Argos
Koerdische vluchtelingen
Koerdische vluchtelingen kunnen weer worden uitgezet naar Turkije. Dat liet staatssecretaris Cohen van Justitie op 8 december weten aan de Tweede Kamer. Cohen had de uitzettingen in juli opgeschort na de mysterieuze 'zelfmoord' in het Turkse leger van Suleyman Aksoy. Deze jonge Koerd was als dienstweigeraar naar Nederland gevlucht. Na afwijzing van zijn asielverzoek werd hij begin mei uitgezet naar Turkije. Hij werd al op het vliegveld opgepakt en vervolgens alsnog gedwongen zijn militaire dienstplicht te vervullen. Twee maanden later was hij dood. Cohen liet de zaak uitzoeken door de ambassade in Ankara. Die concludeerde dat het inderdaad om zelfmoord ging; voor de staatssecretaris de aanleiding de uitzettingsstop op te heffen. Maar waarom doet de staatssecretaris zo geheimzinnig over het rapport van de ambassade? Wie zijn de Turkse mensenrechtenorganisaties waar de ambassade zegt zich op te baseren? Wat hebben deze organisaties werkelijk gezegd over de dood van Aksoy? En: heeft het intrekken van de uitzettingsstop iets te maken met het besluit van de Europese Unie op 10 december om Turkije toe te laten als kandidaat-lid?
Aansluitend een telefonisch interview van Gerard Legebeke met GroenLlinks Tweede Kamerlid Femke Halsema over het terugsturen van Koerdische vluchtelingen naar Turkije.
---------
Argos over de mysterieuze 'zelfmoord' in het Turkse leger van Suleyman Aksoy. Deze jonge Koerd was als dienstweigeraar naar Nederland gevlucht. Na afwijzing van zijn asielverzoek werd hij begin mei 1999 uitgezet naar Turkije. Hij werd direct bij aankomst op het vliegveld opgepakt en vervolgens alsnog gedwongen om zijn militaire dienstplicht te vervullen. Twee maanden later was hij dood. Volgens de Turkse autoriteiten had hij zelfmoord gepleegd.
Staatssecretaris Cohen van Justitie schortte de uitzettingen op en liet de zaak Aksoy uitzoeken door de Nederlandse ambassade in Ankara. Die concludeerde dat het inderdaad om zelfmoord ging. Voor de staatssecretaris was dit aanleiding om de uitzettingsstop op te heffen. Maar waarom doet de staatssecretaris zo geheimzinnig over het rapport van de Nederlandse ambassade? Welke zijn de Turkse mensenrechtenorganisaties waar de ambassade zegt zich op te baseren? Wat hebben deze organisaties werkelijk gezegd over de dood van Aksoy? En heeft het intrekken van de uitzettingsstop wellicht iets te maken met het besluit van de Europese Unie om Turkije toe te laten als kandidaat-lid?
De reportage bevat vraaggesprekken hierover met:
- een Koerdische kennis van Aksoy in Nederland, die uit angst voor Turkse represailles anoniem wil blijven (in het Nederlands);
- GroenLinks-Kamerlid Halsema;
- hoogleraar Turkse talen en cultuur Martin van Bruinessen (telefonisch);
- Turkije coördinator Joost Jongerden van mensenrechtenorganisatie Amnesty International;
- een woordvoerder van de Turkse mensenrechtenorganisatie TIHV in Ankara (telefonisch, in het Engels met vertaling);
- een Koerdische vluchteling die illegaal in Nederland verblijft en die vertelt hoe hij tijdens de vervulling van zijn dienstplicht in Turkije werd mishandeld.
Geïllustreerd met historische geluidsfragmenten, een citaat uit een brief die staatssecretaris Cohen van Justitie op 08-12-1999 over zijn beleid inzake Turks-Koerdische asielzoekers aan de Tweede Kamer schreef, citaten (in het Nederlands) uit brieven van de Turkse mensenrechtenorganisatie TIHV, een citaat uit een verklaring van de Turkse mensenrechtenorganisatie IHD en een citaat uit een verslag van een algemeen Kameroverleg.
Aansluitend nogmaals een vraaggesprek met Kamerlid Femke Halsema van GroenLinks.
