Naar aanleiding van de aflevering over de Euro islam met Tariq Ramadan schrijft Johan Gerber in het Dagblad de Standaard: “Ramadan zal kost wat kost Nederland willen charmeren en Nederland inpakken. Als hij niet de gepaste tegenwind krijgt (waarvoor ik vrees) zal hij hierin slagen, en zo zal de deur wijd open gaan voor deze ranzige en sluwe islamist”.

“Maar niemand kan mij vertellen waarom Ramadan een sluwe ranzige islamist is”, zegt Alexander Oey, de maker van de gewraakte aflevering. De rechtse pers en joodse intellectuelen in Frankrijk noemen Ramadan een antisemiet. Maar zegt Oey: “In Frankrijk ben je al een antisemiet als je het woord jood in de mond neemt”. Olivier Roy en Gilles Kepel spreken het dubieuze imago van Ramadan tegen. En zij kunnen het weten. Het is zonde om het er steeds over te hebben of Ramadan wel of niet deugt. “Daar gaat teveel screentijd aan verloren”, vindt Alexander Oey. Hij is meer geïnteresseerd in wat Ramadan zelf te zeggen heeft. De kijker kan daar zelf een oordeel over vellen.

In de voorbereidingsfase heeft Alexander Oey wel gecheckt met wat voor type hij van doen had. Hij kon geen bewijs vinden voor de aantijgingen dat Ramadan met dubbele tong zou spreken. Hij vond bovendien dat veel van Ramadans ideeën aansluiten bij linkse bewegingen en bij de andersglobalisten. Dat maakt hem interessant vindt de documentairemaker. Na de dood van Van Gogh is het debat in Nederland ongenuanceerd geworden. Ook onder intellectuelen en bij ‘links’. Alexander Oey wil met zijn documentaire verwarring zaaien: “Mensen moeten twijfelen en zeggen: hier zit een streng gelovige moslim die dingen zegt waar ik het mee eens ben”.

In eerste instantie zat behalve Tariq Ramadan en Olivier Roy, ook Dounia Bouzar in de documentaire. Bouzar, oud-onderwijzeres en antropologe, doet onderzoek naar de beleving en ontwikkeling van de islam in Franse voorsteden en bij Franse moslimjongeren.

De makers wilden het verhaal over "de Euro islam” op meerdere niveaus vertellen. De gesprekken met Ramadan hebben een filosofisch-islamitische invalshoek. Roy heeft een wetenschappelijk sociologische benadering. Bouzar biedt een antropologische perspectief. Behalve de interviews met experts wilde de maker ook opnamen maken in de Franse buitenwijken. Er werd veel energie gestoken in het zoeken van jongeren in de banlieues. Zij zouden het verhaal van Bouzar ondersteunen: de theorie versus de praktijk. Uiteindelijk is het niet gelukt om ze voor de camera te krijgen. Dat komt omdat er een groot wantrouwen heerst jegens de media, zegt Oey en die argwaan is niet onterecht. Hij vindt dat de media een vertekend beeld geven van de jongeren. Dat gaat zo ver dat journalisten jongeren hebben betaald om ruiten in te gooien vertelt Alexander Oey.

Omdat het ‘verhaal van de straat’ niet in beeld kon worden gebracht, is radicaal gekozen voor de theoretische benadering, legt Alexander Oey uit. Een gevolg van die keuze is dat Dounia Bouzar in de montage is ‘gesneuveld’ en dus niet in de film zit. Zonder straatbeelden was er ook gebrek aan beeldmateriaal om de interviews mee af te wisselen. Dat is opgelost door archiefmateriaal te gebruiken. Er is vooral materiaal uit Nederland gebruikt, dat werkt het beste om de discussie dichterbij te brengen vindt de maker. Het oppervlakkige niveau staat in contrast met de toonzetting van Ramadan en Roy vindt Alexander Oey: “We hebben expres de iconen laten zien: het handen schudden van Verdonk, de ophef over de tasjesdief. Het vlakke debat zet je af tegen de verdiepende discussie”.

Het debat is in Frankrijk veel verder dan in Nederland. In Nederland wordt niet eens antropologisch of sociologisch onderzoek gedaan onder de jongeren. Terwijl daar deels de oorsprong van het probleem ligt denkt Oey, bij de tweede generatie migranten die een eigen identiteit moet neerzetten. “Ik vind het wel jammer dat de straat eruit is” zegt Oey. Om dat verhaal te krijgen zou je een jaar bezig moeten zijn, maar daar is nu geen tijd voor geweest.

De maandag na de zondag (zondag is de documentaire uitgezonden) wordt de aflevering in de redactievergadering geëvalueerd. Iedereen lijkt het erover eens dat met Ramadan en Roy een sterk inhoudelijk verhaal is neergezet. Vooral Ramadan is een inspirerend figuur. Een kritiekpunt is dan ook dat er meer over Ramadan in de documentaire had gemogen. Meer over zijn positie en over wat hij teweegbrengt bij het publiek. Zou het niet interessant zijn om zijn colleges te volgen? Ramadan in debat met Franse jongeren? Zeker vindt Alexander Oey, maar vervolgt hij: "we waren al blij dat we hem hadden". Ramadan is niet zomaar te strikken voor een film. Hij heeft weinig tijd. Voor deze documentaire interviewde Alexander Oey Tariq Ramadan twee keer een half uur. Hij sprak hem na diens optreden bij Winternachten en na de globaliseringslezing in Felix Meritis. Nu we deze documentaire gemaakt hebben, is er wellicht een vertrouwensbasis om verder te gaan, zegt Oey.

Zou je daarop moeten hebben gewacht? Of is het belangrijk om nu en in deze vorm een uitzending over de Euro islam te maken? Een hels dilemma. De vele reacties op de uitzending (via mails en op het forum van de Tegenlicht site) lijken voor het laatste te spreken. Het onderwerp is urgent.