Met een oud-FBI-agent, een Turkse IS-gijzelaar en een Libanese diplomaat gaat VPRO Tegenlicht na wat dient te gebeuren om meer geweld in het Midden-Oosten te voorkomen. Seculiere staten graag, in plaats van Syrië en Irak.

VPRO Tegenlicht
Zondag, NPO 2, 21.05-22.00 uur

In 2000 voor Christus tekende een oplettende Soemerische schrijver over de toestand in het Midden-Oosten het volgende op: ‘Mensen plunderen en doden en niemand weet wie de koning is.’ Het had zo in de krant van nu kunnen staan. Opnieuw regeert het geweld, in grote delen van de regio. Irak en Syrië zijn uit elkaar gevallen in een lappendeken van elkaar bestrijdende groepen en legers.
In de media wordt vaak gedaan alsof er een ultieme boef is die we moeten platbombarderen om het probleem op te lossen. Die ultieme slechterik is de ene keer Saddam Hoessein, dan weer Osama bin Laden, de volgende keer Assad en nu is het IS.
Deze visie is erg gevaarlijk, zegt Ghassan Salamé, een Frans-Libanese diplomaat die adviseur was van Kofi Annan. Hij komt aan het woord in de Tegenlicht-uitzending van 31 januari. Salamé legt onder meer uit hoe IS is voortgekomen uit frustratie over eerder geweld. ‘Losers become spoilers’, is zijn les, oftewel: na ieder conflict zijn er verliezers die de oorzaak zijn van weer een volgend conflict.
Het is de aanleiding voor Tegenlicht om de recente geschiedenis nog eens op een rij te zetten. Met behulp van een voormalige FBI-agent, een Turkse IS-gijzelaar en de Libanese diplomaat gaat het programma op zoek naar lessen die we kunnen leren om meer geweld in de toekomst te voorkomen.

In de werkelijkheid van het Midden-Oosten spelen allerlei complexe conflicten door elkaar. Er is een strijd tussen soennieten en sjiieten, met een bijbehorend machtsspel tussen het sjiitische Iran en het soennitische Saoedi-Arabië. Dan heb je de olie in de grond, waar de grootmachten van de wereld naar lonken. Daar dwars doorheen rivaliseren oude stammen met elkaar, en zijn er grote minderheidsgroepen die ook graag een plek in de samen­leving willen, zoals christenen, Koerden, Turkmenen, druzen en yezidi’s, om de bekendste te noemen. Dit wespennest is de laatste jaren nog verrijkt met is, een beweging die een fascistische vorm van de islam aanhangt en zich voorbereidt op de finale eindstrijd tussen de islam en de ‘ongelovigen’.

Vrouwelijke en mannelijke Koerdische strijder aan het front in Kobane, Syrië, december 2014

Arabisering
Een van die ongelovigen is Saad Salloum, een yezidi in Irak. Hij is voorzitter van Masarat, een organisatie die pleit voor een pluriform Irak. Volgens hem is er in het Midden-Oosten lange tijd veel tolerantie geweest tussen al deze verschillende groepen, maar heeft Saddam Hoessein dat kapotgemaakt. ‘Saddam speelde de groepen tegen elkaar uit door zijn politiek van gedwongen arabisering,’ vertelt hij via Skype. ‘Mensen die een positie wilden hebben in de maatschappij, moesten zich als Arabier laten registreren en moesten hun Turkmeense, Koerdische of christelijke identiteit afzweren. Vroeger hadden mensen een gemengde identiteit. Nu moesten ze kiezen.’

Saddam stuurde grote groepen soennitische Arabieren naar Koerdische regio’s, om het land te arabiseren. Maar intussen zijn de rollen omgedraaid. Onder anderen de Koerden zijn als reactie hetzelfde gaan doen. Zij zijn nederzettingen gaan bouwen om het noorden van Irak Koerdischer te maken. En de sjiieten, die na de Amerikaanse inval aan de macht kwamen, hebben gekozen voor een ronduit anti-soennitische politiek. Dokters, leraren, iedereen die werk wilde hebben en daarvoor lid was geworden van de partij, werd daarbij ontslagen. Wat weer heeft geleid tot nieuwe, gefrustreerde, verliezers.

Saad Salloum

Dit was een goede voedingsbodem voor is, zegt Sam van Vliet, Irakdeskundige bij vredesorganisatie Pax. ‘Veel soennieten die ik spreek doen alsof het een buitenlandse macht is, die alleen uit Tsjetsjenen en Afghanen bestaat. Uit schaamte misschien. Maar de lokale steun voor IS is cruciaal, in elk geval in Irak. Zij bieden tenminste veiligheid.’
Het gevolg is dat veel minderheden er nu ook voor kiezen om zichzelf te beschermen met eigen milities. Sommigen willen zelfs eigen staatjes. ‘Maar etnische milities zijn hét recept voor een totale sektarische oorlog.’
Van Vliet werkt met Iraakse partners aan een alternatief. Stel dat IS op een dag wordt verdreven, wat dan? ‘Er moet een breed plan komen om groepen weer te laten geloven in samenwerking. Politiek op basis van etniciteit is een selffulfilling prophecy. Soennieten zijn heel bang voor wraakacties. Een onderdeel van zo’n vredesplan moet zijn dat voormalige baathisten, van de partij van Saddam, weer mee mogen doen, en dat er een effectief rechtssysteem wordt opgezet zodat mensen niet zelf wraak hoeven nemen. Zolang soennieten zich niet veilig voelen in Irak, kan er nooit vrede komen.’

