Denk jij dat lobbyen alleen is weggelegd voor witte oude mannen in dure pakken in de achterkamertjes van Den Haag? Dan heb je het mis. Ook jij kan lobbyist worden. In dit artikel leggen wij je uit hoe je binnen vijf stappen meer invloed krijgt.

Vanaf je achttiende mag je stemmen en kun je als jong persoon ervoor zorgen dat jouw stem wordt gehoord. Je kunt natuurlijk ook zelf de politiek ingaan. Maar er is nog een andere, veelal onzichtbare macht die veel invloed heeft in Den Haag: de lobbyisten. Zij proberen politici stelselmatig te beïnvloeden over wetten die er liggen of nieuwe wetten die er aan komen. Veel vakbonden en grote bedrijven hebben lobbyisten in dienst, maar ook NGO’s zijn een vorm van actieve lobby. 

Lobbyisten krijgen verschrikkelijk veel voor elkaar: denk maar eens aan hoe werkgeversorganisatie VNO-NCW het voor elkaar kreeg om bedrijven met staatssteun toch dividend te laten uitkeren. Of hoe de tabakslobby er al jarenlang voor zorgt dat dodelijke sigaretten nog steeds in onze schappen liggen. Maar ook de energiezuinige led-lamp - een positief voorbeeld -  is er dankzij succesvolle lobby gekomen.

Jongeren hebben op dit gebied een groot probleem: op dit moment zijn zij slecht vertegenwoordigd in de bestaande lobby’s, waardoor de belangen van jongeren zijn ondergesneeuwd en onvoldoende terugkomen in het beleid. De woningcrisis, flexwerken, het leenstelsel, het pensioenstelsel, de klimaatcrisis: allemaal problemen die jongeren raken, maar waar veel oudere politici niet urgent genoeg mee omgaan. 

Politicoloog Joost Berkhout is universitair hoofddocent aan de Universiteit van Amsterdam en doet onderzoek naar de meest invloedrijke lobbyisten in Nederland. Ook Berkhout ziet dat jongeren vaak ondervertegenwoordigd zijn in lobbygroepen. Volgens Berkhout komt dit doordat het belang van jongeren nog niet vaststaat. Je bent maar een korte tijd jong en op het moment dat je weet wat je nodig hebt, is die periode alweer bijna voorbij. ‘Dit is niet goed voor je machtspositie. Daarom is het moeilijker om je te mobiliseren’, zegt  Berkhout. 

Volgens Berkhout is de leeftijd binnen de huidige belangenorganisaties bovendien hoog. Vaak zitten er binnen lobbygroepen geen jongeren om hun problemen te articuleren.

Toch zijn er wel belangenorganisaties voor jongeren: denk maar eens aan de Landelijke Studentenvakbond of het Landelijke Aktie komitee Scholieren, beter bekend als LAKS. Berkhout vraagt zich wel af welke belangen hier precies behartigd worden. Vaak zijn het hoogopgeleide jongeren die actief zijn in deze organisaties en gaat het dus vooral om belangen van studerende jongeren, legt Berkhout uit.

Hoog tijd dus voor jongeren om het heft in eigen hand te nemen en op te komen voor wat zij zelf nodig hebben. Maar hoe doe je dat eigenlijk, lobbyist worden?

"Je bent maar een korte tijd jong en op het moment dat je weet wat je nodig hebt is die periode alweer bijna voorbij."

Mara van Waveren is de oprichter van Stichting Lobby Lokaal, een plek waar burgers hulp kunnen krijgen bij hun lobby: ‘Net als je een rechtswinkel hebt waar je als burger hulp kan krijgen met juridische zaken, wilde ik burgers helpen met hun lobby.'

Zo was een van haar eerste cliënten een lokale kinderboerderij met een belangrijkste functie in de wijk, die volledig draaide op vrijwilligers. ‘De gemeente was vergeten dat ze daar zaten en had op de plek van de kinderboerderij een tennisbaan getekend, zonder hen hierover in te lichten. Ze kwamen erachter en klopten toen bij ons aan voor hulp.’

Twee jaar geleden begon ze met Lobby Lokaal vanuit de overtuiging dat lobbyen echt een versterking van de democratie kan zijn, mits iedereen in staat is om eraan deel te nemen. ‘Lobbyen is voor mij activiteiten organiseren om de wereld iets mooier te maken. Net zoals je leert stemmen, zou je ook moeten leren lobbyen,’ aldus t Van Waveren. 

