De serie De wereld in zeven dagen volgt aan de hand van thema’s als werk, liefde, familie en geloof zes families en één single over verschillende werelddelen. Regisseur Hans Pool: ‘Onze machthebbers zijn totaal niet bezig met wat mensen willen.’

Jonathan Maas

De eerste keer dat we Hans Pool spreken is vlak voor de aanslagen in Parijs. De regisseur van befaamde VPRO-reisseries met Adriaan van Dis en Jelle Brandt Corstius zit middenin de montage van zijn nieuwe serie De wereld in zeven dagen. Hierin volgt hij aan de hand van zeven thema’s (onder meer werk, liefde, familie en geloof) zes families en één single over verschillende werelddelen.

Zijn familiebanden in Kenia anders dan in Turkije? Verlangen mensen in China andere dingen van hun werk dan wij in Nederland? Pool, die ons alvast iets wil laten zien uit de aflevering over religie, stelt in de montageruimte in Amsterdam vast dat mensen eigenlijk nauwelijks van elkaar verschillen. ‘Wat mensen in Nairobi in het leven wensen, is niets anders dan wat wij in Nederland willen: op een prettige manier met je familie en geliefden leven en voldoening gevend werk hebben.’

Pool bezweert dat de serie ‘niet politiek’ is. Dat wil zeggen: er zitten geen politici in en ze onderzoekt geen politieke kwesties. Wat we te zien krijgen, zijn boeiende portretten van gewone mensen. Toch is de regisseur politiek gedesillusioneerd na het draaien van de afleveringen. ‘Onze machthebbers zijn totaal niet bezig met wat mensen willen,’ zegt hij. Om daarna te stellen: ‘De wereld is nog nooit zo’n grote puinhoop geweest als nu.’

We eten een broodje en zitten aan de lunchtafel met de twee editors Erik Disselhoff en Patrick Janssens. De wereld in zeven dagen mag dan niet politiek zijn, de serie leent zich uitermate goed voor politieke discussie, zo blijkt. Geert Wilders komt ter sprake, die zoals algemeen bekend wil dat moslima’s hun hoofddoek en boerka afdoen. ‘Waarom zou een hoofddoek een probleem zijn als de vrouwen die het dragen het zelf geen probleem vinden?’ vraagt Pool zich af. ‘Waar zij waarschijnlijk wél een probleem mee hebben is dat ze geen of juist vreselijk werk hebben.’ Hij denkt terug aan het personeelsfeest van de VPRO van afgelopen zomer, met als thema ‘La grande bellezza’. Geïnspireerd door de Italiaanse film werd op het dakterras van de VPRO het goede leven gevierd. De zon scheen, de sfeer was goed, de drank vloeide rijkelijk, Pool genoot met volle teugen.

’s Avonds laat liep hij beneden door het gebouw naar de parkeergarage. Daar waren gehoofddoekte vrouwen de rommel aan het opruimen. Pool, geëmotioneerd: ‘Het kan toch niet waar zijn dat die vrouwen het leuk vinden om het vuilnis op te moeten ruimen? Zorg dat alle mensen, los van hun afkomst, dezelfde perspectieven kunnen hebben en dezelfde kansen krijgen in het leven. Op dit gebied is nog veel te bereiken.’ 

Adriaan van Dis: ‘Serie toont de kracht van mensen’

Net als Hans Pool is Adriaan van Dis, die de voice-over van De wereld in zeven dagen doet, kritisch op de huidige machthebbers (‘Mark Rutte moet eens een goed boek lezen dat hem doet verplaatsen in mensen die aan de zelfkant van het bestaan modderen’). Maar hij is ook allergisch voor het idee dat de macht ons geluk zou moeten realiseren.

‘De kracht tot geluk ligt in jezelf,’ stelt van Dis. ‘Politici moeten zorgen dat de bevolking zich zoveel mogelijk kan ontplooien. Scholen in kwetsbare buurten moeten extra goed onderwijs kunnen geven. De Appollolaan veegt zijn eigen straat wel schoon, moeilijke buurten hebben hulp nodig. Als Hans [Pool, red.] en ik iets hebben geleerd van alle reizen die we hebben gemaakt, is dat kennis de best mogelijke bouwsteen is, en het ultieme wapen tegen achterlijkheid. In Parijs hebben kinderen uit kwetsbare milieus buiten de ring de helft van de woordenschat vergeleken met de vanillekleurige jeugd binnen de ring – wat een verlies aan sluimerend talent. Het betreft de mensen die mede de toekomst van je land bepalen!’

