Politiek filosoof John Gray houdt niet van ‘vooruitgang en andere illusies’. Een gesprek in Tegenlicht.

door Kees Sluys

Toen John Grays nieuwste boek Black Mass. Apocalyptic Religion and the Death of Utopia (vert: ‘Zwarte mis – religieus fundamentalisme en de moderne utopieën’) vorig jaar uitkwam, was Carel Peeters er in Vrij Nederland als de kippen bij om de Britse politiek filosoof eens goed te fileren. ‘In het bijzijn van Gray kan men zich geen illusies meer maken,’ schreef de voormalige boekenchef van het weekblad. ‘Grays anti-utopische ijver is zo groot dat hij alles wat een element van hoop of verwachting in zich heeft bestempelt als illusoir. “Vooruitgang” is een woord dat bij hem alleen verachting wekt. (…) Dat een groot deel van de wereld dooreen behoefte aan vooruitgang verlost is geraakt van slavernij, kinderarbeid, van despotisme (in politiek, werk en gezin), van de veertienurige werkdag, Gray heeft het er niet over.

’Nee, in Zwarte mis misschien niet, maar tot Grays verontschuldiging kunnen we aanvoeren dat hij het in zijn vorige boek, met ook al zo’n sombere titel, Provocaties – Gedachten over vooruitgang en andere illusies, wel degelijk voor de vooruitgang opnam. In het hoofdstuk ‘Vooruitgang, een aftandse brokaat’ (Gray hamert graag op hetzelfde aambeeld) moet hij toegeven dat ‘de bijdrage van de tandheelkundige anesthesie aan het menselijk welzijn een geheugensteun is voor het feit dat zich op sommige gebieden werkelijke verbeteringen en echte vooruitgang hebben voorgedaan. ’Het is een zuinige constatering, en verderop blijkt dat hij het ook helemaal niet over dit soort concrete vooruitgang wil hebben. Het gaat hem om het ‘vooruitgangsgeloof’, het ‘utopisme’ van mannen als Robespierre, Marx, Lenin, Hitler,Mao en Castro, dat tot rampen heeft geleid. Dialectiek van de Verlichting. Tja, wie zal het ontkennen? Maar wat heeft het voor zin om altijd alles af te meten aan massaslachtingen en andere door mensen veroorzaakte catastrofes. Alsof de wereld altijd en overal alleen maar in brand staat.

Peeters noemt ‘David Hume, Diderot, Montesquieu, Grimm of Kant –schrijvers en filosofen die staan voor de echte Verlichting en helemaal niets uit te staan hebben met de latere totalitaire utopieën en ideologieën die zoveel slachtoffers maakten. Gray onttrekt ze aan het zicht. ’In Tegenlicht mag Gray het vanavond nog eens uitleggen. Hij wordt drie kwartier lang ondervraagd door jeugdige filosoof Rob Wijnberg.

Uit: VPRO Gids Nr.17 (26 april t/m 2 mei 2008)