebben wel ideeën over hoe ze in het dorp dingen kunnen verbeteren, maar ze wachten vaak op de overheid. Terwijl het erom gaat dat ze zelf in beweging komen.'  

creatief procesbegeleider dennis nolte
Dorpse dromen
De vrijdagochtend is het vaste vergadermoment van het Dorpse Dromen Team. Adriaan Dillema is als gemeenteambtenaar dorpencoördinator bij het project betrokken. Klaas van der Schuit is dorpshistoricus, Aafke Kamminga zorgmanager. Aan de orde is de agenda voor de komende maanden. Zelden zong geluk zo rond als in dit ‘Draaiboek Dorpse Dromen’. Er is een geluksagenda, een geluksopstel, een geluksmeeting, een geluksdialoog. Het einddoel is een boekje over ‘Geluk in Gerkesklooster.’
‘Zo ben ik samen met Adriaan begonnen,’ zegt Nolte, ‘we zijn gewoon op de mensen afgestapt met de vraag: ben jij gelukkig? De eerste vrouw die we aanspraken zei gelijk dat ze erg gelukkig was.’ Nolte lacht. ‘Dus dat was even slikken. Maar gelijk daarna kwamen twee donkere jongens aangereden. Een van hen had een gouden tand. Die was niet gelukkig, voelde zich gediscrimineerd.’
Zei niemand wel eens: flikker toch een eind op? ‘Nee,’ zegt Dillema, ‘maar je hebt natuurlijk wel te maken met de Friese nuchterheid, dan gaat het van “ja”, en gelijk daar achteraan: “goedemiddag.”’
‘De eerste resultaten zijn er,’ zegt Nolte, ‘mensen zijn in beweging gekomen. Er is een idee voor een dorpsmuseum, voor een generatiehuis. We vragen de mensen naar hun dromen voor het dorp.’ ‘Soms komen er twintig mensen op de activiteiten,’ vult Dillema aan, ‘soms honderd, en op Facebook hebben we inmiddels 200 vrienden. We hebben al veel mensen bereikt, maar actief meedoen is natuurlijk nog iets anders.’
‘De mensen hebben wel ideeën over hoe ze in het dorp dingen kunnen verbeteren,’ zegt Nolte, ‘maar ze wachten vaak op de overheid. Terwijl het erom gaat dat ze zelf in beweging komen, zelf dingen gaan realiseren, in samenspel met die overheid en met ondernemers.’

Dennis Nolte (l) en Adriaan Dillema

Blessing in disguise
‘We moeten op zoek naar een gelukkiger samenleving,’ zegt Dillema, ‘en de crisis is een kans. Wat hebben we er in tijden van voorspoed een puinhoop van gemaakt! De overheid heeft de dingen bij de mensen weggehaald, de mensen alles uit handen genomen. We moeten terug naar vroeger: voor jezelf en voor elkaar zorgen. Daar wordt je pas echt gelukkig van.’
We gaan onderweg naar het gemeentehuis. Na tien minuten in de dichte mist over landweggetjes te zijn gereden, komen we aan in Buitenpost, het hoofddorp van de gemeente. ‘Zonder die bezuinigingen was de neiging toch geweest om dingen af te kopen met geld, maar dan krijg je niet het eigenkrachtverhaal,’ zegt Gerda Postma PvdA-wethouder voor onder meer zorg, welzijn en gezondheid. Ook zij ziet de crisis als een blessing in disguise: ‘Ik was onlangs in een van de dorpen. “Wanneer komt ons muurtje nou?,” kreeg ik daar te horen. Toen zei ik: “Als je een muurtje wilt, waarom maak je het dan niet zelf?” Ik wil natuurlijk niet dat het voelt als: ik gooi het over de schutting en dan bezuinig ik mooi. Maar door zelf financiering te organiseren en niet alles van de gemeente te verwachten ontstaat in zo’n dorp ook betrokkenheid en kracht. De mensen moeten hun eigen geluk weer naar zich toetrekken.’

Overleg op het schip

Kanteling
Het nieuwe denken werkt inmiddels ook in de eigen organisatie door, zegt Postma. Minder in regeltjes en strakke lijnen denken. En in de begroting Sociaal Domein nam ze een stuk op met als titel ‘Iedereen gelukkig’. ‘We waren bang dat we zouden worden afgebrand, maar het tegendeel gebeurde. Het is inmiddels niet meer vreemd om binnen de organisatie over “geluk” te praten. Managers noemen we hier nu gelukscoaches. Hun rol is veranderd: niet langer van bovenaf leiding geven, maar het groeiproces van anderen faciliteren. Ik heb op een gegeven moment ook tegen mijn beleidsadviseurs gezegd: ik wil ook gecorrigeerd worden. Ik geloof echt dat we bezig zijn met een kanteling. Er is iets aan het ontstaan in onze samenleving. Het past daarin dat je geluk mag benoemen.’

Aan het eind van de middag keren we terug bij Noltes scheepje. ‘Ja,’ zegt hij op de onvermijdelijke vraag of hij zelf eigenlijk wel gelukkig is, ‘nu wel, maar als je het vorige week had gevraagd, had je een ander antwoord gekregen. Toen dacht ik: wat doe ik hier? Wat doe ik mezelf aan? Mijn familie en vrienden zijn zo ver weg, het weer was zo grijs.’ Over een paar maanden trekt hij weer verder, zegt hij. ‘Ik zie mijzelf als marskramer. Ik neem dingen mee van buiten, ik breng iets teweeg, breng de mensen bij elkaar, en zodra ik denk dat ik weinig meer kan toevoegen, vaar ik naar de volgende plek.’ Hij kijkt naar buiten, waar de weilanden achter de mist verscholen gaan. ‘Het is een nomadenbestaan,’ zegt hij, misschien is dat mijn paradox, zelf voel ik me eigenlijk nooit ergens thuis. Maar toch, als ik ergens kom en ik zie na verloop van tijd dat iets ontluikt, ja, dan word ik wel een beetje gelukkig.’

meet up

Tegenlicht Meet Up n.a.v. de uitzending op woensdag 18 februari om 20.00 uur in Pakhuis de Zwijger, Amsterdam. Met onder anderen regisseur Chris Vijn, advocaat Sjoerd van der Velden, organisatieadviseur Paul Bessems en auteur Ben Kuiken. Toegang gratis, via dezwijger.nl/tegenlicht38 aanmelden. Kijk op tegenlicht.vpro.nl voor een Meet Up bij u in de buurt.