‘Voor Volk en Vaderland’ opent met een scène waarin maker Rob Schröder aanzit bij de leider van de Nederlandse Volks Unie (NVU) Constant Kusters. Kusters schuift Schröder een broodje ham toe met de opmerking dat hij niet helemaal zeker weet of dit wel kosjer is. Schröder heeft ver weg wel joodse roots, is opgegroeid in een duidelijk antifascistisch gezin, lid van Groen Links en heeft als jonge vormgever meerdere antifascistische affiches ontworpen. In zijn contacten met de NVU heeft hij niets van dat al onder stoelen of banken gestoken.

Interview met de regisseur Rob Schröder (1950)

Schröder: “Mijn politieke achtergrond en voorkeur hadden die jongens zelf al voor een groot deel boven water gehaald, nog voordat ze bereid waren mee te werken aan de documentaire. Naarmate we elkaar meer zagen en spraken, werden daar ook steeds makkelijker grappen over gemaakt.”

Het was niet eenvoudig het vertrouwen van de organisatie te winnen. Schröder maakte eerder al een documentaire voor de Nieuwe Wereld over extreemrechts in België en Duitsland, getiteld ‘Links, Rechts in de maat’. Deze documentaire was wel bekend bij de NVU. “Dat hielp wel. Zo konden ze zien dat ik eerder al een eerlijk portret had gemaakt van extreemrechtse organisaties. Ze zijn natuurlijk al zo vaak besodemieterd door de media, dat ze niet graag meer op de voorgrond treden. Mijn uitgangspunt was een documentaire te maken waar zij zich in zouden herkennen. Dus niet met voice-over commentaar dat al het gezegde gelijk onderuit haalt. Ik heb gekozen voor een doorgeefluikvorm. Laat dat commentaar maar aan de kijker zelf over.”

Dat deze aanpak heeft gewerkt, bewijst de documentaire. Rob Schröder wint het vertrouwen van de NVU en wordt overal mee naartoe genomen. Schröder: “Ik was eigenlijk wel verbaasd over het grote vertrouwen dat ik van de jongens kreeg. Dat ik bij een nazi herdenking in Duitsland mocht draaien, was een heel vreemde gewaarwording.”

In het eerste deel van de documentaire komen in de gesprekken met de drie NVU-partijleden vooral de sociale standpunten van de partij naar voren. De steeds groter wordende kloof tussen arm en rijk, de gevaren van die tweedeling, de slechte vooruitzichten van de onderklasse en de keerzijde van globalisering. Schröder: “Die sociale vraagstukken vormen de basis waardoor jongeren op zoek gaan naar een manier om zich af te zetten tegen de samenleving. Extreemrechts komt voort uit de onzekerheid die er leeft over de toekomst. Vroeger werd je dan punker. Dat is nu niet meer zo. Alleen in de grote steden heb je nog anarchistische groeperingen die voor jongeren aansprekend zijn. In de dorpen en kleine steden hebben jongeren geen alternatief. Als ze zich willen afzetten, dan komen ze al snel bij extreemrechts uit.”

“Er is natuurlijk iets heel merkwaardigs aan de hand. Er zijn allemaal jongens en meisjes die bepaalde kleren aantrekken met insignes en symbolen die verwijzen naar de Tweede Wereldoorlog. Daar kun je natuurlijk heel smalend over doen. Dat die jongeren daar wel overheen groeien. Maar inmiddels is er een rapport uit van de AIVD waarin ook zij aangeven de problemen met deze jongeren serieus te nemen. Dat betekent dat je als journalist of documentairemaker de wereld daar achter helder moet zien te krijgen. Niet door de pillenslikkende jongeren die zich bij dit soort groeperingen aansluiten in beeld te brengen. Maar door een beeld te krijgen van de wereld daarachter. Waar verhouden deze jongeren zich mee? Vandaar mijn keuze voor de wat oudere leiders van de NVU.”

