De Muziekweek in TivoliVredenburg

De directeur van de Gaudeamus Muziekweek, Henk Heuvelmans, is een en al lof over het nieuwe TivoliVredenburg: ‘Een betere plek kunnen we ons niet wensen om al dat talent te presenteren.’ Het pas geopende enorme muziekpaleis telt vijf zalen waar klassiek, pop, jazz en andere stijlen worden geprogrammeerd. Gaat zo’n festival met nieuwe muziek, dat nu eenmaal geen groot publiek kent, niet genadeloos kopje onder? Met naschrift van Henk Heuvelmans!

door Charlie Crooijmans

In het welkomstwoord van het programmaboekje is de directeur van de Gaudeamus Muziekweek, Henk Heuvelmans, een en al lof over het nieuwe TivoliVredenburg: ‘Een betere plek kunnen we ons niet wensen om al dat talent, gepresenteerd door al die geweldige musici en ensembles, aan het publiek te presenteren.’ Ook de burgemeester van Utrecht, Jan van Zanen, juicht het nieuwe gebouw toe als hét festivalhart. Het pas geopende muziekpaleis met vijf zalen waar klassiek, pop, jazz en andere stijlen worden geprogrammeerd, ervaren sommige bezoekers zowel van binnen als van buiten echter wel als een tikje megalomaan. Gaat zo’n festival met nieuwe muziek, dat nu eenmaal geen groot publiek kent, niet genadeloos kopje onder?

‘Eíndelijk is Gaudeamus weer terug in Vredenburg, na acht jaar’, aldus een opgeluchte Kees van de Wiel, opnametechnicus van de Concertzender. Inderdaad, de grote zaal is de oude symfonische Vredenburgzaal, met nieuwe en oude elementen én dezelfde voortreffelijke akoestiek. Het openingsconcert met werken van genomineerden en eerdere winnaars van de Gaudeamus Muziekprijs, komt hier veel beter tot zijn recht dan in de galmende Geertekerk. Het oude en het nieuwe verenigd in een architectonisch hoogstandje zorgt voor een ware zinsbegoocheling. Het is alsof je in een tijdmachine zit waarbij je totaal vergeet dat er nog 4 podia boven je hoofd ‘hangen’.

De zaal met 1.717 stoelen is bij lange na niet gevuld en Heuvelmans roept op om vooral meer mensen te enthousiasmeren. Voor het Late Night Concert met de wereldpremière van het celloconcert Kate Moore met cellovirtuoze Ashley Bathgate, dat om 23 uur begint, komt deze oproep rijkelijk te laat. Het publiek is zo’n beetje gedecimeerd. Zonde, want het overdonderende minimal stuk met de mechanische klanksculpturen zou 100% zeker een publiek aanspreken dat gewoonlijk last heeft van koudwatervrees als het om contemporaine muziek gaat.

Maar zoals voorafgaande jaren vindt het festival ook op andere locaties plaats: Rasa, Galerie KuuB en de Geertekerk. Door deze verspreiding – getreuzel bij de bar of verdwalen is niet handig – gaat het festivalgevoel verloren. Daarbij moet wel worden opgemerkt dat deze venues bij uitstek geschikt zijn voor de werken die er worden vertoond. Zoals in Galerie KuuB de ‘Leftovers’ van diverse componisten die eerder kunstzinnig dan muzikaal zijn. Voor het duistere werk van Marina Poleukhina is de vlakke vloer in RASA volmaakt. De sfeer is er trouwens heerlijk informeel. Ook de goed gefrequenteerde seminars vinden er plaats, zoals dat over muziekkritiek. In de Geertekerk - met die indrukwekkende galm - kunnen we genieten van de werken voor zang van o.a. de genomineerde Anna Korsun, uitgevoerd door het briljante Silbersee [ex Vocaallab].

De zichtbaarheid van het Gaudeamus festival in TivoliVredenburg is eigenlijk te bescheiden. Er staat een informatiebalie beneden in de hal met banners en op twee verdiepingen is heel fraai een Suite Botanique opgesteld die je ziet (en hoort) wanneer je wordt meegevoerd door de roltrappen naar de Cloud Nine, de intieme jazzclub. Maar dat is het dan... zelfs als er iets gaande is in de andere zalen, geeft deze gang naar boven (en terug) een desolaat gevoel. Het publiek wordt gedirigeerd naar de juiste zaal en dan blijkt vermenging van publieksgroepen misschien niet ongewenst maar wel lastig te realiseren: in de Cloud Nine word je nog eens extra gecontroleerd of je wel een toegangskaartje hebt. Maar zelfs als het gratis toegankelijk zou zijn, komen er vooral aficionados op de concerten af. Tegenwoordig moet je niet-geïnformeerd maar potentieel wel geïnteresseerd publiek stevig bij de lurven pakken.

