4. Sloten
Rijden in sneeuwmist
Luister --> Kees Bovée: “De baan was overdekt met de gemeenste scheuren, half verborgen onder een laag eerst half gesmolten, daarna vastgevroren sneeuw. De korsten van de weer bevroren dooipap waren het ergste. Door de mist die er hing kwamen er op je wenkbrauwen en oogwimpers gewoon ijsklontjes. Vooral bleef het oppassen geblazen bij de talloze valpartijen. Dat bleef maar duren. De eerst vallende kreeg dikwijls nog een hele ploeg rijders over zich heen. Je moest goed achterop je schaatsen zitten om zo enigszins over de vastgevroren sneeuw en de bijna onzichtbare scheuren te kunnen rijden. Op de lange duur ging dat pijn doen aan je beenspieren, die die spanning niet zo lang gewend waren. Bij Warns (70 km) kregen we warme rivella aangeboden. Ik dronk er wel vijf glazen achter elkaar leeg, zo'n dorst had ik. Het bekwam me niet goed. Vlak voor Staveren kreeg ik een trap van een schaats van iemand die voor mij viel wat een flinke bloedende wond in mijn rechter onderbeen veroorzaakte en twee kapotte broeken. Je moest wel doorgaan want hulp ter plekke was er niet. Na een kwartiertje was het bloeden gestelpt. Het zat als een bevroren plakkaat in mijn broek aan mijn been vastgeplakt.“