Op 23 juli 1999 besteeg kroonprins Mohammed Ben Al-Hassan de Marokkaanse troon. Hij begon aan een project dat van Marokko een moderne constitutionele monarchie op goede voet met Europa moest maken. Zijn belangrijkste wapenfeit tot nu toe: het drastisch wijzigen in 2004 van de Mudawana, de familiewet. Een grote stap op weg naar gelijke vrouwenrechten – tenminste, op papier.
Wat hield de door velen als revolutionair aangemerkte hervorming van de Mudawana precies in? En wat is, ruim een jaar later, het resultaat?

Een modern hervormer
Vlak na zijn troonbestijging hield Koning Mohammed VI een televisietoespraak. Hij brak een lans voor het verbeteren van de positie van vrouwen, die tot dan toe gebukt gingen onder het juk van de strenge Mudawana. “Hoe kan een maatschappij vooruitgang boeken als de vrouwen, die de helft van het land vertegenwoordigen, hun rechten geschonden zien en lijden als gevolg van onrechtvaardigheid, geweld en marginalisatie, ondanks de waardigheid en rechten die hen worden gegeven in onze glorievolle religie?” vroeg de kersverse koning zich hardop af.
Vrouwen moesten meer rechten krijgen, vond Mohammed VI, en zelf nam hij het goede voorbeeld door voor het eerst in de geschiedenis een vrouw adviseur van het koninklijk huis te maken.

De Mudawana
De traditionele Mudawana, de enige op de Koran gebaseerde wet in Marokko, werd in 1957 geschreven en liet voor vrouwen veel te wensen over. De vrouw was altijd ‘minderjarig’: dochters moesten hun vader gehoorzamen, echtgenotes hun man. De huwbare leeftijd voor jongens was achttien jaar; meisjes mochten al vanaf hun vijftiende worden uitgehuwelijkt. Polygamie en verstoting waren toegestaan voor de man, die zijn vrouw dus zonder pardon - en zonder recht op alimentatie - op straat kon zetten. Voor een vrouw was het een stuk lastiger een echtscheiding te initiëren: zij moest daarvoor eerst naar de rechter, die meestal ruim de tijd nam om uiteindelijk tégen een scheiding te beslissen.
In maart 2000 werd een commissie ingesteld om te onderzoeken hoe de Mudawana hervormd kon worden. In Casablanca gingen tweeduizend religieus-conservatieven de straat op om te protesteren. Verder werd, ook internationaal, twijfel geuit over de slagvaardigheid van Mohammed VI. Omdat hij als koning ‘hoeder der gelovigen’ is, mag hij de Islam niet veranderen. Het verbieden van polygamie en verstoting zou daarom niet mogelijk zijn – het hoogst haalbare was de voorwaarden ervoor zó streng te maken dat ze in de praktijk vrijwel zouden uitsterven.
Mohammed VI liet bezwaren en twijfels voor wat ze waren, plaatste vrouwen aan het hoofd van de nationale bureaus voor olie en toerisme, en benoemde de eerste vrouwelijke minister. In 2002 stelde hij zijn verloofde, een computeringenieur, via foto’s en televisiebeelden voor aan het volk. Zijn hoogopgeleide aanstaande droeg geen sluier. Verder werd afgesproken dat dertig procent van de parlementszetels na de volgende verkiezingen aan vrouwen voorbehouden zou zijn.