In de documentaire gaan de personages heel ver in hun uitspraken. Veel verder dan ze gewoon zijn te doen. Constant Kusters zegt bijvoorbeeld over de Tweede Wereldoorlog dat het weliswaar een militaire bezetting was van Nederland, maar een ideologische bevrijding. Schröder: “Hierdoor krijg je een beeld van wat er achter de gematigde façade van dit soort groeperingen schuil gaat. En daarom ben ik ook niet bang dat mensen door het zien van de documentaire ineens naar deze partij zullen overstappen. Dat zullen Kusters en de zijnen misschien wel denken, maar ook daar verschillen we van mening.”

Sympathie heeft Schröder niet gekregen voor de jongens die hij een aantal weken heeft gevolgd. Begrip wel. Schröder: “Niet voor de fascistische elementen in hun politieke visie, maar wel voor de treurige uitzichtloosheid waar die jongens in leven. In een wereld waar het steeds meer gaat om geld en er voor afvallers geen plaats meer is, ontstaat iets dat heel onprettig is. Ik vind het geen probleem dat de grenzen opengaan voor mensen om hier te komen werken. Maar er moet wel nagedacht worden over de consequenties daarvan: dat er een grote groep mensen in Nederland zonder werk komt te zitten. Wat doen we daarmee?”.

In de documentaire wordt duidelijk dat er een groot verschil is tussen de uitingsmogelijkheden van extreemrechts in Nederland en Duitsland. In Duitsland is veel meer verboden. De media negeren extreemrechtse groeperingen en politici ontwijken de dialoog. Schröder vindt dat geen goede aanpak. “Twintig jaar geleden demonstreerde ik tegen Janmaat en de zijnen. Dat is nu niet meer de methode. Begrijpen waar de boosheid van deze mensen vandaan komt is de enige manier om hier mee om te gaan. Je kunt dit soort dingen niet meer doodzwijgen. Het is ongelofelijk belangrijk om de dialoog aan te gaan. Je ziet dat de verboden in Duitsland de woede bij extreemrechtse groeperingen alleen maar groter maakt. Die woede heeft me aangegrepen toen ik bij een herdenking van een paar duizend betogers was in Berlijn. Die jongens en meisjes waren daar hun familie aan het herdenken. Dan zie je de machteloosheid van die mensen. En juist die machteloosheid is levensgevaarlijk. De dialoog aangaan is de belangrijkste reden voor mij geweest om deze documentaire te maken.”

De documentaire staat voor Schröder ook voor een aantal pijnlijke maatschappelijke ontwikkelingen. De scène waar Kusters op de rand van een blanke villawijk de kijker wijst op de scheve verhoudingen, bijvoorbeeld. Dat de heren politici die de multiculturele samenleving zo hoog in het vaandel hebben hier zelf schoon en veilig wonen. Terwijl de rest van Nederland het met de problemen van die multiculturele samenleving moet zien te doen. Schröder: “Daar heb ik beschaamd naar zitten kijken”. Maar ook de verschuivingen in het politieke klimaat zitten Schröder dwars. “Nederland was ooit een van de progressiefste landen van Europa, of misschien wel de wereld. Maar de dingen die nu publiekelijk geuit worden door politici, waar Kusters en de zijnen in de jaren negentig nog voor vervolgd werden, maken Nederland nu tot een van Europa’s meest rechts-liberale lidstaten.”

Over de vooruitzichten van de NVU voor de komende gemeenteraadsverkiezingen heeft Schröder geen idee. “Zelf verwachten ze een zetel te halen. Maar die zetels zijn voor de NVU veel minder van belang. Kusters ziet zijn partij meer als een ideologische beweging. Niet als een partij die tussen keurige stropdassen op zoek gaat naar de consensus. Ik denk zelf ook dat dit soort partijen maatschappelijk een veel grotere impact hebben dan politiek.”

Meer over Schröder kunt u vinden door de links in het rechtermenu te volgen.