Noorderlicht
Depressieve hersenen Neurobioloog Eric Roubos van de Radboud Universiteit in Nijmegen heeft samen met zijn collega Tamás Kozicz de hersenen van zelfmoordenaars onderzocht die bij leven aan een ernstige depressie leden. Ze ontdekten dat de hersenen van depressieve mannen in biochemisch opzicht heel anders zijn dan die van vrouwen. De verschillen zijn zo groot dat je je misschien wel moet afvragen of een depressie bij mannen wel dezelfde ziekte is als bij vrouwen. Het onderzoek kon alleen worden uitgevoerd met mensen die onder behandeling waren wegens depressie. Ze mochten geen medicijnen gebruikt hebben, want medicijngebruik zou de biochemie van de hersenen verstoren. Bij een eerste studie is het bovendien altijd prettig om een extreme situatie te hebben, omdat je dan misschien een duidelijk effect kunt zien. Aangezien je er vanuit kunt gaan dat zelfdoders meer dan gemiddeld depressief zijn, moesten de proefpersonen ook nog eens zelfmoord gepleegd hebben. Proefpersonen die aan al die eisen voldoen zijn zeldzaam; vandaar dat de onderzochte groep, vier vrouwen en zeven mannen, nogal klein is. Urocortine is een stof die in het deel van de hersenen gemaakt wordt dat Edinger-Westphal kern (EW-kern) heet. Tot 1995 dacht men dat het alleen de bewegingen van de iris en de ooglens aanstuurde. Toen werd ontdekt dat het ook een rol speelt in de stress-respons, die je alert houdt en in staat stelt je snel en adequaat aan te passen aan je omgeving. Een te hoge urocortine-spiegel in de hersenen kan erop wijzen dat de EW-kern niet goed werkt en dat dus het hele stress-respons systeem in de war is. En een slecht functionerende stress-respons kan tot een depressie leiden. ‘Brain-Derived Neurotrophic Factor’ (BDNF) zwermt in het hele zenuwstelsel rond en houdt zenuwcellen gezond. In de hersenen van mannelijke depressie-patiënten gebeurt dus iets heel anders dan in die van vrouwen. Bij de mannelijke zelfdoders was het urocortine-gehalte ongeveer elf maal zo hoog als dat van de gezonde controlegroep. Bij de vrouwen daarentegen was de urocortinespiegel normaal, terwijl hun BDNF-gehalte hoger was dan normaal. En dat was bij de mannen juist te laag. Wellicht is een falend BDNF-systeem de oorzaak van een verhoogde urocortineproductie, wat dan weer kan resulteren in depressie. Daarmee is zeker niet gezegd dat depressies bij mannen direct worden veroorzaakt door een verhoogde urocortine-spiegel. De Nijmeegse onderzoekers hebben alleen een correlatie aangetoond tussen urocortine, BDNF en depressies, geen causaal verband. Het onderzoek van Roubos en Kozicz heeft grote implicaties. Het bewijst eens te meer dat er met veel farmaceutisch onderzoek iets mis is: medicijnen (bijvoorbeeld antidepressiva) worden altijd getest op volwassen mannen. Vrouwelijke proefkonijnen maken het onderzoek nodeloos ingewikkeld omdat ze door hun cyclus geen constante hormoonspiegel hebben. Je weet dus nooit wat je meet: het effect van het onderzochte middel of dat van hun hormonale cyclus. Mannen als proefkonijn zijn daarentegen lekker makkelijk, want altijd hetzelfde. Dat resulteert in medicijnen die bij vrouwen minder goed helpen of andere bijverschijnselen veroorzaken dan bij mannen. Dat zou kunnen verklaren waarom antidepressiva zo vaak niet het gewenste effect hebben. ----- Wetenschapsnieuws - Vissen naar kikkersporen - Tblisi versus Seoul ----- Onderwatertelescoop Maarten de Jong is hoogleraar experimentele astrodeeltjesfysica in Leiden en wil graag op de bodem van de Middellandse Zee een telescoop bouwen. Geen gewone, met een koepel en een flinke verrekijker, maar een ding om onzichtbare kosmische deeltjes te detecteren waarmee de aarde continu bestookt wordt. Deeltjes uit de kosmos botsen voortdurend op andere moleculen. Die geven vervolgens energie af en zijn daardoor zichtbaar te maken met (radio-) telescopen. Maar er is moeilijk achter te komen waar die deeltjes vandaan komen. Omdat ze een lading hebben, veranderen ze door magneetvelden van richting en ze worden door planeten geabsorbeerd. Neutrino’s daarentegen hebben geen lading en nauwelijks massa. Ze gaan dan ook altijd rechtdoor en ondervinden geen enkele weerstand van materie waar ze tegenaan botsen. Daarom vliegen ze overal doorheen zonder schade aan te richten, ook door de aarde. Neutrino’s ontstaan onder andere bij de kernfusieprocessen in het binnenste van de zon en van andere sterren. Omdat ze altijd rechtuit gaan, is vanaf de aarde na te gaan waar ze vandaan komen. Uit de richting waaruit ze komen, kun je afleiden waar zich de bron bevindt en wat voor bron dat is. Aan neutrino’s kleeft echter een probleem: juist omdat er geen interactie is met andere deeltjes, kun je ze niet zien met een optische sterrenkijker of een radiotelescoop. Maar in water laten ze een wel een zichtbaar spoor na. Fysici in Japan en canada hebben het bestaan van neutrino’s bewezen door ondergelopen mijnen vol te hangen met supergevoelige detectoren. Het spoor dat de deeltjes tijdens hun bliksemsnelle vlucht door het water achterlieten, werd door de detectoren gefotografeerd. Je kan op die manier, in De Jong’s woorden’ “zelfs onder de grond de zon zien schijnen”, want sterren als de zon zijn grote neutrinobronnen. Maar