Jongeren kunnen volgens haar een  belangrijke rol in lobby’s spelen. Daarom vertellen wij je in vijf stappen hoe jij je eigen jongeren-lobby kunt beginnen. Waar moet je volgens Van Waveren rekening mee houden?

Stap 1: Het draait om de oplossing

Je bent ontevreden over hoe dingen nu gaan en je wil daar iets doen. Als boze burger bereik je waarschijnlijk niet zoveel. Maar als je alvast nadenkt over de oplossing van jouw probleem, kun je die aanleveren bij de politiek. Zodat ze ook weten hoe ze je moeten helpen. Denk in kleine stappen. 

Van Waveren geeft het voorbeeld van ons klimaatprobleem: als je alleen boos bent over het klimaat, gaat er niets gebeuren. Je moet een oplossing hebben. ‘Je kan lobbyen voor een milieuzone in jouw stad, zodat er geen vervuilende diesels meer rijden. Of je zou kunnen lobbyen voor minder tegels in tuinen, omdat daardoor de biodiversiteit afneemt. Als jij het antwoord hebt op je probleem, wordt je lobby een stuk makkelijker.’ Je kunt natuurlijk ook meerdere kleine oplossingen bedenken voor jouw probleem en voor al die oplossingen gaan lobbyen.

Stap 2: Lokaal is makkelijker dan landelijk

Het klinkt misschien aantrekkelijk om meteen te proberen om op landelijk niveau invloed te krijgen. Toch raadt Van Waveren jongeren aan om eerst op lokaal te beginnen.

‘Waar het in de Tweede Kamer veel meer over abstracte dingen gaat, gaat het lokaal juist om de uitvoering: hoe het beleid er precies uit gaat zien. Hierdoor kan je veel directer invloed uitoefenen en iets in je eigen buurt veranderen.’

Het is belangrijk om je te verdiepen in hoe de politiek in jouw gemeente werkt. Wie is de wethouder die over jouw probleem gaat? Van Waveren raadt aan om een band op te bouwen met gemeenteraadsleden en ook contact te onderhouden over je onderwerp.

Ook kennen veel gemeente inspraakmomenten, waar je je mening kan laten horen over een bepaald probleem. Pak je liever niet de microfoon? Je kunt ook een brief schrijven aan de gemeente. Als jij je brief officieel instuurt als “raadsadres” is de gemeente verplicht je te antwoorden. Let er hierbij op dat jij je brief richt aan de gemeenteraad, er minstens één vraag in stelt en hem niet anoniem verstuurd.

Stap 3: Probeer het niet in je eentje te doen

Meestal ben jij niet alleen met je probleem. Zoek uit wie dit probleem nog meer op de agenda probeert te zetten. Samen sta je sterker. Ga eens in gesprek met een vakbond, bedrijven, organisaties, andere burgers of kijk eens welke politieke partijen dezelfde standpunten hebben en ga in gesprek.

Een probleem van één persoon is voor de politiek niet urgent genoeg om iets mee te doen. Als tientallen, honderden of misschien wel duizenden mensen jouw probleem delen, wordt de noodzaak om het op te lossen veel groter. Een belangrijk onderdeel van de lobby is om er een universeel verhaal van te maken: wie delen hetzelfde belang en hoe kunnen jullie je verenigen? Van Waveren raad aan om je lobby nooit in je eentje te voeren.

Stap 4: Gebruik de media

Media kunnen  jou helpen met je lobby. Door het gebruik van media kun je zowel een grotere groep mensen, maar ook politici bereiken met je lobby. Als jij een goed verhaal hebt, zijn er veel dingen mogelijk. Bedenk van te voren goed wat jouw verhaal is en hoe je dit het beste kunt vertellen. Vervolgens is het belangrijk wat en wie jij met je mediacampagne wilt bereiken.

Stel: jij wilt meer betaalbare woningen voor jongeren binnen je gemeente en je hebt al een plan gemaakt hoe je dit kunt bereiken. Voor jouw lobby wil je een grote actie beginnen voor het gemeentehuis, maar één persoon met een spandoek is niet zo spannend, dus ga je op zoek naar  medestanders. 

Waarschijnlijk zijn er veel jongeren binnen jouw gemeente die dit ook graag zien gebeuren, en je best willen helpen met je actie. Het probleem: ze weten nog niets van jouw lobby. Tijd dus om een filmpje te maken om het onder de aandacht te brengen! 

