Noorderlicht radio
Raketman (11:02 - 11:25) ‘Als kind wou ik al niets liever dan de ruimte in. Vijfentwintig jaar geleden schoot ik mijn eerste raketten af in de achtertuin en sindsdien zijn ze steeds groter geworden’, aldus rakettenbouwer Steven Bennett. De nieuwste raket van Bennett heet Nova en is de eerste uit de serie die een mens kan dragen. De lancering is volgend jaar met pasen en het is te hopen dat Bennett dan al niet het haasje is. Want Nova is eigenlijk alleen een proefraket die niet hoger gaat dan zestig kilometer. En dat is nog niet genoeg om de X-Prize te bemachtigen; het uiteindelijke doel van Bennett. De X-Prize is in 1996 uitgeschreven door een Amerikaanse stichting en gaat naar de eerste particulier die binnen twee weken tweemaal drie mensen naar honderd kilometer hoogte schiet. Daar ligt volgens een milde definitie de grens tussen onze atmosfeer en het heelal. Nog niet hoog genoeg om van een ruimtereis te spreken, wel voor drie minuten gewichtloosheid voordat de zwaartekracht het voertuig genadeloos naar de aarde terugtrekt. Hoe dan ook, als dat lukt is het een mijlpaal. Want zoiets is tot nu toe voorbehouden aan logge ruimtevaartorganisaties met subsidies en weinig belang bij ruimtetoerisme. En daar gaat het de X-Prize Foundation om: betaalbare reizen naar het heelal voor welgestelden en spaarzamen. De potentiële markt voor ruimtetoerisme geschat op twintig à dertig miljard dollar per jaar. Maar voorlopig is de drempel nog niet genomen en werkt Bennett in Manchester aan een nog grotere raket: de twintig meter lange Thunderbird. Voor het bedrag van drie miljoen pond aan sponsorgeld moet het vehikel over twee jaar klaar zijn. Bennett krijgt daarbij hulp van studenten techniek aan de universiteit Salford, waar hij het vak ‘Living In Space’ doceert. Thunderbird zal in oktober 2004 een gooi doen naar de X-Prize boven de Australische woestijn met drie mensen aan boord. Voor de verplichte tweede lancering is nog een plek aan boord te koop voor een half miljoen pond. Hoe groot is de kans dat Bennett slaagt in zijn missie? Zal grootschalig ruimtetoerisme op korte termijn mogelijk worden? Verslaggever Marten Minkema zocht de raket-experts op en liet zich informeren over de mogelijkheden. ----- Pedofilie door hersentumor - en ander nieuws (11:25 - 11:31) De New Scientist meldt dat een 40-jarige man genezen is van zijn oncontroleerbare pedofiele neigingen, nadat bij hem een hersentumor was verwijderd. De tumor –ter grootte van een ei- bevond zich bij de zogenaamde voorhersenen. Dat is een gebied dat betrokken is bij beoordelingsvermogen, sociaal gedrag en het bedwingen van impulsen. Het zou de eerste keer zijn dat het hersengebied ook geassocieerd is met pedofilie. De patiënt was in korte tijd veranderd van een brave onderwijzer in iemand die stiekem porno-sites en hoeren bezocht. Toen zijn vrouw ontdekte dat hij zijn sexuele aandacht had verlegd naar kinderen, werd de man uit zijn huis gezet en beschuldigd van kindermishandeling. Later werd duidelijk dat de persoonlijkheidsverandering veroorzaakt werd door een hersentumor. Zijn sexuele obsessie verdween nadat de tumor verwijderd was. De onderzoekers waarschuwen dat niet iedere pedofiel aan een hersenscan onderworpen hoeft te worden, om te zien of er sprake is van een tumor. De meeste pedofielen vertonen immers al veel eerder afwijkend gedrag. De kans is klein dat nu het bestaan van een speciaal hersengebied voor pedofilie is blootgelegd. Waarschijnlijker is het zelfs dat de man al eerder (onbewust) op kinderen viel, maar zijn impulsen beter wist te bedwingen. De rechter dacht er echter anders over: na de operatie is de man vrijgesproken van pedofilie. De overige websberichten zijn terug te vinden bij 'nieuws'. ----- Kampherinneringen (11:34 - 11:52) De Japanse kampen in Nederlands-Indië waren verschrikkelijk; maar niet alleen door de martelingen en de honger. De Nederlanders vonden het ook onverteerbaar dat zij zich moesten onderwerpen, aan mensen boven wie zij zich ver verheven voelden. Toch was de kampervaring niet voor iedereen even erg: sommige geïnterneerden vonden er ook rust en tijd voor bezinning. Dit zijn enkele conclusies uit het onderzoek van historica Esther Captain, die onlangs promoveerde aan de Universiteit Utrecht. Zij analyseerde kampdagboeken en -memoires van 50 mannen en vrouwen, die gevangen zaten in Nederlands-Indië. In haar proefschrift heeft Captain “de geschiedenis van de oorlogsherinnering” willen vastleggen. Maar komt het beeld dat ze schetst overeen met de herinnering van de overlevenden? Verslaggever Jair Stein bezocht de tentoonstelling ‘Indisch Herdenken op de Vierkante Meter’ in Den Haag, en sprak met drie generaties Nederlanders uit Indië: de 33-jarige Esther Captain, zelf van Chinees-Indonesisch-Nederlandse afkomst, de 91-jarige schrijfster Elisabeth-Keesing en haar 64-jarige dochter Marianne in ’t Anker, die samen gevangen zaten in West-Java. De Joodse Elisabeth Keesing was 28 jaar oud toen ze in 1939 met haar dochter naar Indonesië vluchtte, waar haar man al verbleef. Nog voor de internering in het kamp, werd haar man door de 'kempetai' (de Japanse 'gestapo') vermoord. Van 1940 tot 1946 hield Keesing een dagboek bij van het leven in de kampen (resp. Tjideng, Tangerang II en Adek II). Over de kampervaringen schreef ze later de autobiografie 'Op de Muur' (Amsterdam, Querido, 1981). Na de oorlog heeft Elisabeth Keesing de Indische afdeling opgezet in het toenmalige Rijksinstituut voor Oorlogsdocumentatie. Het vuistdikke proefschrift van Esther Captain, getiteld ‘Achter het Kawat was Nederland’ is in een handelseditie verschenen bij uitgeverij Kok. De verkoopprijs bedraagt € 24,90. De tentoonstelling ‘Indisch Herdenken op de Vierkante Meter’ -ook mede samengesteld door Esther Captain- kunt u tot 16 februari bezoeken in het Indisch Huis te Den Haag.