Ik staar voor me uit door het raam naar de daken van de Jan Steenstraat. Het is half drie en de hele klas is bezig met de voorbereiding van een website.
Goed, ik ga dus iets schrijven, want ik ben niet goed in tekenen, films maken en fotograferen, dus dan blijft schrijven over. En gelukkig is dat één van de dingen die ik wel kan.

Maar nu over de klas.
Ik heb het niet bijgehouden, maar volgens mij is het zeer verdeeld wie wat doet.
De filmpjes worden vooral door jongens gemaakt, teksten door meisjes. Tekenen: een jongen met halflang lichtbruin haar en een meisje met zwart haar en een sterk gevoel voor humor. Ik noem geen namen.
En dan nog de foto’s, die weer door meisjes gemaakt worden. Een erg opvallende verdeling vind ik het niet.

Over welke klas we het hebben?

Een introductie.

Je hebt de Poké-freaks, ik verzin deze naam niet zelf maar degenen die gaan trillen als ze geen Pokémon Mystery Adventure kunnen spelen tijdens de toch altijd zo boeiende rekenles hebben het bedacht. Eerlijk gezegd zou het me niets verbazen als ze ook Poke-pills hadden om te gebruiken als ze echt geen klein restje van een Pokémonpotlood kunnen vinden. Nee, grapje, niks mis met Pokémon freaks. Alleen de serie is redelijk imbeciel.

De niet Poké-freaky jongens spelen gewoon heel veel voetbal en hebben op hun eigen manier lol. Ikzelf verkeer voornamelijk in de kring van een paar popi-jopi’s die heel veel lol met elkaar moeten hebben, anders is het niet leuk meer.

Goed, de lezer zal nu denken dat onze klas heel erg verdeeld is in groepjes, maar dat is niet zo. Ik heb gewoon een paar mensen opgenoemd, die veel met elkaar spelen/praten/omgaan. We ziten gewoon met elkaar in hetzelfde lokaal, dus we moeten wel goed met elkaar om kunen gaan.

Over dat lokaal he, ik vind het allemaal mooi, maar één ding, ja slechts één ding, stoort me, en dat is niet zo maar wat: we hebben geen smartboard! Het is toch buitengewoon oneerlijk dat groep 7 wel een smartboard heeft en wij niet? (Je snapt: Zo erg vind ik het nou ook weer niet dat we geen smartboard hebben. Maar ik moet natuurlijk wel een minpuntje verzinnen.) Behalve dat gebrek is ons lokaal erg leuk. Eén wand is helemaal gekleurd van alle dingen die we hebben gemaakt, en tegenover de deur zijn alleen maar ramen. Daarboven, bijna tegen het plafond, is er een kalender met de foto’s en verjaardagen van de hele klas. Op de vensterbank staan planten en in en op de lichtblauw geverfde boekenkast staan er ook nog wat. Onder het bord staat de ‘Turbo Werkplek’ met een aardbeientafellakenachtig ding erop. Naast het bord staat de wasbak, en tussen die muren staan tafels. Met al die rare klasgenoten, want daar draait dit gebouw vooral om. (Tenminste, dat hoop ik) In dit lokaal doen we erg veel. De laatste twee weken zijn we bezig geweest met de CITOtoets. Onze tafels staan meer in een toetsopstelling dan gewoonlijk. Je hoort vaak verhalen over CITOstress, maar volgens mij valt dat wel mee in onze klas. We hebben toch al veel geoefend.
Misschien als dit wordt gelezen, hebben we hem al gemaakt en zijn er dingen heel anders geworden. Dat kan, want ik schrijf alleen over nu: 28 januari 2009. Aan het begin van dit tekstje wist ik nog niet goed wat ik moest schrijven, maar nu weet ik het. Ik schrijf gewoon op wat in me opkomt over de klas en maak daar een verhaaltje van. Niet eens zo heel moeilijk! Ik wil dus graag mijn inspiratiebron bedanken, omdat er zo veel te schrijven valt over een klas.