-------------
Inleidende teksten, misschien niet volledig:
Tekst 1
Joost Jongerden, landendeskundige Turkije van Amnesty International. Amnesty is teleurgesteld in staatssecretaris Cohen van Justitie. Uitgeprocedeerde Turks-Koerdische asielzoekers kunnen weer worden uitgezet naar Turkije. Zo schreef Cohen op 8 december aan de Tweede Kamer. Hij had de uitzettingen afgelopen zomer opgeschort na berichten over de mysterieuze dood van soldaat Suleyman Aksoy. Deze jonge Koerd was als dienstweigeraar naar Nederland gevlucht. Na afwijzing van zijn asielverzoek werd hij begin mei uitgezet naar Turkije, daar onmiddellijk opgepakt en vervolgens alsnog gedwongen zijn militaire dienstplicht te vervullen. Twee maanden later was hij dood. Zelfmoord volgens de Turkse legerautoriteiten. Moord volgens Aksoys familie.
Cohen liet de zaak vervolgens uitzoeken door de Nederlandse ambassade in Ankara. Die concludeerde dat het inderdaad om zelfmoord zou gaan; voor de staatssecretaris aanleiding de uitzettingsstop op te heffen.
Tekst 1-B
Hoe kwam de ambassade aan haar conclusie? Waarom doet de staatssecretaris er zo geheimzinnig over? Heeft hij werkelijk nieuwe informatie over de dood van Aksoy?
En: is er een verband tussen het intrekken van de uitzettingsstop op 8 december en het besluit van de Europese Unie, twee dagen later, om Turkije toe te laten als kandidaat-lid?
Tekst 2
De angst zit diep bij Koerdische mannen in Nederland. Angst om te vertellen over de gevaren die Koerden lopen als ze in het Turkse leger moeten dienen. Want zelfs erover vertellen zou al gevaarlijk kunnen zijn, als ze in Turkije terugkomen.
Tekst 2-B
Uit: brief Staatssecretaris van Justitie aan de Tweede Kamer inzake beleid ten aanzien van Turks Koerdische asielzoekers, de dato 8 december 1999:
Op 14 juli 1999 bereikte mij het bericht, dat een door Nederland verwijderde, uitgeprocedeerde Turks Koerdische asielzoeker, de dood zou hebben gevonden. Naar aanleiding daarvan heb ik op 29 juli besloten de uitzetting van Turkse Koerden op te schorten, in afwachting van de resultaten van een onderzoek naar de toedracht van de dood door het Ministerie van Buitenlandse Zaken. Inmiddels heb ik het ambtsbericht terzake ontvangen. In het ambtsbericht wordt vermeld dat het onderzoek door de Turkse autoriteiten, heeft geleid tot de conclusie dat de heer S. Aksoy op 12 juli 1999 zelfmoord heeft gepleegd.
Tekst 3
De brief van staatssecretaris Cohen van 8 december wekte de bevreemding van Tweede Kamerlid Femke Halsema van Groen Links.
Tekst 4
Wie was Suleyman Aksoy, de Koerdische dienstweigeraar wiens dood het Nederlandse uitzettingsbeleid naar Turkije onder druk zet. De Haagse vreemdelingenadvocate Gerda Later vertelde afgelopen augustus in Argos, hoe hij in oktober 1998 in Nederland terecht kwam.
Tekst 5
Advocate Gerda Later:
Tekst 6
Advocate Later. Ze vertelde in Argos wat er met Aksoy gebeurde, toen hij in mei na de uitspraak van de rechter werd uitgezet naar Turkije.
Tekst 7
Ook de Nederlandse regering twijfelde aan de officiële lezing van de Turkse autoriteiten over de dood van Aksoy. En daarom schortte staatssecretaris Cohen van Justitie eind juli het uitzetten van Koerden op. Het ministerie van Buitenlandse Zaken kreeg het verzoek van Justitie de doodsoorzaak te onderzoeken.
Maar het zou niet bij één geval blijven. En dat is ook niet verwonderlijk, aldus Martin van Bruinesse. Hij is hoogleraar Turkse talen en cultuur aan de universiteit van Utrecht. Volgens hem lopen alle Koerdische dienstweigeraars die naar het buitenland zijn gevlucht, – eenmaal terug in Turkije - gevaar.
Tekst 8
Van Bruinesse sprak van gevallén. Want intussen had zich een tweede zaak aangediend: de Turkse Koerd, Savas Cicek, zou tijdens het vervullen van zijn dienstplicht in het Turkse leger de dood hebben gevonden. Ook hij had eerder zijn heil gezocht in Nederland om aan de dienstplicht te ontkomen. En ook zijn asielverzoek was afgewezen. Na een tijdlang illegaal te hebben rondgezworven, had hij ten einde raad besloten maar naar Turkije terug te keren.
Cicek’s vriend Ilhan, die in 1997 met hem een kamer deelde in een asielzoekerscentrum, was hem vlak voor zijn vertrek nog tegengekomen. Hij had nog geprobeerd Cicek ervan te weerhouden naar Turkije terug te gaan. Zo vertelde Ilhan afgelopen augustus in onze uitzending.
