In de Chinese economie is een nieuwe bubble aan het ontstaan. Er wordt namelijk enorm geïnvesteerd in robots. Robots om arbeiders in fabrieken te vervangen, maar ook robots met kunstmatige intelligentie. Slimme robots dus. Correspondente Eefje Rammeloo ging op zoek naar de Chinese robot.

Alice, 7 jaar, heeft een robot met een roze lijfje en een gezicht met een klein scherm. “Iedere keer als ik mijn robot aanzet, dan zegt ze iets grappigs”, zegt Alice. Net als bij echte vriendinnen heeft ze een band opgebouwd met de robot, waar ze mee kan lachen maar soms ook ruzie mee maakt. De robot helpt haar huiswerk te maken. Samen met Alice maakt ze sommen.

De vader van Alice, Yi Jiang Wu is ondernemer en verkoopt robots op 300 punten in China. “Tegenwoordig leren kinderen niet meer goed spreken, omdat ze alsmaar met de knopjes op hun tablet bezig zijn” zegt Alice’s vader. Door de spraak-gestuurde robots hoopt hij dat kinderen beter leren spreken.

In China hoopt de regering dat robots ingezet kunnen worden op scholen en ziekenhuizen en daarom worden er miljarden in geïnvesteerd. Maar het is de vraag of het gebruik van robots voldoende gaat opleveren.

Eefje vroeg aan Ken Xu, partner bij investeringsfirma Gobi, wat de bruikbaarheid is van de robots. “Vooral in de service-industrie, in kleine en middelgrote steden, kunnen robots van pas komen. We denken hierbij aan de klantenservice van banken en telecombedrijven.”

Voorheen investeerde men in de vastgoedsector, maar daar gaat het momenteel minder. Men denkt nu dat de robot een gat in de markt is, maar die markt wordt nu overspoeld met aanbestedingen, terwijl het resultaat nog op zich laat wachten.