De Open Plek 27-06-2000
Brabant 6, Goederenvervoer en debat
Hoe vol is Brabant? In de laatste aflevering voor de zomerstop gaan we nog één keer naar deze provincie. Minister Pronk (Ruimtelijke Ordening) heeft inmiddels gemeld dat de overloop uit de Randstad niet per se naar Brabant hoeft te leiden.
Brabant is een ideale vestigingsplaats voor bedrijven: de Randstad, het Ruhrgebied en de steden van de Vlaamse Ruit liggen binnen handbereik. De Rotterdamse haven ligt op minder dan een steenworpafstand. Een ideale locatie voor transportondernemingen of bedrijven die de congestie in de Randstad willen ontvluchten.
Brabant is vanwege z'n centrale ligging in Noord-West-Europa een typische doorgangsregio. Dagelijks passeren tonnen goederen de provinciegrenzen via de autosnelwegen, het spoor en de waterwegen.
Onder de naam Incodelta studeren momenteel vier ministeries, tal van regionale en lokale overheden, het Nederlandse bedrijfsleven en maatschappelijke organisaties op mogelijkheden die goederenstromen door Brabant te kanaliseren. Tegelijkertijd probeert men zo goed en zo kwaad als dat gaat, een ongeremde groei van bedrijventerreinen en de aantasting van de open ruimte te voorkomen.
In deze uitzending kijkt verslaggeefster Marjoke Roorda rond in Breda. Breda is één van de vier stadsregio's van Brabant. Zij is te gast bij Ton hartman, directeur stadsontwikkeling en deelnemer aan Incodelta. Verder heeft zij in Den Haag een gesprek met Pieter van Ginneken, de projectleider van Incodelta.
Eén van de stellingen in het internet-debat over Brabant luidt dat de Randstad nog lang niet vol is. Deze week zoeken we een deelnemer aan het debat op die het daar mee eens is, maar dan om geheel andere redenen. Zijn naam is Adri Donker en hij is o.a. sociaal-geograaf (zie ook het interview hieronder in de Staatscourant).
+++++++++++++++++++++++++++++=
EXTRA: Standpunt uit het forum over Brabant
Als Brabant de komende jaren een deel van de bevolking uit West-Nederland zal opvangen, ligt dat niet aan nieuw beleid van Pronk. Het is al jaren de voor de hand liggende geografische trend.
Er waart een mythe door dit land. 'Het westen is vol, Den Haag wil dat Noord-Brabant de overloop van de Randstad op gaat vangen'. Of om het in de VPRO-termen van het Brabant-debat te zeggen: "Als het aan Minister Pronk ligt, wordt Brabant een opvangbekken voor de overvolle Randstad." Om meerdere redenen is dat een wat wonderlijke stelling.
Het is vreemd dat de suggestie gewekt wordt, dat Pronk met zijn interview in de Volkskrant een geheel nieuwe ontwikkeling in gang zet. Noord-Brabant hoeft echter door niemand als een planologische "uitwijkmogelijkheid" of "opvangbekken" te worden aangewezen. Nog minder hoeft Pronk beleid op de rails te zetten, om die beweging op gang te brengen. Die ontwikkeling is immers al meer dan veertig jaar aan de gang; spontaan en zonder enige aansturing vanuit Den Haag.
Vooral tussen 1960 en 1980 was het saldo van de binnenlandse migratie tussen het landsdeel West en Zuid fors, waarbij Zuid - en in nog sterkere mate Oost- de overloop van West opving. Alleen in de tachtiger jaren was de winst- en verliesrekening voor de migratie van personen tussen West en Zuid korte tijd omgekeerd. De omvang daarvan was echter beperkt en van korte duur.
Deze beweging geldt niet alleen voor personen. Ook ondernemers hebben voor hun bedrijven een toenemende voorkeur voor vestiging in Noord-Brabant. Pellenbarg en Meester hebben o.a. in 1983 en 1993 de vestigingsvoorkeur van Nederlanders ondernemers gemeten. Natuurlijk kwam het gebied tussen Utrecht en Amersfoort er in beide jaren gemiddeld het beste uit. Interessant is echter de constatering dat de voorkeur voor de hoefijzer Amsterdam, Den Haag, Rotterdam enigszins tanende is. De landsdelen Oost en Zuid zijn de winnaars. De regio Breda-Tilburg zit bij ondernemers duidelijk in de lift. Een en ander heeft tot gevolg, dat er meer bedrijven van West naar Zuid, dan in omgekeerde richting verplaatst worden.
Wie één en ander handzaam en toegankelijk wil nazien raadplege in de Grote Bosatlas 51e editie de kaarten 47 F1 t.m. F5 over de binnenlandse migratie en 57 D t.m. F over de vestigingsvoorkeuren van ondernemers en die over bedrijfsverplaatsingen.
In Peter Halls gezaghebbende boek over de zeven belangrijkste wereldsteden ("The World Cities"), dat al ver vóór 1970 verscheen treffen we een kaart aan van het verstedelijkte gebied in Noordwest-Europa tussen Frankfurt, Groningen en Lille. Daarop staande met rode pijlen de ontwikkelingsrichtingen van de grote stedelijke agglomeraties aangegeven. Twee forse pijlen wijzen op die kaart van de zuidelijke Randstadvleugel in de richting van de Brabantse stedenrij! Niets nieuws dus.
Wel is nieuw, dat een Minister van Ruimtelijke Ordening die 'natuurlijke', door geografische factoren bepaalde, beweging wil faciliteren. Toen de Tweede Nota Ruimtelijke Ordening in het midden van de zestiger jaren verscheen, geloofden we nog zo in de maakbaarheid van de samenleving, dat in die nota beoogde om meer dan een miljoen mensen van het landsdeel West te doen verhuizen naar het landsdeel Noord. Dit soort illusies is los gelaten.
De natuurlijke beweging naar het zuiden valt is waarschijnlijk niet te keren…. als we dat al zouden willen. De meest zinnige vraag is, hoe deze ontwikkeling via flankerend beleid enigszins in goede banen te leiden is.
Adri T. Donker
--------------------------------------------------