“Stervende bossen, volstrekt gelul”
Bomen kunnen best wat zure regen hebben
De stervende bossen in De Zwarte Driehoek zijn erg fotogeniek gebleken. Het gebied werd vaak genoemd en geschetst als schrikbeeld. Dit soort beelden van stervende bossen had eigenlijk niet gebruikt mogen worden, schreef plantkundige Otto Kandler in 1995 in UnAsylva, een bosbouwvakblad uitgegeven door de Verenigde Naties. De schade aan de bomen werd namelijk niet veroorzaakt door zure regen, maar door directe vergiftiging met zwavel, aldus Kandler. Hij vergeleek de toestand van Duitse zure-regenbossen met oude foto’s van dezelfde natuurgebieden. Hij maakte daaruit op dat de bossen in de jaren vijftig ook al ten dode opgeschreven waren, als je tenmiste de huidige normen voor de gezondheid van bomen gebruikt. De bomen hebben zich echter in de loop der tijd hersteld. Dat weten we nu. Maar in de jaren tachtig moesten onze bossen beschermd worden tegen zure regen, weliswaar zonder dat iemand zeker wist waardoor de bomen in Duitsland nu werkelijk stierven. Zowel milieuorganisaties als de politiek voerden campagne tegen zure regen, met afbeeldingen van kale bossen als ijselijk toekomstbeeld. En dat hadden ze beter niet kunnen doen, vindt Wybren Verstegen, universitair docent milieugeschiedenis aan de Vrije Universiteit in Amsterdam. “Er zijn veel dingen waarmee je de schade door zure regen kunt aantonen, maar nou net niet met bomen.” Verstegen herinnert zich de folder waarin het ministerie van VROM in 1985 waarschuwde voor de schadelijke effecten van zure regen op Nederlandse bomen. “En dat was dus eigenlijk volstrekt gelul,” fluistert Verstegen. “In Nederland bevat de bodem genoeg bufferende stoffen zoals kalk om zure regen grotendeels te neutraliseren. De bomen die wel last hebben van verzuring, zijn de soorten die hier van nature toch al niet voorkomen. De Douglasspar bijvoorbeeld is zo’n typische importboom. Eigenlijk is de Nederlandse bodem niet geschikt voor ze. En ja, die gaan er dan als eerste aan als de omstandigheden nog iets slechter worden. Midas Dekkers grapte eens: Zure regen heeft één voordeel, de Douglassparren gaan dood. Het werd eind jaren negentig een soort ‘running gag’." “Maar ik blijf erbij dat milieuorganisaties, en ook wetenschappers, destijds veel te snel conclusies hebben getrokken. Ze hadden beter moeten weten en eerst de effecten van zure regen op lange termijn moeten bekijken. Ik heb begrepen dat de milieubeweging daar ook wel mee zit.” Nou nee. Of in ieder geval niet Jan Fransen van de Stichting Natuur en Milieu. Volgens hem móést de milieubeweging wel beelden van stervende bossen gebruiken. “In debatten over zure regen in Nederland werd in de regel verwezen naar Duitse bossen en de verzuurde Scandinavische meren. Zure regen leek daardoor ten onrechte geen Nederlands probleem. Er waren voor ons wel degelijk tekenen dat de Nederlandse natuur hetzelfde stond te wachten als de bossen in Duitsland.” Al in 1982 dacht Fransen daar zo over. “Je kunt wel blijven zeggen dat niet voor honderd procent vaststaat dat de zure neerslag de oorzaak is. Maar als je moet wachten op een sluitend bewijs dan is het bos al weg. Er is geen weg meer terug,” zei Fransen destijds in De Volkskrant. Bijna twintig jaar later, in 2001, verscheen een zeer omstreden boek van Bjørn Lomborg, een Deense milieuscepticus die al die commotie maar overdreven vond. In zijn boek, getiteld The Skeptical Environmentalist, besprak hij enkele onderzoeken waaruit bleek dat bomen amper last hebben van zure regen. In ’s werelds grootste (en duurste) studie naar de effecten van zure regen bleek dat bomen zelfs iets snéller groeien onder een milde vorm van zure regen. Lomborg behandelde in zijn boek nog meer ‘achterhaalde’ milieuthema’s, wat hem zeer veel kritiek opleverde. Critici beschuldigden hem vooral kortzichtigheid. Zo zou de schrijver alleen naar de effecten op korte termijn hebben gekeken. Verstegen was blij dat er ook eens duidelijk een ander geluid over zure regen te horen was, maar was al jaren op de hoogte van het onderzoek dat Lomborg citeerde. “Mijn grote vraag is waarom ineens iedereen naar Lomborg luisterde. Al in 1995 verscheen eenzelfde soort boek, State of Humanity van Julian Simon, maar dat had lang niet zo’n groot effect. Volgens mij zijn er ook politieke redenen voor Lomborgs succes. Zijn boek verscheen toen president Bush net aan de macht kwam in Amerika. Je zou kunnen zeggen dat Lomborg de tijd mee had voor zijn milieusceptische publicaties.” Hoewel Lomborg er niet over schrijft, weten we nu dat niet de bomen, maar juist gevoelige planten het zwaar te verduren hebben onder zure regen.