‘Er moet een breed plan komen om groepen weer te laten geloven in samenwerking’

Sam van Vliet, Irakdeskundige bij vredesorganisatie Pax

Derde weg
Eigenlijk geldt dit ook voor Syrië, zegt Marjolein Wijninckx, die namens Pax met Syrische organisaties werkt. In Syrië was IS aanvankelijk helemaal niet zo diep geworteld. Veel Syriërs zagen IS als indringers. ‘Toch moeten veel Syrische partners van ons nu wel bekennen dat IS steun begint te krijgen van de bevolking. Door de bombardementen zijn veel mensen bijvoorbeeld naar IS-gebied gevlucht. Bovendien zijn sommige mensen door het voortdurende geweld tegen burgers radicaler geworden.’
IS kapotbombarderen – als dat al zou kunnen – is heel gevaarlijk in zo’n context. ‘Wat biedt je ervoor in de plaats? Burgers voelen zich onveilig. Er zijn gebieden die veroverd zijn op IS waar de Koerden nu worden beschuldigd van etnische zuiveringen. Veel Syriërs voelen zich gedwongen tot een keuze tussen de dictatuur van Assad en de terreur van IS. Ze begrijpen niet waarom het Westen wél IS bombardeert, maar hen niet beschermt tegen Assad en anderen.’

'Wat in het Midden-Oosten gebeurt, is geen gevolg van middeleeuws denken of een barbaarse religie. Religie wordt gebruikt als rechtvaardiging.'

Religiehistoricus Brian Catlos

Mensen die aan de toekomst van Syrië willen werken, zullen dus moeten laten zien dat er een derde weg is, tussen dictatuur en IS in. Er moet worden gewerkt aan een alternatief, waar geen groepen worden buitengesloten. ‘Dat is moeilijk, maar het kan wel. Hier en daar zien we dat het werkt, op lokaal niveau. Waar een lokale raad is met aanzien en waar een sterke civil society is.’ Dat is bijvoorbeeld het geval in Saraqeb in de provincie Idlib. ‘Dat is overwegend soennitisch gebied. Maar de mensen daar hadden zich voorbereid en hebben hun best gedaan om geen machtsvacuüm te laten ontstaan, en geen gaten in de dienstverlening te laten vallen. Zo kon IS geen voet aan de grond  krijgen, en kon het al snel worden verdreven, begin 2014 al.’

Broederstrijd
De leider van IS, Al-Baghdadi, noemt zich kalief. Daarmee staat hij in een illustere traditie. De eerste kalief in Irak, Abu Abbas, kwam aan de macht door de kalief in Damascus met familie en al te vermoorden. Zijn bijnaam was Al Saffa, de Bloedvergieter. Zijn opvolger en broer, Al Mansur, had een magazijn vol lijken van sjiieten, netjes gesorteerd op familie, compleet met oormerken. Sjiieten geloofden immers dat niet de kalief, maar de familie van Mohammed de leiding moest hebben. Dit gevaarlijke idee moest worden uitgeroeid, vond de kalief.
Deze broederstrijd was niet altijd even hevig, maar bleef eeuwenlang sluimeren en laaide af en toe op. Het gebied waar de sjiitische en soennitische regio’s elkaar raken, noemen we tegenwoordig Irak. Een land van strijd.
Toch is er in al die eeuwen sinds de eerste kaliefen ook veel culturele rijkdom geweest in Irak en omgeving. Ook al hadden de Arabische moslims de macht, er waren veel meer bloeiende minderheden dan in bijvoorbeeld Europese natiestaten. Zo bestond maar liefst een derde(!) van Bagdad tot een eeuw geleden uit Joden.
De IS-versie van de islam verheerlijkt geweld. Toch is geloof niet de oorzaak van het geweld, denkt Brian Catlos, een Amerikaanse religiehistoricus en auteur van het boek Koningen, kruisvaarders en kaliefen. ‘Wat in het Midden-Oosten gebeurt, is geen gevolg van middeleeuws denken of een barbaarse religie. Religie wordt gebruikt als rechtvaardiging. Maar het geweld is een symptoom van modernisering en nationalisme, van het idee dat volk, staat en religie moeten samenvallen.’
Catlos heeft een vervelende boodschap: ‘De oorzaak is dus een Europees idee, dat zegt dat iedereen die afwijkt van de meerderheid gezien moet worden als vijand.’ In de twintigste eeuw werd dit idee geïmporteerd in het Midden-Oosten. En dát was het begin van het geloof dat er geen plek was voor andersdenkenden.

Portret van Hafiz-al-Assad, vader van de huidige Syrische president Bashar, staat nog steeds overeind in Al-Hasaka, Syrië, november 2015

Toekomst
Deze visie op de uniforme natiestaat is vastgelopen, zegt de Irakees Salloum, in het hele Midden-Oosten. ‘Er is maar één weg vooruit, en dat is een pluriforme staat. Mensen geloven nu dat alleen een dictator chaos kan voorkomen. We moeten ze leren, op school, wie de minderheden zijn, en we moeten werken aan wetten om minderheden te beschermen.
Dit wordt in de uitzending beaamd door Öztürk Yilmaz, de Turkse oud-consul in Mosul, die maanden werd gegijzeld nadat de stad door is was veroverd. ‘Volgens Yilmaz is de echte vijand niet IS, maar een manier van denken,’ zegt Halil Özpamuk, die hem namens Tegenlicht heeft gesproken. ‘Dat kan pas worden ingedamd als er seculiere staten komen met seculier onderwijs, waarbij niet alleen maar de sjiitische of de soennitische versie van de geschiedenis wordt geleerd.’
Vechten tegen is zal alleen maar leiden tot meer geweld, als er niet wordt gebouwd aan een alternatieve, inclusieve samenleving. Irak en Syrië zullen dan definitief van de kaart verdwijnen. En zal de VN, vreest Yilmaz, binnenkort worden uitgebreid met tien of vijftien nieuwe leden.