Emile Lahoud werd op 10 januari 1936 geboren in de Libanese stad Baabdat. Zijn vader was de Maronitisch Christelijke Generaal Jamil Lahoud, prominent officier in het Libanese leger die later parlementslid en minister van sociale zaken zou worden.

Na de basisschool in Beiroet en de middelbare school in Brumana, besloot Emile Lahoud in zijn vaders voetsporen te treden. In 1956 ging hij naar de militaire academie, waar hij drie jaar later slaagde als luitenant. Gedurende tien jaar werkte hij als ingenieur en bevelhebber bij de marine, waarna hij overstapte naar de landmacht en gestaag steeg in de ranken.

In 1989 werd Lahoud benoemd tot legerbevelhebber van het pro-Syrische regime in west-Beiroet. Hij was verantwoordelijk voor een grootschalige uitbreiding van het leger en ook zorgde hij ervoor dat Syrië invloed kreeg op de top van het leger en veiligheidsdiensten.

In 1998 kreeg Bashar Assad, toen nog troonopvolger in Syrië, de ‘portefeuille Libanon’ onder zijn hoede en benoemde hij Emile Lahoud tot nieuwe president. Hier was een grondwetswijziging voor nodig, omdat de Libanese grondwet niet toeliet dat hooggeplaatste militaire officieren binnen twee jaar na beëindiging van hun ambt president werden.

Tijdens zijn presidentschap plaatste Emile Lahoud pro-Syrische personen aan het hoofd van belangrijke militaire- en veiligheidsdiensten. Ook vervolgde hij een aantal oud-ministers in een ‘strijd tegen corruptie.’ Deze strijd werd echter stopgezet door Syrië toen aan het licht dreigde te komen dat ook Syriërs bij corruptieschandalen betrokken waren.

In 2004 werd opnieuw een grondwetswijziging doorgevoerd: ditmaal om Emile Lahoud’s ambtstermijn, dat eigenlijk dat jaar zou aflopen, met nog eens drie jaar te verlengen.