Tegenlicht

Vergeet vroeger - Een Surinaamse vertelling

Kan een land leven zonder zijn eigen geschiedenis te kennen? Vijfentwintig jaar na dato begint de langverwachte rechtszaak over de toedracht van de decembermoorden waarbij vijftien vooraanstaande Surinamers werden omgebracht. Maar wie, behalve de nabestaanden, zit er eigenlijk nog op de die lang weggemoffelde waarheid te wachten?

Tegenlicht volgt de enquêteurs van John Krishnadath, de Surinaamse Maurice de Hond, bij de jaarlijkse peiling naar het welzijn van de Surinaamse bevolking. Uit die enquête zal blijken dat Surinamers wel wat anders aan hun hoofd hebben dan overpeinzingen omtrent recht en moraliteit. De kloof tussen arm een rijk wordt met de dag groter en de regering is nog steeds niet bij machte het tij ten goede te keren. Onder zulke omstandigheden blijkt de waarheid een luxegoed waarmee een kromgegroeide samenleving best kan en wil leven.

De vraag is: kan een land verder zonder zijn eigen geschiedenis te kennen? Of leidt dat, zoals een naar het land teruggekeerde Surinamer als Anil Ramdas betoogt, tot een "land zonder moraal en gevoel voor goed en kwaad"?

Vijfentwintig jaar na de decembermoorden, waarbij soldaten van legerleider Desi Bouterse in het 17de eeuwse fort Zeelandia aan de Suriname-rivier vijftien Surinaamse tegenstanders vermoordden, komt de zaak dan eindelijk voor de rechter. Dan zal eindelijk duidelijkheid komen over de duistere omstandigheden waaronder de slachting plaatsvond. En wat belangrijker is, dan zal ook duidelijk worden of de door Nederland gehate Desi Bouterse eigenhandig aan de moordpartij heeft meegedaan. Dat kan leiden tot de merkwaardige situatie dat de oud-bevelhebber, thans parlementslid en leider van de NDP, de grootste politieke partij in Suriname, eindelijk achter de tralies belandt.

Waarom heeft het zo lang geduurd? Hoe heeft het land, waar niemand ooit langer dan een dag een geheim weet te bewaren, zo lang in onzekerheid kunnen leven over de ware toedracht rond de gebeurtenissen van 8 december? Angst speelde een rol toen de militairen nog aan de macht waren. Maar wat weerhield het land daarna van een grondig onderzoek? En waarom lekte er niets uit, terwijl toch een groot aantal militairen in het fort aanwezig was?

De vraag na 25 jaar is of in Suriname - behalve natuurlijk de familieleden van de slachtoffers - nu nog wel iemand op die waarheid zit te wachten. Voor veel jongeren bijvoorbeeld is 8 december nauwelijks een issue. Zij werden geboren in een land waar 'bevel' Bouta een gegeven was en 8 december een dag als alle andere. Bovendien is Bouterse voor veel arme Surinamers na weer vier jaar falende overheidspolitiek de man van de hoop op wie ze graag hun stem uitbrengen.

Babette Niemel volgt de enquêteurs van John Krishnadath tijdens hun jaarlijkse bevolkingsonderzoek. Een paar dagen lang trekken ze te voet en per fiets over zanderige wegen van deur tot deur om de stemming onder de bevolking te peilen. Niet alleen het komende proces zal ter sprake komen, maar ook de dagelijkse struggle for life, de armoede, het gebrek aan werk, de falende overheid, de corruptie en de steeds groter wordende kloof tussen rijk en arm.

Maar voor een kleine groep - en dat zijn niet alleen de familieleden van de slachtoffers van de decembermoorden - is de komende rechtszaak van levensbelang. Zolang de waarheid niet boven tafel komt, blijft Suriname voor hen een maatschappij zonder moraal, zonder ethiek. Een maatschappij waar misdaad loont, en misdadigers stiekem worden bewonderd omdat ze de dans weten te ontspringen. Tegen de achtergrond van de enquête houdt een aantal Surinamers een warm pleidooi voor het proces. Onder hen Anil Ramdas, net teruggekeerd naar zijn geboortegrond na een jarenlang verblijf in Nederland.

Regie: Babette Niemel
Productie: Miriam Bos