Deel twee van het zelfbouw ABC.

NVB Bouw: samen met NEPROM en Bouwend Nederland schreef NVB Bouw (de Nederlandse Vereniging van Bouwondernemers) een brief aan de Tweede Kamer over het kabinetsbeleid ten aanzien van de bouwwereld. De bouwondernemers betogen dat de bouw de economie uit de crisis kan trekken, mits er bij financiering en aan de kant van de gemeente anders te werk wordt gegaan. Want zelfbouw kan een woning 20 tot 30% goedkoper maken, maar het gaat natuurlijk wel ten koste van werk(gelegenheid) bij architecten, aannemers en vaklui.

Onderpand: traditioneel voor banken en hypotheekverstrekkers iets waardoor ze makkelijker geld uitlenen. In het geval van zelfbouw (altijd met meer risico's omgeven) eisen geldverstrekkers meer zekerheid. Hier een fraai gevalletje van 'financieringsprobleem-bij-zelfbouw'

PO: Particulier Opdrachtgeverschap. Zie ook CPO Collectief Particulier Opdrachtegeverschap. Soort eigenaarschap waarbij niet een projectontwikkelaar maar een particulier een bouwkavel of klushuis koopt, hetzij individueel hetzij collectief, hetzij via grondkoop hetzij via erfpacht. De particulier(en) zoekt/zoeken zelf architect en aannemer, al dan niet in samenwerking met een bouw(proces)begeleider.

Rijplaten: zware meestal bruine ijzeren, stalen of kunststof platen van ongeveer 3 tot 8 meter lang bij 1 a 1,5 meter breed. Zijn heel handig zijn op braakliggend terrein of zojuist bouwrijp gemaakte grond, en in geval van veel modder, nattigheid of drassige/moerassige ondergrond zelfs onontbeerlijk.

Stankcirkel: Nederland is een land van regeltjes en voorschriften en die gelden ook voor boerderijen. De term 'stankcirkel' kwam dan ook al snel ter sprake in het 'vrij bouwen' gebied Oosterwold in Almere Oost, dat woonfunctie en agrarische functie op 43 km2 moet gaan combineren. De koppeling van eigenbelang aan verantwoordelijkheid vereist dat kavels niet mogen liggen binnen een bepaalde straal van veeteeltbedrijven.

Topdown: in dit tijdperk van 'bottom up' creërt zelfbouw een interessante paradox. Planoloog Jacqueline Tellinga omschreef die al in 2002, in de begindagen van de zelfbouw in Nederland. 'Met zelfbouw wordt in feite topdown een beweging in gang gezet die van onderaf georganiseerd moet worden'.

Urban activator: zie Activator

Vinex: afkorting van VIerde Nota Ruimtelijke ordening EXtra. Deze nota van het ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieu uit 1991 identificeerde de locaties aan de rand van steden waar na 1995 nieuwbouwwijken ontwikkeld zouden gaan worden. Vinex is sindsdien bij vakgenoten en publiek synoniem geworden aan massagerichte, aanbodgestuurde en vaak ook zielloze nieuwbouw.

Welstandsvrij: doorgaans worden nieuw-, ver- en aanbouw in Nederland al bij het verstrekken van de bouwvergunning getoest aan de eisen van welstand. De spreekwoordelijke welstandscommissie bekijkt en beoordeelt bouwplannen op schoonheid, vakkundigheid en werking in de omgeving. Zelfbouw vindt in toenemende mate plaats zonder oordeel van welstand, dus welstandsvrij. Waarmee het monopolie van welstand op smaak ook gaat schuiven...

Zelfrealisatiebeginsel: beginsel in het Nederlandse wetgeving (de Bouwwet) waarin wordt vastgesteld dat de partij die (bouw)grond koopt of pacht ook het recht heeft om erop te ontwikkelen en daarvan de eventuele revenuen te ontvangen. Impliciet houdt het beginsel in dat gemeentes zelf niet ontwikkelaar zijn. Er gaan regelmatig stemmen op om het zelfrealisatiebeginsel te veranderen, maar er is in de bouwwereld onenigheid over hoe een en ander dan wel zou moeten worden geregeld.