Het Gedachte Lichaam
Volgens professor V.S. Ramachandran uit de Verenigde Staten is het bewustzijn van ons lichaam helemaal niet zo vanzelfsprekend als het lijkt. Hij bedacht een truc om het brein te foppen. Het resultaat daarvan is dat mensen hun hand niet voelen waar die werkelijk is, maar waar hun brein denkt dat hij is: bijvoorbeeld in een nephand van een etalagepop. Iemand die een kunsthand ziet die gestreeld wordt in een bepaald ritme, terwijl zijn eigen, niet zichtbare hand gestreeld wordt in datzelfde ritme krijgt na enige tijd de ervaring dat de kunsthand zijn eigen hand is. Er zijn meer mensen die een lichaamsdeel voelen waar het niet is. Mensen bij wie één van de ledematen geamputeerd is bijvoorbeeld. Zij hebben gevoel, vaak pijn, in het ontbrekende lichaamsdeel. Ze kunnen aanwijzen waar het zich bevindt. Ze kunnen het soms bewegen of hebben er juist geen controle over. Dit soort fantoomverschijnselen zijn wereldwijd beschreven maar nooit goed begrepen. Als het brein zo gemakkelijk met een kunsthand te foppen is, zo redeneerde Ramachandran, dan kunnen mensen met een verkrampte fantoomarm misschien makkelijk geholpen worden met een nephand. Sommige patienten (niet allemaal) kunnen inderdaad hun verkrampte fantoomarm ontspannen als ze het spiegelbeeld van hun echte arm zien op de plaats van hun fantoom. Ze hebben dan vaak ook het gevoel dat ze de arm kunnen bewegen. Er zijn zelfs een paar patiënten, geboren met een ontbrekend ledemaat, die voor het eerst een fantoomervaring bij dit experiment. Dat lijkt erop te wijzen dat ergens in de hersenen, toch een soort rudimentair beeld zit van hoe een lichaam eruit hoort te zien, ook al is het ergens tijdens de ontwikkeling van dat lichaam fout gegaan. In 'Het Gedachte Lichaam' belicht Karin Schagen iets dat er niet is: een fantoom. En ze laat zien dat ook een fantoom gevoelig is voor illusie. Samenstelling & Regie: Karin Schagen Productie: Karin Spiegel / Madeleine Somer Eindredactie: Hansje van Etten Rob van Hattum