Deel drie van 'Het Duitsland van mijn moeder' speelt zich af in de voormalige DDR, waar Britta's familie zuchtte onder het communistische bewind.

'Duitsers zijn altijd zo gründlich'

Vicky’s familie was bevriend met de Keizer. Ze waren van Adel en steenrijk, maar werden onteigend tijdens het communisme. Britta bezoekt het vervallen huis van Vicky in de voormalige DDR.

We komen aan in Saksen-Anhalt, in de voormalige DDR. Britta’s familie heeft hier de eerste jaren na de oorlog gewoond en is hiervandaan opnieuw gevlucht, ditmaal voor de DDR-dictatuur. Je voelt in de kleine plaats Jessen nog steeds de adem van de twee dictaturen. Er is zo lang over ieders schouder meegekeken dat de mensen er nog steeds voorzichtig zijn.

In het hotel vertelt een man dat hij nooit in zijn Stasi-dossiers heeft gekeken. Hij wil niet weten welke vrienden hem allemaal verraden hebben. ‘Dan heb ik geen leven meer,’ zegt hij.

In dit deel van Oost-Duitsland konden de mensen geen westerse televisie kijken, daarom heette het hier ‘das Tal der Ahnungslosen’. Hier begon een paar jaar geleden de beweging Pegida.

In het kleine dorp Freyburg-Unstrut bezoeken we de ‘Rotkäppchen Sektkellerei’, een fabriek die eens van de familie van de beste vriendin van Britta's moeder was, en in de DDR-tijd een ‘VEB’ (Volkseigener Betrieb) werd. Vicky von Kochenhausen vertelt hoe de adel in dit deel van Duitsland ten onder ging. En wat dat betekende voor de nazaten.

Ook vertellen we de geschiedenis van de Duitse oorlogskinderen, zoals Britta’s moeder en haar vriendin Vicky.