Iedere twee weken schrijft presentator Wilfred de Bruijn over het maken van de serie 'Op zoek naar Frankrijk'. In de derde aflevering: 'Bijna alle boeren in de Tourraine hebben wel wijnstokken staan voor de eigen consumptie. En die is indrukwekkend.'

Wilfred de Bruijn

Ach, la campagne. Goudgele wijnstokken aan de herfstbosrand, ruïnes opdoemend uit de ochtendmist, glooiende heuvels en charmante dorpjes rond de romaanse kerk. Zelfs als je, zoals wij, geen toeristisch reclamefilmpje wilt maken, ontkom je er niet aan. Verdorie, veel te mooi.

Maar na dagen van omzwervingen met de filmploeg, van keuterboer tot truffelbaron, van pittoreske weduwe tot dappere nieuwkomer, begin ik er toch langzaam echt genoeg van te krijgen. Niet van het goede eten en de mooie landschappen. Ook niet van de mensen. Maar wel van de drankzucht.

troebele limonade

In onze streek worden we overal hartelijk onthaald. Ja natuurlijk mag u de schuur, het huis en oma filmen. Wilt u een rondje met de trekker?

En daarna wordt er gedronken. Altijd. Nou ja niet door de vrouwen, maar alle mannen krijgen een glas. De druivenoogst van dit jaar is net geperst, maar levert nu al een zoetig sap op, bernache of most in het Nederlands. Het alcoholpercentage loopt al snel op tot bijna 10 procent. Deze troebele limonade wordt maar een paar weken per jaar gedronken en kan niet vervoerd worden. Bijna alle boeren in de Tourraine hebben wel wijnstokken staan voor de eigen consumptie. En die is indrukwekkend.

Vanaf 's ochtends 11 uur wordt er geborreld. Tijdens de lunch komt de wijn van de vorige oogst op tafel. In flessen zonder etiket.

Heel schilderachtig allemaal. En gezellig misschien. Maar daarna kruipt iedereen weer achter het stuur. De mannelijke bevolking moet hier wel bijna de hele dag in een lichte staat van beschonkenheid verkeren. Onze cameraman vraagt ons bij het ontbijt om hem te sparen vandaag. Het is hier erger dan in Rusland, verzucht hij.

Dat drinken hoort natuurlijk bij een wijnstreek. Maar misschien verklaart de veelvoorkomende depressie op het platteland ook wel iets. Velen zien hier nauwelijks toekomst door de gebrekkige rendementen, en de grote administratieve druk. Waar nog maar één generatie geleden tientallen keuterboeren de grond in dit dal bebouwden, is daar nu nog maar een vijfde van over. De schaalvergroting was essentieel voor de modernisering. Maar de buren wonen steeds verder weg. Zou dat drinken een middel tegen eenzaamheid zijn? Of ben ik een truttige stedeling geworden. Zo een die in dit dorp een huis koopt en klaagt bij de buren of ze die haan 's ochtends uit kunnen zetten. Veel te veel herrie.