Je kunt proberen om jouw actie onder de aandacht van lokale media te brengen, maar als het om jongeren gaat, weten we dat ze daar niet echt naar kijken. Ga dus bij jezelf na: waar zitten al die jongeren met woningnood? Welke media gebruik ik om een kamer te zoeken? Jij bent zelf onderdeel van de doelgroep die je wilt bereiken, dus plaats je video of brandbrief waar je denkt dat de doelgroep ook daadwerkelijk is.

Politici bereiken
Ook politici zitten op social media. Het kan alleen zo zijn dat ze het net iets anders gebruiken dan jijzelf. Kijk eens of je video die nu al viral gaat op Instagram of TikTok het ook goed doet op Twitter of Facebook. Schroom zeker ook niet om politici te taggen in je bericht. 

Je kunt er ook voor kiezen om jouw verhaal bij de traditionele media onder de aandacht te brengen, zoals in kranten of op tv. Zoek eens uit welke journalisten veel over jouw onderwerp schrijven en stuur hen een bericht over jouw lobby-actie. Er worden vaak Kamervragen gesteld aan de hand van stukken die het goed doen in media. Het kan dus zeker zin hebben om jouw verhaal met een journalist van een krant te delen en het vervolgens weer op sociale media te verspreiden.

Stap 5: Zit je aan tafel? Neem je verantwoordelijkheid

Zo! Het is je gelukt om aan  tafel te belanden naast een  politicus die over jouw onderwerp gaat. Misschien voelt het dan alsof je je doel al hebt bereikt, maar eigenlijk begint het dan pas net. 

Het is natuurlijk geweldig als je wordt uitgenodigd om aan tafel te zitten, zegt van Waveren. ‘Maar de politici hebben ook een belang bij zo’n gesprek en dat kan wel eens een ander belang zijn dan de jongeren die aan tafel zitten.’

Zorg ervoor dat het ‘aan tafel zitten’ niet alleen bij ‘symboolpolitiek’ blijft, maar dat er ook  daadwerkelijk iets gebeurt na het gesprek. Van Waveren wil als tip meegeven dat je lobbyen niet stilletjes in achterkamertjes moet doen: ‘Als je in gesprek gaat, laat dat dan ook altijd heel openlijk weten. Schrijf er een blog over of deel je verhaal met de krant’.

Want op die manier leg je meer druk op de uitkomst. Haar advies: blijf altijd bij je activistische houding en laat je niet overmannen door je nervositeit. Ze ziet dat veel mensen het toch best spannend vinden om aan tafel te zitten bij een politicus.

Wie vertegenwoordig ik?

Tot slot: als je dan dat gesprek mag voeren, is het ook belangrijk om te bedenken namens wie je spreekt. Spreek je echt voor alle jongeren? Of vergeet je misschien wel de belangen van de jongeren uit de wijken of scholen die je niet zo goed kent. Denk goed na over hoe je echt alle jongeren kan vertegenwoordigen, zodat het niet alleen maar beter wordt voor jouw eigen groep.

Jij geeft politici informatie waar ze weinig over weten, dus denk goed na over hoe je ervoor kan zorgen dat deze volledig is. Als dit niet lukt, is het goed om eerlijk en open te zijn over welke groep je vertegenwoordigt. Zorg dat je je bewust bent van het feit dat je niet namens iedereen spreekt en dat je op zoek blijft gaan naar manieren om informatie/kennis uit je achterban te halen.

Wie na het lezen van deze punten bang is dat hij te jong is om te gaan lobbyen mag die zorgen snel overboord gooien. De tienjarige Noah Ulrich voert actie via sociale media om de Tweede Kamer ertoe te dwingen regels omtrent stookolie te maken. Een andere succesvolle jonge lobbyist is Geerte Piening, die op 23-jarige leeftijd begon aan haar lobby. Na een boete voor wildplassen, streed zij voor meer openbare toiletten voor vrouwen. Drie jaar na haar lobby werd haar voorstel in Amsterdam aangenomen. 

Volgens van Waveren moeten jongeren vooral niet bang zijn dat ze te jong zijn om te lobbyen. Juist jongeren kunnen een belangrijke rol in de lobby spelen. Je kunt jouw jonge leeftijd echt als je kracht zien. ‘Dat jonge perspectief is precies de informatie die jij komt brengen, want die politici zijn zelf allemaal niet meer jong. Die informatie is heel waardevol.’

Deel 2 van een driedelige reeks

Dit is deel 2 in een reeks van artikelen over hoe jongeren meer invloed kunnen vergaren in de samenleving. Ga hier naar deel 1. Morgen in deel 3: hoe pak je zelf problemen aan zonder op de overheid te moeten wachten?