Schoenen zijn de beste vriend van een reiziger, en blaren de vijand. Maar er is natuurlijk ook nog zoiets als de Mexicaanse migratiedienst die je op de hielen zit.

Bij de grens tussen Guatemala en Mexico staan tientallen vlotten klaar om bevaren te worden. Op de brug controleert de douane, maar op de rivier houden ze gek genoeg geen toezicht. Het is een levendige business van mensensmokkelaars, migranten en standjes waar je eten kunt halen.

In Mexico begint de jacht op de migrant pas echt, voornamelijk aangespoord door Amerika. Daardoor worden regelmatig mensen teruggestuurd door de federale politie. Het eerste wat zij doen als ze bij de rivier terugkomen is een 'tamal' bestellen: een blokje maïs met vlees. Het is de perfecte bodem om de reis opnieuw te wagen.

Stef steekt zelf ook de grens over naar Mexico. Hij komt aan in louche grensstadjes. Dit zijn vaak plaatsen waar migranten zijn blijven hangen. Ze hadden de Amerikaanse droom en horen hier eigenlijk niet thuis.

Die gestrande migranten kunnen niet terug naar huis, want hoe leg je daar uit dat onderweg al je geld is opgegaan? Of waarmee je in dat grensstadje je geld hebt verdiend? Een prostituee vertelt dat ze al vijf keer heeft geprobeerd naar Amerika te komen, en nu is het genoeg geweest. Ze blijft hier, want haar kinderen hebben het nu goed.

Sommige migranten worden teruggestuurd, andere hebben nog meer pech: die vallen in handen van criminelen, die ze alleen tegen betaling weer vrij laten. Is zoiets de vriend van Osman overkomen? Hij weet het niet, maar wil er dolgraag achterkomen.

Stef over Osman: 'Hij zat met kapotte voeten bij een soort helderziende genezeres. En hij was zo onervaren… fysiek ook niet sterk, dat ik dacht: die haalt het niet. Maar we hielden contact, nog steeds trouwens, en hij appte een tijd later dat hij werk had gevonden als verfmenger in het zuiden van Texas. Het was ‘m gelukt! Dat vond ik heel mooi. Dus die hebben we toen weer opgezocht.' Dat zie je in een latere aflevering.