Het Nederlandse voorzitterschap van de EU wordt traditioneel afgesloten op een top van regeringsleiders in Brussel. Belangrijkste onderwerp is: wanneer gaat de EU met Turkije onderhandelen over toetreding en onder welke voorwaarden. Voor veel mensen is onduidelijk of de toetreding nog tegengehouden kan worden. Zoals zo vaak lijkt alles wat in Brussel gebeurt ondoorzichtig en onduidelijk. Wie beslist wat wanneer? Hoe maak je aan de buitenwereld duidelijk wat en waarom je iets besluit?

Interview met Atzo Nicolaï, staatssecretaris Europese Zaken

(VOOR HET HELE INTERVIEW KLIKT U RECHTS OP DEZE PAGINA.)

Atzo Nicolaï, staatssecretaris voor Europese Zaken zei begin november in Brussel nog tegen Tegenlicht dat communicatie met de burger, de kiezer misschien wel het belangrijkste is. ‘Ik heb een diner georganiseerd met mijn collega’s, ministers van Europese Zaken. Daar hebben we het gehad over communicating enlargement. Hoe gaan we om met uitbreiding, en vooral natuurlijk Turkije? Hoe ga je daarmee om in de publieke opinie? In Nederland, maar ook in veel andere landen zijn er veel twijfels, voor- en tegenstanders. In de pers, in de Tweede Kamer. En als we onze mond zouden houden tot in december en dan een besluit nemen, in de hoop dat iedereen begrijpt wat we gedaan hebben, dan gaat het gierend mis.'

'Er is heel veel onbegrip over waarom het überhaupt nodig is dat Turkije erbij komt Er zijn soms hele irrationele emotionele zorgen. Dat land is toch eigenlijk helemaal niet Europees, het is groot, het is anders, in religie, in cultuur. Komen dan alle Turken ook naar Nederland? Wij kunnen moeilijk zeggen in december: "Wij regeringen zijn verstandig en daarom hebben we dit besloten." En dan maar hopen dat de burgers dat begrijpen. Dat kan natuurlijk niet zomaar. Mensen willen weten wat er speelt, willen dat hun zorgen serieus worden genomen, en willen begrijpen om wat voor reden er een besluit wordt genomen.'

'Daar zijn wij dan ook druk mee bezig. We moeten zorgen dat we duidelijk zijn naar de burgers toe. Want anders heb je wel een mooi besluit, maar begrijpen de mensen er niets van. Die fout hebben we in de Europese Unie wel vaker gemaakt. We dachten dat als wij iets verstandigs hadden besloten, we daarna ook in staat zouden zijn dat uit te leggen. Maar zo werkt het dus niet.'

'Het moeilijke is dat het allang besloten is. Dat is soms onbevredigend. In 1999 hebben we al besloten dat wanneer Turkije aan de eisen voldoet het lid mag worden. Dat was een heel belangrijke beslissing. Het ging redelijk snel, maar er was geen heftige discussie. Er is toen ook heel weinig aandacht vanuit de media geweest. Die geringe aandacht kwam toen wel handig uit, maar uiteindelijk breekt het je op. Nu denken de burgers opeens: Turkije erbij? Maar dat is nooit aan mij gevraagd! Heeft de Kamer dat gezegd?'

'Daarom is het nu belangrijk met de burger in discussie te gaan. En daarbij is kritiek heel belangrijk. Als mensen kritiek hebben luisteren ze ook naar wat je te zeggen hebt. Dat betekent overigens niet dat we altijd doen wat de burger zegt. De politicus moet wel luisteren naar de burger, maar het is niet zo dat we kijken wat er gevonden wordt en het dan tot uitvoering brengen. En bij sommige dingen kunnen we wel tegemoet komen. Afhankelijk van een positief besluit over Turkije moeten we harde afspraken maken. Dat Nederland gewoon zolang het nodig is kan zeggen: wij willen geen recht van Turken om zomaar naar Nederland te komen.'

'Dit soort besluiten vallen, net als in de Nederlandse politiek, vaak in de wandelgangen. De officiële discussie vindt natuurlijk in de zaal plaats, met de media erbij. Maar veel gebeurt ook in de achterkamertjes. We zijn in Nederland na Fortuijn een beetje doorgeschoten in onze afkeer voor achterkamertjes. In een subtiel onderhandelingsproces moet je af en toe even onder elkaar kunnen zijn. Als je het daarna maar duidelijk kunt uitleggen.'

'Nu moeten we proberen een formulering te vinden waar de 25 Europese landen en Turkije zich in kunnen vinden. Dat zal niet makkelijk zijn, maar ik hoop dat het gaat lukken. Een formulering die een positief signaal afgeeft, maar waar voldoende garanties in zitten van wanneer het begint, hoe je het laat lopen, hoe je eruit kan komen en wat er voor mogelijkheden zijn voor landen om na toetreding grenzen te sluiten of andere maatregelen te treffen.'

.