ondergelopen mijnen hebben een nadeel: ze zijn relatief klein. Daarom wil De Jong een bak water van 1 kubieke kilometer om zijn detectoren in op te hangen. Aangezien het vrijwel onmogelijk is zo’n bak te bouwen, wil hij het veel eenvoudiger aanpakken: je bouwt hem onder zee. Daar wil hij op een terrein van een vierkante kilometer een groot aantal kabels verankeren. Aan het eind van elke kabel zit een drijver, zodat ze verticaal in het water staan. Op elke kabel is om de 15 meter een neutronendetector bevestigd. Zonder een grote betonnen bak te bouwen heb je zo toch een watervolume van een kubieke kilometer met daarin een dicht net van detectoren. De kabels bewegen natuurlijk door zeestromingen, passerende motorboten en vissen, maar door op de zeebodem drie vaste referentiepunten aan te brengen, is van elke detector precies bekend hoe groot de afwijkingen zijn die veroorzaakt worden door die bewegende kabels. Een veel groter probleem dan de bewegingen van het water zijn de sleepnetten van vissers. Er heerst in de omgeving van de telescoop dan ook een streng visverbod. Voor de kust van Zuid-Frankrijk staat op 1 kilometer diepte al een prototype van deze onderwatertelescoop. Deze Antares-detector meet 200 x 200 x 400 meter, ofwel ongeveer 1/20 kubieke kilometer. Maar om veel neutrino’s te vangen die van verder weg in het heelal komen dan de zon, moet alles nog veel groter. Bij een normale telescoop wordt de gevoeligheid bepaald door de diameter van de spiegel of de schotel. Hetzelfde geldt voor 3-dimensionale neutrino-detectoren: ondergelopen mijngangen zijn veel kleiner dan een kubus van 1 kubieke kilometer water en dus veel minder gevoelig. Met een eierdopje vang je tenslotte minder regendruppels dan met een teil. Het is nog niet bekend waar de grote detector, met de naam KM3NeT (Kubieke Kilometer Neutrino Telescoop), komt. Wel is zeker dat het de Middellandse Zee wordt, waarschijnlijk voor de kust van Frankrijk, Italië of Griekenland. De zee is daar diep genoeg en het water is helder. Als het voorbereidend onderzoek vlot verloopt en het benodigde geld (€200-250 miljoen) op tijd vrijkomt, kan het ding er over zeven jaar al staan. ----- Vroege Islam Over de eerste 150 jaar van de islam, in de zevende en achtste eeuw, is weinig bekend. De Leidse hoogleraar Arabisch Petra Sijpesteijn gaat daarin verandering brengen. In bibliotheken, musea en onder het woestijnzand ligt nog een schat aan informatie te wachten in de vorm van op papyrus geschreven teksten. De islam ontstond in het midden van de zevende eeuw na Christus. De meeste traditionele islamitische bronnen (geschiedwerken, de zogenoemde traditieliteratuur over het leven van Mohammed en andere ‘founding fathers’, religieuze en juridische teksten) dateren uit latere perioden. Externe bronnen zijn schaars. Dat leidde bij westerse historici in de jaren ’70 en ’80 van de vorige eeuw tot een radicale scepsis ten aanzien van de officiële islamitische versie van de geschiedenis. Die scepsis werd hen vaak niet in dank werd afgenomen door aanhangers van die traditionele versie. In bibliotheken, musea of gewoon onder het Egyptische woestijnzand liggen nog honderdduizenden op papyrus geschreven teksten in het Arabisch, Koptisch en Grieks. Dat zijn geen zorgvuldig geredigeerde historische werken, maar alledaagse schrijfsels die een ongekuiste inkijk geven in het dagelijks leven van de bewoners van Egypte. De teksten variëren van alledaagse ergernissen als “ik heb je nu al vijf keer gevraagd me schapenhuiden te sturen, maar ik heb nog niks gekregen”, tot een oproep om deel te nemen aan de haj, de islamitische pelgrimstocht. Volgens sceptische historici wisten de Arabische veroveraars niet precies wat ze deden. De stichting van een islamitisch rijk was geen doordachte operatie, eerder een uit de hand gelopen veroveringstocht. Dat is volgens Sijpesteijn niet meer vol te houden. Volgens haar blijkt uit de Arabische teksten dat Mohammed en zijn opvolgers een goed georganiseerde club vormden, die in staat was een eeuwenoude en goed lopende regio als Egypte te besturen. Koptische en Griekse papyri zeggen juist helemaal niets over het Arabische bewind. De oorspronkelijke bewoners van Egypte hadden weinig te melden over het Arabische bestuur. Blijkbaar hadden ze niet het gevoel dat er door de machtswisseling veel veranderd was. Vaak is gezegd: dat komt doordat de Arabische veroveraars zelf niets te bieden hadden en daarom alles maar intact lieten. Maar Sijpesteijn laat zien dat het een strategische keuze was om alleen aan de top van het bestuur veranderingen door te voeren. Precies zoals veroveraars dat door de eeuwen heen overal op de wereld hebben gedaan. ----- Woonboerderijen voor Oosteuropeanen In het gebied rond Luttelgeest en Marknesse wordt grootschalige glastuinbouw ontwikkeld. Het is de bedoeling dat hier duizenden Oosteuropeanen aan de slag gaan. Volgens de gemeente kunnen de werknemers het best gehuisvest worden in speciaal omgebouwde woonboerderijen, maar de provincie vindt dat de werknemers in de dorpen zelf kunnen worden opgevangen. Vorige week zette de provincie de bouw van een grootschalige woonboerderij stop. Gerrit Kalsbeek trok naar Luttelgeest en doet verslag.