Nadat in 2000 in Nederland prostitutie werd gelegaliseerd, zette de gemeente Nieuwegein het bordeel Flair op de vergunningenlijst. Journalist Ruth Hopkins sprak met de uitbater van het bordeel, die zonder omhaal vertelde over de gevolgen van de wetswijziging. Hij had moeite personeel te vinden, want Nederlandse vrouwen blijven liever anoniem. Maar hij had een oplossing: ‘Ik heb nu vrouwtjes gekocht in Portugal. Twintigduizend gulden heb ik voor ze neergeteld. Ik wacht nu alleen nog op de paspoorten.’

Over het boek van Ruth Hopkins

In 'Ik laat je nooit meer gaan' beschrijft Hopkins gedetailleerd de handel van de bordeelhouder, de problemen van politieagenten op de Amsterdamse Wallen, en het lot en leven van vrouwen die verhandeld werden. Ze sprak langdurig met hen en kwam tot een uiterst kritisch beeld van de aanpak van de Nederlandse politiek, justitie en politie als het gaat om de slachtoffers van vrouwenhandel:

‘Politici, journalisten en wetenschappers uiten meestal hun verontwaardiging als ze worden geconfronteerd met mensenhandel. Men noemt het een moderne vorm van slavernij die ontoelaatbaar is in een beschaafde maatschappij als de Nederlandse. Het verhandelen van onschuldige vrouwen gaat in tegen het besef van normen en waarden van elk weldenkend mens. Maar van die morele verontwaardiging blijft weinig over in de alledaagse praktijk. De meerderheid van de vrouwen die door mensenhandelaren naar Nederland worden gebracht, wordt meestal gewoon uitgezet. Opeens zijn zij geen slachtoffers meer maar criminele illegale vreemdelingen.

Hoewel deze praktijken op zijn minst ineffectief genoemd kunnen worden, leiden ze niet tot enig protest of herbezinning. Integendeel, met voortvarende ijver bouwt de overheid en de internationale gemeenschap aan een almaar uitdijende anti-trafficking industry. De Nederlandse overheid en internationale organisaties geven miljoenen euro’s uit aan justitie, politie en hulpverlening onder het mom van bestrijding van mensenhandel. Maar slechts een handjevol van de vrouwen komt terecht in die molen en slechts een enkeling heeft er werkelijk baat bij. De vraag blijft: wie profiteren er eigenlijk van de wereldwijde campagne tegen mensenhandel? De hulpverleners, regeringsvertegenwoordigers en deskundigen die confereren in vijfsterrenhotels, of de vrouwen om wie het zogenaamd zou draaien?’

Ruth Hopkins (1973) is internationaal jurist en onderzoeksjournalist. Ze was coauteur van een rapport over mensenhandel in drie lidstaten van de Europese Unie. Ze publiceerde veelvuldig over dit onderwerp in verschillende media, waaronder NRC M, Trouw, Het Parool en De Standaard. Naar aanleiding van deze publicaties werd ze veelvuldig als deskundige aan het woord gelaten bij radio- en televisieprogramma’s, waaronder Het Lagerhuis, Netwerk, Radio 1, en sprak ze tijdens (internationale) conferenties voor politie en justitie (onder meer in Nottingham, bij de Universiteit van Rotterdam en in Duitsland). Begin 2004 organiseerde Hopkins een ontmoeting tussen Kamerleden en slachtoffers van mensenhandel.

Verder schreef ze onder meer voor Opzij, IS (tijdschrift van het ministerie van Buitenlandse Zaken), werkte ze bij The Guardian en maakte ze radiodocumentaires voor de Humanistische Omroep.

Caro Bonink werkt als freelance fotografe voor onder meer Het Parool. Ze reisde samen met Ruth Hopkins naar Albanië en Bulgarije om de wereld van de slachtoffers van mensenhandel vast te leggen.

Bestel het boek via: Uitgeverij De Geus - Postbus 1878 - 4801 BW Breda - tel: 076 - 5228151 - fax: 076 - 5222599 - publiciteit@degeus.nl