Tekst 9
De terugkeer naar Turkije bleek inderdaad levensgevaarlijk. Want drie maanden later maakte een kogel een eind aan het leven van de 21-jarige Savas Cicek. Volgens de Turkse autoriteiten had hij zichzelf door de slaap geschoten. Ongeloofwaardig, oordelen deskundigen. De kogel was afkomstig van een G3, een type geweer met een heel lange loop. Te lang om jezelf mee door het hoofd te schieten. Cicek’s vriend Ilhan hoorde van een gemeenschappelijke kennis van de dood van Cicek.
Tekst 10
Uit: brief Staatssecretaris van Justitie aan Tweede Kamer inzake zijn beleid ten aanzien van Turks-Koerdische asielzoekers, de dato 8 december 1999:
Voorts is nog bericht over een incident met betrekking tot de heer Cicek. (…) Inzake de heer Cicek heeft het Ministerie van Buitenlandse Zaken mij de dood van de heer Cicek inmiddels bevestigd en aangegeven dat deze persoon naar alle waarschijnlijkheid eveneens door zelfmoord om het leven is gekomen.
Hoewel dit onderzoek nog niet is afgerond, zie ik in de resultaten van het onderzoek inzake de heer Aksoy in combinatie met het recente algemene ambtsbericht over Turkije geen aanleiding de opschorting van de verwijdering te continueren.
Tekst 11
Een opmerkelijke passage uit de brief van staatssecretaris Cohen; de passage, waarin hij zijn besluit bekend maakt dat Koerden voortaan weer uitgezet zullen worden naar Turkije. Bijna terloops deelt hij mee dat de doodsoorzaak in het tweede geval, dat van Cicek, ook wel zelfmoord zal zijn geweest. Toch schrijft de staatssecretaris tegelijkertijd dat het onderzoek in die zaak nog helemaal niet is afgerond. En nog opmerkelijker: voor zijn besluit om Koerden weer te gaan uitzetten laat hij de zaak-Cicek helemaal buiten beschouwing.
De conclusie van Buitenlandse Zaken dat Aksoy door zelfmoord zou zijn omgekomen, was voor de staatssecretaris genoeg om deze beslissing te nemen.
Tweede Kamerlid Femke Halsema van Groen links nam afgelopen december geen genoegen met deze motivatie.
Tekst 12
Kamerlid Femke Halsema over het spoeddebat met Cohen op 16 december.
Maar wás de staatssecretaris te vertrouwen? Of liever gezegd: was de informatie over de dood van Suleyman Aksoy te vertrouwen, op grond waarvan hij zei zijn beslissing te hebben genomen.
Die informatie is geheim. Daarom gingen we de afgelopen weken op zoek naar Cohens bronnen.
Tekst 12-B
We bellen met het ministerie van Buitenlandse Zaken. Het enige wat men daar kwijt wil, is dat er drie bronnen zijn geraadpleegd: Turkse mensenrechtenorganisaties, een vertrouwensadvocaat en, zoals al eerder aan de orde kwam, de Turkse autoriteiten.
Tegen het gebruik van die laatste informatiebron heeft de mensenrechtenorganisatie Amnesty International grote bezwaren, zegt de Turkije-coördinator van Amnesty, Joost Jongerden.
Tekst 13
Uit: Verslag van een algemeen overleg over Turks-Koerdische asielzoekers tussen de vaste Kamercommissie voor Justitie en staatssecretaris Cohen, de dato 16 december 1999:
Desgevraagd antwoordde de staatssecretaris (…) dat hij het medisch onderzoek van de Turkse autoriteiten niet heeft gezien. Het is niet mogelijk de individuele bronnen en codes ter vertrouwelijke kennisneming van de Kamer te overhandigen. Dat hangt samen met het feit dat afgegaan moet worden op de beoordeling van vertrouwenslieden. Zij geven die beoordeling vaak in buitengewoon moeilijke omstandigheden. De staatssecretaris verzocht de Kamer in dezen te vertrouwen op zijn professionele oordeel.
Tekst 13
Turkije-coördinator Jongerden van Amnesty International heeft ook in Turkije zelf naspeuringen gedaan over de zaak-Aksoy.
Tekst 14
Amnesty International wil de naam van deze Turkse mensenrechtenorganisatie in eerste instantie niet prijsgeven. We komen er achter dat het om de Turkse mensenrechtenorganisatie TIHV gaat. We bellen naar Ankara, en krijgen daar bij de TIHV Bulent Peker te spreken.
