De vakbond vergrijst en het ledenaantal neemt af. Maar vanuit de VS is er een nieuwe methode overgekomen - genaamd organizing - om op grote schaal leden te werven bij de moeilijkst te organiseren groep: de schoonmakers. Regisseur Marije Meerman volgde FNV-organizer Othman Amarnis in zijn strijd voor een betere arbeidspositie van de schoonmaker.

Interview met de regisseur van "I Fight for you"

Al eerder maakte Meerman de Tegenlicht-documentaire 'Flexmens.' Hierin stelt de Amerikaanse journalist Thomas Friedman dat er sprake is van een groeiende bovenklasse, een krimpende middenklasse en een groeiende groep laagverdienende servicemedewerkers aan de aan de onderkant van de samenleving. In Nederland bestaat die laatste groep uit 1,5 miljoen mensen die onder andere werken in de verzorging, de beveiliging en: in de schoonmaak.

In haar onderzoek naar deze groep, ging Meerman met de FNV mee naar Siemens in Rijswijk. Daar vond op dat moment een objectovername plaats. Om de zoveel jaar loopt het contract met een schoonmaakbedrijf af en kunnen schoonmaakbedrijven offertes uitbrengen. Schoonmakers zijn echter verbonden aan het bedrijfspand en gaan automatisch mee naar het nieuwe schoonmaakbedrijf. Meerman: "Ik stuitte die dag op een chaotische situatie en veel paniek onder de schoonmakers. Er werd gesuggereerd dat mensen direct een nieuw contract moesten tekenen, omdat ze anders geen pasje hadden om de volgende dag het terrein op te komen. Rechten die ze hadden opgebouwd bij het oude schoonmaakbedrijf, zoals bijvoorbeeld een reiskostenvergoeding, waren ze in één klap kwijt. Sommigen werden verplaatst naar een object ver van hun huis. Ik besefte dat dit een goed onderwerp was, maar hoe kon ik het verfilmen?"

Verborgen camera
"Toen ik begon met de documentaire heb ik een lijstje opgesteld met dingen waar ik tegenaan zou lopen. Bedrijven waar schoonmakers werken, worden vaak goed bewaakt en je mag er, vanwege privé terrein, vaak niet filmen. Ik wist dat opdrachtgevers en schoonmaakbedrijven niet zouden willen meewerken, zij zijn bang voor imagoschade. En veel schoonmakers vrezen voor hun baan als ze hun mond open doen. De enige manier om deze documentaire te maken, was door op pad te gaan met een FNV-organizer."

Ze krijgt toestemming van de FNV om mee te lopen met Othman Amarnis. Hij is één van de twee FNV-ers die sinds januari van dit jaar in Den Haag experimenteert met de uit Amerika overgekomen methode van organizing: wild werven. In de documentaire is te zien hoe Othman 's morgens vroeg en 's avonds laat voor bedrijven post, mensen aanspreekt en stiekem bij bedrijven naar binnen glipt om daar met de schoonmakers te praten. Meerman: "De FNV beroept zich hierbij op het recht van vereniging en het recht om als vakbond met de achterban te spreken. We konden Othman echter geen camera meegeven. Als hij betrapt zou worden, zou dat problemen geven voor de FNV. Vandaar dat we hebben besloten om hem een zender mee te geven en, veelal met verborgen camera, buiten te gebouwen te filmen."

Canary Wharf
Meerman filmt in den Haag bij Shell, TPG post en het Paleis van Justitie. Ook gaat ze met Othman mee naar Londen die daar met een Engelse vakbondsdelegatie op het grote business center Canary Wharf actie gaat voeren. "Het filmen daar was lastig. In het midden van het immense bedrijventerrein is een klein gebied waar je actie mag voeren en waar je mag filmen. Daarbuiten mag je geen flyers uitdelen of opnames maken. Othman en zijn actiegroep gaven stiekem visitekaartjes aan werknemers."

Klassenstrijd
In de documentaire stelt FNV-bestuurslid Eddy Stam dat er sprake is van een nieuwe klassenstrijd. 'Er is een nieuwe onderlaag ontstaan en niemand neemt het voor die groep op. Sterker nog, er heerst het idee dat die groep niet moet zeuren, maar moet poetsen,' zo stelt Stam in de uitzending. Organizer Othman Amarnis gelooft ook in het ideaal van een nieuwe klassenstrijd. Toch blijkt het moeilijk om de nieuwe onderlaag te organiseren.
Meerman: "Het gaat om een zeer diverse groep van Ghanezen, Chinezen, Pakistanen, Hindoestanen, enzovoorts. Het is moeilijk voor te stellen dat zij één groep vormen. Daarnaast hebben we in Nederland het poldermodel en een CAO. Dat staat ver van mensen af en ze zijn daardoor minder gemotiveerd om voor hun rechten op te komen."
Meerman gelooft niet dat organizing dé redding is voor een vergrijzende FNV. "Aan de ene kant sta je als schoonmakers sterk, omdat in Nederland weinig mensen dit werk willen doen. Maar aan de andere kant is de concurrentie internationaal gezien moordend en willen genoeg mensen dit werk voor minder rechten en minder geld doen. Als de grenzen dicht zijn en er nog enkele rechten gelden in Nederland is het relatief gemakkelijk om als groep een sterke vuist te maken. Dat zal alleen maar moeilijker worden."

Door Imke van Hoorn