Prof. Dr. Marcel Levi (Amsterdam, 1964) studeerde geneeskunde aan de UvA en promoveerde cum laude op het mechanisme van bloedstolling. Vanaf september 2010 is Levi voorzitter van de Raad van Bestuur van het AMC en decaan van de faculteit geneeskunde aan de UvA.

Marcel Levi is sinds 2010 de voorzitter van de Raad van Bestuur in het AMC ziekenhuis in Amsterdam. 'Ik loop al vanaf 1982 in dit ziekenhuis rond; ik ken hier bijna iedereen,' vertelt Levi trots in een interview met Medisch Contact. 'Het leuke is dat ik in al die jaren met iedereen wel een geschiedenis heb. Of het nou de nachtportier is of de verpleegkundige.'

Levi ziet een systematische onderwaardering van de menselijke taak van een dokter. 'Ik durf de stelling aan dat een dokter die niet goed met mensen omgaat geen goede dokter is,' vertelt Levi in Vrij Nederland. 'Het is veel meer dan het juiste pilletje geven of de operatie goed uitvoeren, je moet je afvragen wie er tegenover je zit.' Volgens Levi moeten artsen minder gezien worden als mensen die medische wonderen kunnen verrichten, en meer de gelegenheid krijgen voor menselijk contact.

'Goed luisteren levert geen geld op, alleen medische handelingen kunnen worden gedeclareerd.'

Marcel Levi, directeur van het AMC in Vrij Nederland

In het interview met VN komt Levi naar voren als een harde werker met hoge eisen. ‘Ik kom uit een gezin waar presteren en competitie best belangrijk was. Je moest wat bereiken. Ons gezin draaide om de huisartsenpraktijk van mijn vader, we deden allemaal mee.’ Naast zijn van huis uit meegekregen hoge ambities heeft Levi over de zorg zo zijn eigen opvattingen ontwikkeld. 'Als het op de zorg aankomt mag dat hele concurrentiegebeuren wel meer naar de achtergrond', zo stelt bij in het NCRV-televisieprogramma 'Altijd Wat'.

‘Wat mij betreft zou ik mijn geld liever inzetten op samenwerken, goede afspraken en vertrouwen.’

Marcel Levi, directeur van het AMC in 'Altijd Wat' van de NCRV

Doorbehandelen ja/nee

Levi stelt in veel van zijn interviews dat het doorzetten van de behandeling niet altijd in het belang van de patiënt is. ‘Ik denk dat er te lang wordt doorbehandeld, soms met heel weinig winst en heel veel ellende.' Opnieuw benadrukt Levi het belang van een persoonlijke behandeling: voor iedere patiënt is de afweging anders, en de afweging moet per persoon gemaakt kunnen worden. Levi legt VN uit dat artsen vaak uit angst moeite hebben met het maken van de juiste afwegingen. 'Dokters zouden moeten leren om tijdig tegen een patiënt te zeggen dat ze misschien met de behandeling moeten stoppen. Maar in het geven van die boodschap zijn dokters niet altijd even goed.’ Mensen eisen een wonder van de arts, ook wanneer verbetering simpelweg niet mogelijk is.