Zelforganiserende gemeenschappen zoals Calafou of Bristol kiezen voor een eigen munteenheid. Deze alternatieve valuta stimuleren de lokale economie en brengen gebruikers dichter bij elkaar.

In de postkapitalistische hackerskolonie Calafou wordt met Rio’s betaald en in Bristol hebben de inwoners Bristol Pounds in hun portemonnee. Dit zijn voorbeelden van community currencies: alternatieve valuta die naast traditionele munten als de euro en de Britse pond bestaan. Groepen burgers, NGO’s of het bedrijfsleven brengen deze munten – buiten het bankwezen om - in omloop. De munten dienen vaak andere doelen dan ‘normaal geld’, hebben aparte spelregels en bestaan in diverse soorten en maten.

De Bristol Pound als betaalmiddel

Een van de succesvolle alternatieve munteenheden is de Bristol Pound (£B). Onder het motto Our City, Our Money kun je in transition town Bristol sinds 2012 met deze munt betalen. Het is de eerste lokale munt in het Verenigd Koninkrijk die stadsbreed is ingevoerd. De waarde van de munt is gelijk aan die van de ‘gewone’ Britse pond en je kunt er zowel cash als online en via SMS mee betalen. Burgemeester George Ferguson laat zijn salaris uitkeren in Bristol Pounds en ook de rest van het gemeentebestuur staat achter de munt. Inwoners van de stad kunnen bijvoorbeeld hun belasting betalen met deze valuta.

De Bristol Pound werd in omloop gebracht om geld in de stad te houden en zo de lokale economie te ondersteunen, in plaats van het te laten wegvloeien naar  grote multinationals. Bristolians omarmden dit unieke betaalmiddel, dat past binnen de populaire transitietraditie van de stad. Twee jaar na invoering accepteren zeker zeshonderd kleine, zelfstandige ondernemers in en rond Bristol de munt en worden bewoners gestimuleerd inkopen te doen bij lokale winkels. Zo verstevigt de munt niet alleen de economische banden, maar creëert ook sociale welvaart.
 

Rio's in Calafou

De Spaanse kolonie Calafou maakt deel uit van de Cooperativa Integral Catalana (CIC), een coöperatie die zich verzet tegen het kapitalisme en het bijbehorende economische stelsel. Binnen de CIC bouwen de kolonies aan een alternatieve economie, waarin de uitwisseling van eigen producten binnen hun lokale gemeenschap centraal staat. Om deze uitwisseling te organiseren maken ze gebruik van een sociale gemeenschapsmunt, de ECO.  

In het Eco-netwerk Anoia, waar Calafou onder valt, noemen ze hun versie van de ECO de ‘Rio’. De Rio is een virtuele gemeenschapsmunt die gelijk staat aan een euro. Euro’s kunnen omgezet worden naar Rio’s, maar – gezien de postkapitalistische filosofie - niet andersom. De munteenheid drukt de waarde uit van diensten, goederen of kennis die een bewoner van Calafou aan iemand binnen de gemeenschap heeft geleverd of vice versa. Het gaat dus niet om geld verdienen ten koste van elkaar, maar om een evenredige bijdrage leveren aan de kolonie. In de gemeenschappelijke vergadering wordt bepaald hoeveel 'schuld' bewoners op mogen bouwen en of er rente wordt gevraagd. In Calafou is dit vier procent, dat wordt gebruikt voor gemeenschappelijke bestedingen. 

Transparantie is in dit systeem, dat een groot beroep doet op het onderlinge vertrouwen van de bewoners van Calafou, van groot belang. Voor de administratie van de onderlinge ‘transacties’ wordt gebruik gemaakt van het Community Exchange System. Dit online systeem werd tien jaar geleden in Zuid-Afrika bedacht om transacties binnen de wereldwijde ECO-netwerken bij te houden. Elke gemeenschap die gebruik maakt van een sociale munt kan zich hier registreren. Tegelijkertijd kunnen gebruikers het 'vraag en aanbod' van diensten bestuderen. 

Populaire alternatieven

Het principe van alternatieve munteenheden zoals de Bristol Pound en de ECO bestaan al heel lang, maar door de opkomst van centrale banken werd het bestaan naar de achtergrond verdrongen. “Sinds het uitbreken van de crisis is de populariteit sterk toegenomen”, vertelt Edgar Kampers, oprichter van het adviesbureau Qoin en destijds betrokken bij de invoering van de Bristol Pound. "De afgelopen vier jaar zien we dat grassroots-organisaties die al hele lang over zulke valuta spraken, de daad bij het woord voegen. Ook zijn lokale overheidsorganisaties en bedrijven in toenemende mate geinteresseerd." 

Behalve de crisis dragen, volgens Kamper, ook de ontwikkelingen in de IT-sector en het internet bij aan het stijgende aantal alternatieve valuta. "De kosten voor de benodigde IT-systemen zijn drastisch gedaald en dankzij het internet realiseren mensen zich dat zij zelf geld kunnen scheppen", aldus Kamper. Hij voorziet dan ook dat het aantal alleen maar zal toenemen.