Ja, een van mijn collega’s is benaderd door de Nederlandse ambassade in Ankara over de dood van Suleyman Aksoy. Dat is destijds telefonisch gebeurd. Mijn collega had van de familie niet meer te horen gekregen dan dat het zelfmoord zou zijn geweest. En dat heeft zij ook doorgegeven aan de Nederlandse ambassade. Wij hebben de familie nog wel gevraagd om documentatie, maar die konden zij ons op dat moment niet geven.
Tekst 15
De TIHV blijkt dus een van de Turkse mensenrechtenorganisaties te zijn, die door de Nederlandse ambassade in Ankara is geraadpleegd. En waarop staatssecretaris Cohen zegt zijn oordeel te baseren. Niet alleen is het contact tussen de TIHV en de ambassade wel heel summier geweest, ook heeft de organisatie een heel ander oordeel over de zaak dan Cohen. Dat bevestigt vervolgens ook Joost Jongerden van Amnesty International. De TIHV blijkt namelijk de mensenrechtenorganisatie in Turkije te zijn waarmee Amnesty contact heeft.
Tekst 16
Hoe kan staatssecretaris Cohen dan toch zeggen dat die doodsoorzaak wel duidelijk is, namelijk zelfmoord. Misschien ligt de verklaring in de manier waarop het slechts oppervlakkige contact tussen de ambassade en de TIHV is verlopen. Dat valt te concluderen uit de correspondentie die vorige en deze maand over deze zaak heeft plaatsgevonden tussen Amnesty International en de TIHV. Daaruit blijkt dat de Turkse organisatie bij de familie van Aksoy nul op rekest had gekregen toen ze daar navraag deed over wat die vond van de officieel meegedeelde doodsoorzaak, zelfmoord. En dat heeft de TIHV ook doorgegeven aan de ambassade, zo staat te lezen in een eerste brief van TIHV aan Amnesty.
De correspondentie gaat verder:
(Vraag van Amnesty aan TIHV: Wat weten jullie over het geval Suleyman Aksoy? Hebben jullie bewijsmateriaal over de omstandigheden waaronder hij om het leven kwam, met name over de vraag of hij zelfmoord pleegde dan wel vermoord is?
Eerste antwoord TIHV: Zowel IHD Istanbul als TIHV zijn tot de conclusie gekomen dat Aksoy zelfmoord pleegde. We hebben deze conclusie ook meegedeeld aan de Nederlandse ambassade in Ankara.
Vervolgvraag Amnesty: Kunnen jullie ons laten weten hoe jullie tot die conclusie zijn gekomen? Is dat bijvoorbeeld op basis van een autopsierapport?
Tweede antwoord TIHV: Ik had deze kwestie gedelegeerd aan iemand. En na jouw vraag moest ik tot mijn schaamte ontdekken dat de zaak nooit is bekeken door een onafhankelijke arts. Het lijkt erop dat mijn collega zich vooral heeft laten leiden door het verzoek van de familie om voorlopig geen onderzoek in te stellen. Ik ga nu alsnog proberen een forensisch specialist naar de zaak te laten kijken.
Op 14 januari volgt er nog een derde bericht van TIHV: Ons tekortschieten in de zaak Aksoy heeft twee redenen: ten eerste wilde de familie de zaak laten rusten. Ten tweede is het onmogelijk een onafhankelijk onderzoek in te stellen naar een zaak die zich in het leger heeft afgespeeld. Wij zijn in feite volstrekt niet in staat te zeggen onder welke omstandigheden Aksoy om het leven kwam.
Het spijt me dat we deze zaak zo hebben afgehandeld, maar wij behandelen jaarlijks zo’n dertigduizend gevallen. Dit werk wordt gedaan door een beperkt aantal mensen die niet altijd even goed zijn opgeleid en vaak onervaren zijn.)
Tekst 17
Ook tegenover ons vertelt Bulent Peker van de TIHV dat zijn organisatie helemaal geen uitsluitsel heeft over de oorzaak van Aksoys dood.
Uiteraard kunnen wij geen onafhankelijk oordeel over deze zaak geven, omdat we niet beschikken over het medische dossier of over justitiële documenten. Deze relativering is destijds kennelijk niet goed doorgekomen bij de Nederlandse ambassade.
Ik wil hier nog iets aan toevoegen. Los van de vraag of Suleyman Aksoy nu wel of niet zelf van die brug is gesprongen, is de TIHV van mening dat het hier wel degelijk om een mensenrechtenzaak gaat. Suleyman was naar Nederland gevlucht om aan de dienstplicht in Turkije te ontkomen. Hij is door Nederland teruggestuurd en zodoende toch in handen van het Turkse leger gekomen. Zijn asielverzoek is naar ons oordeel niet adequaat behandeld door de Nederlandse regering. Suleyman wilde persé niet dienen in het Turkse leger. De vlucht naar het buitenland was mislukt en wellicht bleef er daarna nog maar één optie voor hem over: zelfmoord.
