Homerus in Hampi
De Avonden 25 januari 2011
De Griekse filosoof Plato geloofde dat de uitvinding van het schrift het geheugen zou bederven. Zodra het staat geschreven, hoeft het niet meer onthouden te worden. Het schrift is geen aanvulling van het geheugen, maar een aanval erop, vond hij. In de tijd van Plato werden de grote verhalen telkens opnieuw verteld door mensen die daar hun beroep van hadden gemaakt. Vertellers die vaak niet konden lezen en schrijven en juist daarom hele complexe verhalen van a tot z uit hun hoofd kenden.
Zo moet het gegaan zijn met de Illias en de Odyssee van Homerus: voor het schrift er aan te pas kwam leefden die verhalen in de hoofden van rondtrekkende vertellers en bleven zich zo steeds weer vernieuwen. De traditie van het verhalen vertellen bestaat bijna niet meer in z’n zuiver orale vorm, in de traditie die die verhalen voort laat leven van generatie op generatie.
Een van de plekken waar het nog wel bestaat, is India, ook al lijkt ook daar het eindpunt nabij. Analfabeten leren lezen, film en televisie verdringen oude vormen van vermaak en nieuwe generaties hebben geen behoefte meer aan oude verhalen. Jeroen van Kan reisde naar het zuiden van India om daar een verdwijnende cultuur vast te leggen, in de documentaire 'Homerus in Hampi'.