Journaliste Ellen de Bruin schreef een boek over ‘de’ Nederlandse vrouw: ‘Dutch women don’t get depressed’. Ze probeerde middels interviews erachter te komen wat de Nederlandse vrouw anders maakt dan vrouwen uit andere landen en hoe dat zo is gekomen. Waarom zijn Nederlandse vrouwen bijvoorbeeld over het algemeen zo gelukkig?

Volgens Ellen de Bruin hebben veel typische kenmerken van de Nederlandse vrouw te maken met de sociale organisatie van de maatschappij. In tegenstelling tot bijvoorbeeld Japan waar een grote collectivistisch cultuur heerst of landen waar de familiebanden voor alles gaan, is er in de Nederlandse maatschappij veel keuzevrijheid voor vrouwen om zich onafhankelijk te ontwikkelen.

Susan Pinker legt de nadruk juist niet op sociaal culturele, maar op biologische factoren in haar verklaringsmodel. Wat denkt Ellen de Bruin over die nadruk op de biologie?

De Bruin: “Nadruk op biologische factoren is momenteel weer helemaal de trend binnen de psychologie. Dat gaat wel weer over, zou ik bijna zeggen. Maar serieus, ik vind er op zich niet veel mis mee als Pinker de nadruk zou leggen op de biologie - in de jaren zeventig vond iedereen dat verschrikkelijk, maar die tijd is gelukkig voorbij. Als er biologische verschillen gevonden worden tussen - bijvoorbeeld - de gemiddelde man en de gemiddelde vrouw, dan is daar wat mij betreft niets mis mee. Misschien komt er zelfs wel een moment dat we het onderscheid tussen biologie en psychologie helemaal niet meer zo scherp maken.”

De vraag is wat de analyse van Susan Pinker voor de Nederlandse vrouw betekent. Zo worden er vaak cijfers aangehaald dat Nederlandse vrouwen relatief veel part time werken. Voor sommigen is dit een bevestiging van een slechte situatie op de arbeidsmarkt voor vrouwen in Nederland. Pinker zou zeggen dat vrouwen als ze de keus hebben eenvoudigweg graag verschillende dingen naast elkaar doen en zich niet alleen richten op carrière. Ellen de Bruin onderschrijft dit, maar ziet ook de maatschappelijke factoren die hiertoe bijdragen: “Ik denk wel dat vrouwen die de keus hebben vaker part time gaan werken, maar dan moeten ze dus inderdaad de keus hebben. Dat betekent dat het mogelijk moet zijn op anderhalf inkomen een gezin draaiende te houden, bijvoorbeeld - in de Verenigde Staten kunnen veel gezinnen dat niet, hier wel.

Maar in Nederland kun je nog allerlei andere factoren aanwijzen die ons in de loop der tijd tot een land van part time werkende vrouwen hebben gemaakt, zoals ik in 'Dutch Women Don't Get Depressed' ook beschrijf. Nederlandse vrouwen hebben al eeuwenlang de broek aan thuis, ze hebben de wind er goed onder. De gemiddelde Nederlandse man is een beetje een watje (maar wel een lief watje). Dat geeft Nederlandse vrouwen nog meer keuzevrijheid. Daar komt bij dat de Nederlandse vrouw vooral de boel thuis bestierde, waardoor een cultuur is ontstaan waarin andere vrouwen het raar vonden als een van hen full time buiten de deur ging werken. Combineer dat met het Nederlandse 'doe maar gewoon, dan doe je al gek genoeg', en de gemiddelde vrouw wil vanzelf geen full time baan meer. Dit komt dus nog eens bovenop de 'biologie' die Susan Pinker onder andere beschrijft.”

“In de ideale maatschappij is er volgens mij een prettige balans tussen zelfontplooiing en steentjes bijdragen. Ik denk dus dat rekening houden met individuele verschillen altijd goed is, met de nadruk op het individu. Hoewel er verschillen tussen gemiddelde mannen en gemiddelde vrouwen bestaan, is niet elke vrouw of elke man hetzelfde. Dus ik denk dat rekening houden met individuele voorkeuren ongeacht iemands sekse de beste strategie is. Daar zou Pinker het volgens mij ook mee eens zijn. Overigens ben ik van mening dat idiote verschillen in beloning tussen mannen en vrouwen voor hetzelfde werk, of idem verschillen in kansen, onmiddellijk zouden moeten worden opgeheven.”