Tot zover de sombere constatering. Want van De wereld in zeven dagen werd Van Dis juist enthousiast. ‘Deze serie toont heel erg de kracht van mensen. De Russische fotograaf Denis Abramov laat bijvoorbeeld in de serie zien hoe je aan veel dingen kunt ontsnappen door een zelfstandige denker te zijn. Je bent uiteindelijk zelf de heerser in het koninkrijk van je geest. We moeten op onze vierkante meter er het beste van zien te maken.’

We spreken Pool voor een tweede keer, de terreur in Parijs is koud een halve week achter de rug. Pool was niet verbaasd. Hij logeerde tot twee jaar geleden geruime tijd bij Adriaan van Dis – de twee zijn goed bevriend. Aan de keukentafel werd flink gediscussieerd over de staat van de wereld. De terreur die Europa nu gijzelt werd toen al door beide heren voorspeld. ‘Wij hebben in Europa veel meer problemen met de islam dan Amerika,’ stelt Pool, die voor zijn recente serie in Los Angeles heeft gefilmd. ‘Terwijl daar de Twin Towers zijn gevallen. Die gekke Bush stond de volgende dag in de moskee. Wij zijn doodsbang om te verliezen wat we hebben: de zekerheid van het wittemansbestaan. De zekerheid dat de Albert Heijn altijd schoon en gepoetst is en dat niet-blanke mensen het vuil opruimen. Wat we nodig hebben is een visionair die onze samenleving opnieuw inricht. ’

Die is volgens Pool momenteel in de verste verten niet te zien. ‘Aan het hoofd staan nu kortzichtige, zelfzuchtige en bange mensen die alleen bezig zijn met het behouden van hun macht.’ Maar hoe moeten machthebbers datgene faciliteren wat mensen overal ter wereld willen? Pool weet het wel. ‘Ga niet bezuinigen op onderwijs!’ brengt hij met stelligheid in. ‘Zorg dat de jongeren in de banlieue even goed onderwijs krijgen als de rijkeluiskindjes binnen de ring van Parijs. Elk kind is hongerig naar onderwijs. Honoreer de leraren, zorg dat het weer een fantastisch beroep wordt.’

Wat er nu na de aanslagen in Parijs gaat gebeuren, is ook voorspelbaar, meent Pool. ‘George Orwell’s 1984 wordt onze toekomst. Om de veiligheid te bewaken krijgen we een totaal gecontroleerde maatschappij. Een dna-databank is binnenkort niet meer im Frage – daar gaan we naar toe. Wat we hard nodig hebben is een filosoof die nadenkt over de technologische middelen die er zijn en hoe we daar een leefbare maatschappij mee creëren.’

De grondoorzaak van veel maatschappelijke problemen is gebrek aan wezenlijke interesse voor een ander, stelt Pool. Neem het vluchtelingenprobleem. Pool: ‘Het heeft geen enkele zin om vluchtelingen in tenten te stoppen wanneer je niet geïnteresseerd bent in die mensen. Er komen duizenden vluchtelingen naar ons land, maar we weten niet wie die mensen zijn. Ik hoor en zie ze nooit op de radio en tv. Het is een enorm probleem, maar de mensen zelf komen nooit aan het woord, ik hoor alleen Wilders. Ik las vanochtend voordat ik naar Amsterdam vertrok dat er in het grensplaatsje Passau achtduizend vluchtelingen waren aangekomen. Achtduizend. Op één dag. Maar wie zijn die mensen?’

Pool heeft zelf ooit een minderjarige vluchteling in huis genomen, een veertienjarig meisje uit Burundi. Eenmaal achttien zou ze terug naar Burundi moeten omdat het daar op dat moment veilig was. Tenzij Pool haar zou adopteren. Dat heeft hij gedaan.

