De geschiedenis van het elektronische handelen

Hoe heeft de beurs zich ontwikkeld van een apenrots met alfamannetjes tot het domein van de programmeurs en algoritmebouwers?

Lange tijd was de beursvloer het centrum van de aandelenhandel. Beurshandelaren schreeuwden, duwden elkaar omver en er brak nogal eens een gevecht uit. Het is de tijd van de open outcry, waar handelaren met hun stem en handgebaren transacties sluiten. De enige technologie die erbij betrokken is, is de telefoon: zelfs de koersen worden op een blaadje paper aangeleverd, twee keer per dag. Die tijden zijn nu voorbij: als je wilt handelen moet niet meer op de beursvloer staan, maar in de buurt van de beste server zitten.

NASDAQ

In 1969 wordt het allereerste stapje richting computerisering gezet in de vorm van het Electronic Communication Network (ECN). Dit systeem maakt het mogelijk om ook na het sluiten van de beurs aanbod en vraag bekend te maken, en is vooral een overzicht voor partijen om met elkaar in contact te komen. Begin jaren ’70 wordt dit opgevolgd met een veel grotere ontwikkeling: de oprichting van de National Association of Securities Dealers Automated Quotations (NASDAQ), de eerste elektronische aandelenmarkt.

Hoewel NASDAQ geen fysieke handelsomgeving heeft, ligt het nog mijlenver van het ‘elektronische handelen’ wat we vandaag kennen. In die tijd is het eigenlijk gewoon een elektronisch bord met vraag en aanbod erop, dat maar één keer per dag wordt ververst. Ook deals worden niet over de computer gesloten, maar direct over de telefoon. Het maakt wel mogelijk dat meer mensen vraag en aanbod bij elkaar kunnen brengen: de kosten van transacties gaan hiermee ook omlaag.

De paradox van de crash

In 1984 voert de New York Stock Exchange (NYSE) het SuperDOT-systeem in. Dit elektronische systeem zorgt ervoor dat orders tot 100,000 aandelen direct naar de specialisten op de beursvloer kunnen. Een investeerder kan een order invoeren in het systeem, waarna die meteen wordt gelinkt aan een specialist. De status van de transactie is live te volgen via SuperDOT.

Het jaar 1987 brengt vervolgens een paradox: de beurs crasht, computers krijgen de schuld, waarna de handel verder wordt gecomputeriseerd. De reden: tijdens het hoogtepunt van de crash besloten veel beurshandelaren hun telefoons simpelweg niet meer op te nemen. Om hen te omzeilen komt NASDAQ met een nieuw systeem waarmee kleine orders electronisch kunnen worden ingevoerd. Hiermee wordt handelen van persoon tot persoon steeds meer overbodig, en begint het tijdperk van de computer. Overigens wordt Blair Hull gezien als degene die deze black monday opving door als eerste weer te gaan handelen: dit wordt gerekend tot One of the 40 Greatest Trades of All Time.

Alles online

Met de groei van de online handel in de jaren ’90 wordt de positie van de beurshandelaar op de vloer verder aangetast. In 1993 richt Thomas Peterffy Interactive Brokers op, de grootste online makelaar ter wereld. Hij wordt de ‘father of high frequency trading’ genoemd: hij is de eerste die zijn handelaren met een zakcomputer de beursvloer op stuurt en ontwikkelt daarnaast een algoritme waarmee automatisch kan worden gehandeld.

Deze algoritmes maken het mogelijk razendsnel aandelen te kopen en verkopen met een piepkleine marge: het high frequency trading (HFT). Op elke transactie wordt bijvoorbeeld $0,001 winst gemaakt. Door het enorme aantal transacties die met de verschillende algoritmes per seconde gesloten kan worden, kan hier toch grote winst in worden behaald.

Revenge of the nerds

Na 2000 zetten deze ontwikkelingen door. Transacties worden online gesloten door computers die met algoritmes berekenen welk aandeel gekocht en verkocht moet worden. Hoewel de fysieke beursvloer nog wel bestaat, is de open outcry zo goed als uitgestorven. De handelsplek lijkt nu meer nostalgie dan noodzakelijk: in Amsterdam werd de beursvloer in 2011 weer heropend, maar alleen voor de 'zichtbaarheid van de handel'. De beurshandel is volledig afhankelijk geworden van computers.

De fysieke aanwezigheid van schreeuwende beurshandelaren is overbodig geworden, en mensen met diploma’s in wiskunde, natuurkunde en econometrie zijn de meest waardevolle werknemers geworden. Zij werken niet langer in een overvolle beurs op Wall Street, maar in stille kantoren in slaperige buitenwijken. Zij bepalen wat er op de aandelenmarkt gebeurt, en dat terwijl ze zelf eigenlijk niet eens handelen - ze zorgen gewoon dat een algoritme dat voor ze doet.