We weten niet of het wel of niet zelfmoord was. Maar ook al wás het dat, dan nog is Nederland mede schuldig aan zijn dood.
We weten trouwens ook niet wat het motief van de familie is om geen ruchtbaarheid aan de zaak te willen geven. Misschien zijn ze bang om de officiële lezing in twijfel te trekken.
Tekst 18
Die laatste mogelijkheid wordt ook geopperd door Joost Jongerden van Amnesty International.
Tekst 19
Uit telefonisch naspeuringen die we zelf doen in Turkije blijkt ons dat de familie van Aksoy op zijn minst één belangrijke reden heeft om zich op dit moment erg terughoudend op te stellen: een andere zoon dient namelijk nog in het Turkse leger.
Behalve de TIHV zijn er in Turkije geen andere mensenrechtenorganisaties te vinden, die contact hebben gehad met de Nederlandse ambassade. De IHD, een andere belangrijke mensenrechtenorganisatie in Turkije, verklaart tegenover ons:
(Wij hebben geen contact gehad met Nederlandse instanties over de zaak-Aksoy en wij hebben ook zeker niet gezegd dat het om zelfmoord gaat. Wij hebben geen onderzoek naar deze zaak kunnen doen en weten dus ook niet wat er precies is gebeurd.
Wij kunnen alleen een onderzoek instellen naar een zaak als de familie dat wenst. We hebben wel contact gehad met de familie Aksoy, we waren ook bij de begrafenis aanwezig en hebben een advocaat aangeboden, maar de familie wilde de zaak voorlopig laten rusten.
Voor een onderzoek is het essentieel om inzage te krijgen in het autopsierapport. Dat kan alleen via de familie. Maar die heeft dat rapport zelf nog niet eens gezien.
Nogmaals voor alle duidelijkheid: De IHD heeft nog schriftelijk nog mondeling vragen van de Nederlandse ambassade over deze zaak gekregen.
Tekst 20
We nemen ook contact op met de Nederlandse ambassade in Ankara. Onder andere omdat we willen weten wat er moet worden verstaan onder die andere bron waarop het oordeel van staatssecretaris Cohen zou zijn gebaseerd, een vertrouwensadvocaat. Is dat een vertrouweling van de familie? “Nee,” legt de heer De Boer uit, de tweede man op de ambassade, “het iemand die voor ons vertrouwelijke zaken behandelt.” Wie dat is, kan hij niet zeggen. Verder kan hij – “conform de instructie” – geen mededelingen doen over de zaak. Wel verzekert hij ons: “Deze zaak is zo belangrijk, dat we daar het maximale aan gedaan hebben”.
Tekst 21
Joost Jongerden van Amnesty International. De eindconclusie die hij trekt uit de hele gang van zaken in de zaak-Aksoy, is niet erg vleiend voor de aanpak van de ambassade, Buitenlandse Zaken en de staatssecretaris van Justitie.
Tekst 22
Uit: Verslag van een algemeen overleg over Turks-Koerdische asielzoekers tussen de vaste Kamercommissie voor Justitie en staatssecretaris Cohen, de dato 16 december 1999:
De staatssecretaris onderstreepte dat het bericht van het ministerie van Buitenlandse Zaken is gebaseerd op verschillende oordelen. Op grond daarvan en in het licht van de ontwikkelingen die de afgelopen maanden in Turkije en in relatie tussen Turkije en de EU hebben plaatsgevonden, is het niet langer noodzakelijk de uitzetting van Turkse Koerden verder op te schorten.
Tekst 23
Een van de belangrijkste ontwikkelingen in die relatie tussen Turkije en de Europese Unie, waaraan de staatssecretaris refereert, had kort voor 16 december plaats. Namelijk tijdens de EU-top in Helsinki.
Ook Kamerlid Femke Halsema van Groen links ziet een verband tussen die gebeurtenis en de houding van de staatssecretaris in het overleg met de Kamer over de zaak-Aksoy en de uitzetting van Koerden naar Turkije.
Tekst 24
In Den Haag, in het Koerdische restaurant, is de verslaggeefster in gesprek geraakt met een andere Koerd. Hij vertelt over zijn eigen ervaringen in Turkije – anoniem, dat is een voorwaarde.
Hij heeft uit de gang van zaken zo zijn eigen conclusies getrokken voor zijn leven hier in Nederland.