‘Hoe begin je een revolutie’ had eigenlijk het verslag van binnenuit moeten worden van een vreedzame revolutie die zou leiden tot een nieuw en democratisch regime. Maar door samenloop van omstandigheden werd het een heel ander verhaal. Ivan O’Mahoney, regisseur van de documentaire, werd door de BBC benaderd om de film te maken.

Ivan O’Mahoney: “We kwamen aan en al op de eerste avond draaiden we de scène met de handgranaten op het kantoor van de oppositie.”

O’Mahoney: “We hebben natuurlijk allemaal gezien wat er in Servië, Georgië en de Oekraïne is gebeurd. De autoritaire regimes in die landen werden stuk voor stuk op een zelfde manier aan de kant gezet. Oppositiepartijen die meededen met de verkiezingen gingen een alliantie aan met jeugdbewegingen. De jeugdbewegingen mobiliseerden op hun beurt na de verkiezingen het volk om de straat op te gaan en in opstand te komen tegen de frauduleus verlopen verkiezingen. Het begon te lijken op een onstuitbare golf van veranderingen in het Midden-Oosten en de voormalige Oostbloklanden. De BBC wilde bij de volgende revolutie aanwezig zijn om de opstand van binnenuit te verslaan. Via een internationale groepering konden we in contact komen met organisaties in Wit Rusland en Azerbeidzjan. Ik werkte samen met een dame uit Oezbekistan die goed op de hoogte was van de situatie in Azerbeidzjan en daar zouden ook de eerste verkiezingen zijn. Alle elementen voor het verhaal leken aanwezig te zijn: het land werd (en wordt helaas nog steeds) geleid door een autoritaire overheid, vrijwel alle verkiezingen in het verleden zijn frauduleus verlopen en het leek erop dat de voorwaarden voor een opstand ook daar aanwezig waren. Er waren diverse jeugdbewegingen actief die allemaal zeiden geïnspireerd te zijn door de jeugdgroeperingen in Georgië en de Oekraïne."

We kwamen aan in september, ongeveer drie maanden voor de verkiezingen en al op de eerste avond draaiden we de scène met de handgranaten op het kantoor van de jeugdbeweging. In de dagen daarna waren we getuige van de aanval van de politie op de auto waarmee de leider van de oppositie vervoerd werd. We kregen sterk de indruk dat de Azeri’s doodsbenauwd waren voor de ophanden zijnde verkiezingen. In een week tijd hadden we al zoveel waanzinnig materiaal, dat ik terug ben gegaan naar Engeland om het aan de BBC te laten zien. Op basis van het materiaal hebben we besloten om de verkiezingen en de periode daarna te filmen en inderdaad te bezien of er een revolutie zou plaatsvinden. Het leek er sterk op dat de situatie in Azerbeidzjan min of meer gelijk was aan die van Georgië en Oekraïne. Het grote verschil, zo zou later blijken, was dat het Westen meer en meer te kennen gaf dat het in Azerbeidzjan geen revolutie wilde zien."

“Het filmen ging eigenlijk probleemloos. We hebben op kleine digitale camera’s gedraaid en werden nergens buiten gehouden. Het leek net alsof het de regeringsambtenaren niets kon schelen dat we compromitterend materiaal aan het verzamelen waren. Alsof ze zich toch al van hun zegen hadden vergewist. De verkiezingen werden gemonitord door de Organisation for Security and Cooperation in Europe. Hun uiteindelijke verslag documenteerde talloze voorvallen die wezen op verkiezingsfraude. Desalniettemin verkoos het Westen om toch zaken te blijven te doen met het huidige regime en niet de oppositie te steunen zoals dat bijvoorbeeld wel het geval was in Georgië. Het gevolg was dat de overheid de vreedzame demonstraties na de verkiezingen zeer gewelddadig maar zonder al te veel internationaal protest kon neerslaan."

"Het is me bij het maken van deze documentaire eens te meer pijnlijk duidelijk geworden dat het buitenlandbeleid van de Verenigde Staten en het Westen opportunistisch is. Het officiële verhaal is dat de VS van de wereld een vrij en democratisch oord willen maken. Maar in het geval van Azerbeidzjan spelen andere belangen mee. De geostrategische positie van het land weegt zwaarder dan het democratische belang. Het land staat als moslimstaat aan de kant van het Westen in de internationale strijd tegen het terrorisme, het is een buurland van Iran waar steeds grotere spanningen rond ontstaan en ten slotte zit het land op een enorme bel olie. Het lijkt erop dat het Westen liever dealt met een bekend autoritair regime dan met een democratisch verkozen oppositiepartij waarvan nog niet duidelijk is wat hun standpunten zijn ten aanzien van internationale betrekkingen."

"Het is natuurlijk onbegrijpelijk dat de VS enerzijds constateren dat het justitiële systeem van Azerbeidzjan volledig wordt bespeeld door de president van het land en anderzijds datzelfde systeem feliciteren met het afkeuren van de uitkomsten van slechts tien kiesdistricten bij de afgelopen verkiezingen (de oppositie wilde nieuwe verkiezingen in honderd van de honderdvijfentwintig districten). Alle alarmerende rapporten over schendingen van mensenrechten ten spijt nodigt president Bush toch president Alijev uit op het Witte Huis. Van de tien kiesdistricten waar 13 mei opnieuw gestemd mocht worden, zijn toch weer acht zetels naar de regeringspartij gegaan. Je kunt je voorstellen dat de Azeri's niet veel mogelijkheden meer zien. Ik zeg niet dat het zo is, maar ik kan me voorstellen dat bepaalde groeperingen zich zullen wenden tot radicalere middelen. Omdat zij zich in het huidige regime niet vertegenwoordigd zien en de democratische middelen niet hebben om de situatie te veranderen. Wat moeten ze doen? En toch zijn er nog steeds oppositieleden die hopen dat het met de volgende verkiezingen, de presidentiele verkiezingen van 2008, moeilijker zal zijn om de uitkomsten te vervalsen."

“Met de documentaire wilden we laten zien wat er gebeurde, en dat is precies wat we hebben gedaan. We hebben een zeer verontwaardigde brief ontvangen van de ambassadeur van Azerbeidzjan in Engeland. Ze kunnen zich in Azerbeidzjan niet voorstellen dat hier niet de Britse regering achter zit. Ze zijn namelijk zelf gewend dat de inhoud van de media sterk bepaald wordt door de overheid. Ik ben bang dat Azerbeidzjan internationaal een zelfde status krijgt als Pakistan. Het is bekend dat er een autoritair regime zit, maar daar is nog altijd beter mee samen te werken dan met een onbekende oppositiepartij. Maar wie weet wat er in 2008 gebeurt? De Azerbeidjaanse oppositie is in ieder geval druk bezig zich te oriënteren op de mogelijkheden. En misschien zijn we er tegen die tijd weer bij."