Nederlands volksleven in de oogsttijd (acte 5)
Ven, D.J. van der, 21-07-1926 (11'38'')
5e akte en slot van film over oogstmethoden en oogstgebruiken in Nederland. In dit deel de koolzaadoogst in Zeeland, gevolgd door het traditionele dorsmaal. 00.00 Close-up van de poserende burgemeester van Kloetinge de heer Sandee, gekleed in Zeeuwse dracht 00.10 De burgemeester, zelf boer, steekt de garven op bij het laden op de oogstwagen 00.24 Hij bindt een schoof tarwe los en bekijkt de garven 00.33 Voerman legt de pongerboom over de hoog opgestapelde vracht waarna met touwen de lading vastgesnoerd wordt 00.48 Arenraapsters (meisjes die aren lezen) in klederdracht rapen de hier en daar neergevallen halmen op, knippen met een schaar de aren af die ze in een aan de ceintuur bevestigd linnen zakje stoppen 01.04 De meisjes ledigen hun zakjes in een jutezak 01.08 Een meisje komt aanhollen met een grote meitak (de oogstmei) die boven in de lading gestoken wordt. De zak met aren wordt opgegooid en dan klimmen de meisjes boven op het voer, waar ze hoog gezeten op de wagen de akker af rijden 01.37 In draf trekt het 2-span paarden de hoog beladen wagen het erf van de burgemeester op, draaft een hoek om en gaat stapvoets de schuur in waarbij de op de vracht zittende knecht meitak in het rieten schuurdak steekt 01.54 Onder de meitak in de schuuropening staande proeft de burgemeester een door zijn vrouw ingeschonken glas wijn onder gejuich van dochters en personeel. Dan gaat het telkens volgeschonken glas rond en ieder neemt een slok 02.25 Het gezin van boer Veissen in zondagse dracht op het dorsveld 02.29 Een vijftal dorsers vlegelt de koolzaadstruiken, snel slaand in 2 tegenover elkaar staande ploegjes van 3 en 2 man, eerst in driekwartsmaat dan in de dubbelslag 02.48 Omkeren van de struiken met behulp van lange stokken 02.53 De meisjes leggen de koolzaadstruiken op een draagzeil, dat door twee meisjes aan de punten aangevat, opgetild en weggedragen wordt 03.16 Draagsters zeulen de volgeladen draagzeilen van het stoppelveld af 03.28 Komen aan bij de dorsers en werpen de vracht op het dorskleed waar de spreiders de struiken meteen uitspreiden die terstond gevlegeld worden terwijl de reeds gedorste struiken ernaast gekeerd worden 04.13 Met grote snelheid knuppelen van de koolzaadstruiken 04.24 Afstekers harken de gedorste struiken weg 04.32 Prof. Dr. Julius Roentgen de componist van de muziek van deze film, begeeft zich pijprokend op het dorskleed waarop twee meisjes toesnellen, zijn schoenen schoon wrijven en hem in het draagzeil wegdragen 04.50 De componist stoeiend met de meisjes op het dorszeil 04.59 Aftappen van jenever uit een onder stro koel gehouden vaatje 05.09 De boer trakteert op het veld zijn werkvolk op jenever dat uit een kan in een kopje geschonken wordt 05.20 Uit het kopje drinkende werker 05.25 Twee meisjes halen de tevoren in de berg gedorste struiken verborgen meie (boog van 2 wilgentakken) en versierde Goudse pijp te voorschijn en steken die op de zeillading koolzaadstruiken 05.47 Zij komen met de twee laatste vrachten aan bij de dorsers en maken een rondgang over het dorszeil rond de dorsende werkploeg 06.27 Onder het opzeggen van een rijmpje biedt een meisje de boer de pijp aan 06.39 Staande onder de versierde boog rookt boer Westra zijn versierde pijp 06.51 Close-up van de pijprokende boer 07.02 De boer schenkt de vrouwen en meisjes een borrelglaasje in dat van hand tot hand gaat 07.18 De meisjes vlegelen in een kring staande de laatste vracht koolzaad op enigszins onbeholpen wijze 07.42 Grote berg gedorste koolzaadstruiken waaruit opeens alle knechten en meiden juichend te voorschijn springen 08.00 Strand met paalkribben met duinen op de achtergrond 08.10 Strand met paalkribben en de duinenrij waarachter Zoutelande 08.27 Menwagen met laatste vracht rijdt het erf van de hof Grijpskerk op 08.55 Lou, de knecht, haalt de meitak boven van de lading en rent er mee weg 09.10 Hij spijkert de meitak tegen de wit-groen geschilderde hekpaal 09.29 Grote witte kom gevuld met brandewijn met suiker en zoute bolletjes 09.39 Elke knecht neemt met de lepel drie slokken en geeft dan de kom en lepel door 09.58 Lou rondt volgens privilege zijn portie naar boven af, dus zes lepels vol 10.09 Witte molen bij Biggekerke, twee vrouwen in Walcherense dracht komen aanlopen met schouderjukken waaraan melkemmers 10.22 De meitak wordt op de kap van de molen geplaatst waarop de wieken beginnen te draaien 10.42 Dorpskinderen in klederdracht maken een rondedans bij een op een duintop geplaatste oogstmei 10.54 De kinderen zingen, zittend op het duin, het Zeeuwse volkslied 11.09 Zeeuw plaatst oogstmei op de duintop, op de achtergrond vaart een vissersscheepje huiswaarts 11.34 EINDE