Pool: ‘Ik heb haar wel gezegd: vergeet niet waar je vandaan komt. Je moet op de een of andere manier iets terug doen voor je land van herkomst. Je hebt iets in alle ellende verlaten maar misschien kun je ooit iets terugdoen. Mijn dochter heeft tandheelkunde gestudeerd en loopt nu stage in Brazilië. Ze wilde dat per se in een achterstandswijk doen. Heel ontroerend. Het mooist zou zijn wanneer ze ooit minister van onderwijs of gezondheidszorg in Burundi wordt. Het zou fantastisch zijn wanneer wij de vluchtelingen die wij opvangen iets mee kunnen geven wat wijzelf waardevol vinden: zinvol werk bijvoorbeeld, een perspectief. Werk waarmee ze op termijn in hun land van herkomst ook heel waardevol kunnen zijn? Maar ja, nu zijn we vooral bezig met de vraag of er tussen de vluchtelingen geen terroristen zitten.’
 

Nu het weer over terreur gaat: wezenlijke interesse in mensen betekent volgens Pool ook grondig onderzoek naar de voedingsbodem voor terroristen. Hij haalt de Britse auteur Karen Armstrong aan. Ze was ooit non, verdiepte zich in het christendom, jodendom en de islam, en in haar laatste boek In de naam van God, religie, geweld probeert ze de vraag te beantwoorden of religie de oorzaak is van geweld. Ze schrijft in haar boek hoe twee Britse jihadisten twee weken voordat ze naar Syrië gingen via Amazon het boek Islam for dummies bestelden. Dit soort jongeren lijdt onder betekenisloosheid, stelt Armstrong. Zolang de wanhoop in de sloppenwijken niet is opgelost en mensen zich niet thuis voelen in de maatschappij hunkeren ze naar een leven dat wel betekenis heeft. Pool blikt veelbetekenend en herhaalt met klemtoon: Islam. Voor dummies. Pool: ‘Als je je dat beseft, weet je dat er nog veel te winnen valt.’

Zijn nieuwe reisserie komt op een goed moment, stelt hij. Want ‘als je weet waar het bij mensen om gaat, kun je er iets aan doen. Iedereen wil betekenis geven aan zijn leven en ertoe doen, ook de lone wolves in onze steden die de jihad willen voeren. Mag ik effe uit de anonimiteit? is wat die gasten eigenlijk schreeuwen. Met zo’n terreurdaad staat hun naam in alle kranten en zijn ze in een klap een fucking hero. Daarvoor waren ze een nobody. Als je leven zo waardeloos is dat het je niet kan schelen dat je jezelf opblaast, laat het toch zien dat ze in hun eigen maatschappij geen enkel perspectief zien? Iedereen heeft perspectief nodig.’

Hans Pool verhaalt hoe hij een paar jaar geleden tijdens de verkiezingen te druk was om op die dag te stemmen. Het waren de verkiezingen die Nederland het gedoogkabinet met Wilders opleverden.

Pool: ‘Ik zou nu mijn werk nu zo inplannen dat ik te allen tijde toch kan stemmen. Je stemrecht is nu extreem belangrijk geworden. Ik ben er een aantal jaren slordig mee omgegaan. Toen het IJzeren Gordijn viel dacht ik dat alles beter zou worden. De jaren negentig waren een fantastische periode. 9/11 heeft alles anders gemaakt. Met de economie hebben we ook iets raars gedaan, we hebben onszelf gewurgd. Ik heb net mijn rente voor tien jaar vastgelegd, een rente van nul komma nul, je houdt het niet voor mogelijk. Ik heb nog tijden meegemaakt met een rente van 13 procent en dat soort gelul. Een vriend van me zei: de rente zal voorlopig altijd laag blijven. Overheden hebben zoveel schuld, die kunnen zich niet permitteren dat de rente gaat stijgen. Niemand is er bij gebaat. Vroeger werd er oorlog gevoerd, dan had je een totaal rokende puinhoop. Daarna kwamen er weer nieuwe ideeën en bouwden we de boel weer op. Nu leven we in een heel rare tijd. We zijn in een wurggreep terechtgekomen.’

Dit interview verscheen in vpro gids 51/52 van 2015.