Een nieuwe wet
Op 29 oktober 2003 werd de door Mohammed VI en zijn commissie voorgestelde nieuwe Mudawana goedgekeurd door het parlement.
In de nieuwe wet zijn man en vrouw in het huwelijk gelijk en hoeven vrouwen hun man niet meer te gehoorzamen. De huwbare leeftijd voor vrouwen is voortaan óók achttien jaar en uithuwelijking maakt plaats voor vrije keuze. Voor polygamie en verstoting moet een rechter toestemming geven, en een vrouw moet gekend worden in de beslissing. Ook vrouwen krijgen het recht om te scheiden, en rechters zijn verplicht de zaak binnen zes maanden af te wikkelen. Die rechters, bovendien, zijn civiele rechters - in feite betekent dat een secularisering van het huwelijksrecht.
“Als aanvoerder van de gelovigen kan ik niet sanctioneren wat God verboden heeft of verbieden wat God heeft goedgekeurd”, zei Mohammed VI bij het aankondigen van de nieuwe Mudawana, daarmee protest op religieuze gronden de kop indrukkend. Alle partijen stemden vóór, ook de conservatieve moslimpartij PJD: “De wet is in overeenstemming met de Islam.” Op 23 januari 2004 werd het nieuwe familiestatuut, onder begeleiding van een uitgebreide mediacampagne, van kracht.
Vrouwenorganisaties in Marokko reageerden enthousiast en spraken van “een historische omwenteling.” Ook internationaal kon Mohammed VI op complimenten rekenen, maar al te grote voorbarigheid werd geschuwd: een wetswijziging is één, het veranderen van sociale verhoudingen een tweede.

Het resultaat?
In september 2004 organiseerde AFEM, de Marokkaanse vereniging van zakenvrouwen, het eerste internationale congres van vrouwen in de moslimwereld. De nieuwe Mudawana werd er gepresenteerd als een positieve impuls voor de werkende vrouw in Marokko. Deze voorstelling van zaken lijkt correct: in het eerste kwartaal van 2005 daalde de werkloosheid onder vrouwen met 3,3%, drieëndertig procent van de vrouwen is inmiddels aan het werk en tweeëntwintig procent onderhoudt haar gezin.
Maar er is ook kritiek. Vrouwen hebben naast meer rechten ook de verantwoordelijkheid voor de familie gekregen, maar door het ontbreken van voldoende crèches en een goed systeem van schoolbussen, is het voor veel vrouwen nog altijd niet écht gemakkelijk om te gaan werken. En hoewel de helft van de universiteitsstudenten uit vrouwen bestaat, is de vertegenwoordiging van vrouwen op leidende posities in het bedrijfsleven nagenoeg nihil. Bovendien blijken vrouwen in Marokko vaker zwart te werken dan mannen, worden de rechten van zwangere vrouwen niet gerespecteerd en hoewel ongewenste intimiteiten als ernstige overtreding worden gezien, biedt de nieuwe werknemerswet een vrouw enkel de mogelijkheid ontslag te nemen met een compensatie.

Het lijkt er dus op dat de revolutionaire wetswijziging nog geen revolutie op de werkvloer teweeg heeft gebracht. Is de nieuwe Mudawana wellicht nog niet volledig ingeburgerd in Marokko?
In maart 2005 werd bekend dat een toenemend aantal Marokkanen zich tot imams wendt om in de moskee te trouwen. Deze “moskeehuwelijken” worden niet officieel geregistreerd en zijn zo een manier om onder de nieuwe regelgeving uit te komen.
Uit een onderzoeksrapport van de Marokkaanse Democratische Liga voor Vrouwenrechten kwam naar voren dat ondanks de nieuwe Mudawana, het aantal verstotingen is toegenomen. Toegewezen scheidingen op initiatief van de vrouw vormen nog altijd een uitzondering, en aanvragen voor polygamie worden vrijwel altijd door de rechter gesanctioneerd – een teken dat rechters misschien de nieuwe wet wel accepteren, maar niet de filosofie daarachter.
In mei 2005 concludeerde een rapport van het Marokkaans Centrum voor Mensenrechten dat vrouwen nog altijd een zwakke sociale conditie hebben, die wordt verergerd door armoede, analfabetisme en “culturele obstakels die hun maatschappelijke integratie hinderen.”

De nieuwe Mudawana van Koning Mohammed VI is op schrift misschien een feit, maar heeft in de praktijk nog een lange weg te gaan.