Dus ik zou zeggen: waarom geen brutale guerrilla-acties? Breek in bij een klassiek concert en laat een nieuw gecomponeerd stuk, desnoods gecomprimeerd tot een paar minuten, als teaser uitvoeren. Dat is natuurlijk wel eng, want stel je voor dat het publiek er schande van spreekt... Ik zeg: Le Sacre Du Printemps.

Of even verder hoppen naar het poppodium? Op Lowlands blijken jongeren dit soort dingen wel degelijk te waarderen. De Gaudeamus Muziekweek biedt per slot van rekening een unieke kans om leeftijdgenoten die - huh?! - componist zijn geworden live te ontmoeten. Schitterende kans voor de Pandora, zaterdagavond 13 september - ik heb er hoge verwachtingen van.

Alleen als we samen brutaal genoeg worden heeft het zin om bezit te nemen van het grootste muziekgebouw van Nederland. Een niche misschien, maar dan wel een die elk jaar al die comfortabele en overbekende muziekgenres overspoelt. 

 

 

Henk Heuvelmans, directeur van Gaudeamus, schreef ons naar aanleiding van bovenstaande het volgende: 

"De sfeer bij de concerten was fantastisch! Om te beginnen bij de  openingsreceptie op woensdag: daaraan voorafgaand was bij binnenkomst van het publiek een werkelijk magisch halfuurtje muziek langs de roltrappen richting 6e verdieping: de mensen (half niet-aficionado's maar ambtenaren en collega's van andere festivals) spraken vol lof hierover!

Daarna schreef ook NRC over "een verontrustend lege zaal". Vanzelfsprekend kun je niet ineens groeien van 400 mensen naar 1700, maar het nieuwe gebouw is nou eenmaal zoals het is: de Hertz heeft 500 stoelen maar het Asko|Schönberg past niet op het podium (De Ereprijs blies later die week het publiek richting achterste rijen); Cloude Nine heeft een voortdurende brom van de bierkoeling, Pandora brom van de airco, enz. Dus het blijft daardoor passen en meten. Desondanks kan en zal ik alleen maar positief zijn, wetend dat dit nieuwe gebouw als een nieuwe jas is: hier en daar nog wat stijf in de mouwen en het duurt even voor hij werkelijk past en voelt als een verlengstuk van jezelf. 

Dus inderdaad, en zeker voor deze eerste editie: gaan we hier niet kopje onder? Leuk voor andere genres maar niet voor ons (hedendaagse muziek)? Ik denk het niet. Deze editie trok, al of niet door het nieuwe gebouw, weer meer publiek dan in 2013: er waren veel meer mensen bij de opening dan in de overvolle Geertekerk in 2013 en ook de foto's (zie o.a. hier) geven een aardig bezet beeld en het luid applaudisserend publiek "vulde" de zaal met enthousiasme. Ook de slotconcerten op zondag waren helemaal vol inclusief de balkons van de Pandora. Na afloop vertelden veel mensen me dat ze inderdaad nu meer vrienden gaan enthousiasmeren, en van die natuurlijke groei moeten we het vooral ook hebben. 

Inbreekacties hebben we overigens al jaren met Oude Muziek gedaan, dat leidde tot verrassende reacties van het publiek - maar was niet altijd voor herhaling vatbaar, omdat het festival zelf een goede inbraakbeveiliging heeft. Ik denk dat ook de VPRO geen guerrilla op Radio4 doet, dat kan net zo min als in de concertwereld. Mensen staan heel snel op het verkeerde been, je kunt nou eenmaal niet iedereen in de zaal ineens pakken. Maar soms: de opening van TivVred door de koning werd voorafgegaan door optredens namens de 4 muziekfestivals en wij hadden Looptail een poppie stukje laten doen omdat anders de opening net zo goed in 1800 had kunnen plaatsvinden (quote van VPRO's Willem van Zeeland); ook hier weer leuk succes... maar of mensen dan daarna een hele avond van dat soort muziek willen gaan meemaken betwijfel ik. 

Wel leuk dat deze week De Volkskrant een soort luistercursus nieuwe muziek (2 bladzijdes vol!) publiceerde, een aantal vooroordelen wegwerkend, en dat NRC zijn stuk eindigde met: nieuwe muziek is niet eng en die werken van woensdag zijn juist de reden dat mensen naar de zalen moeten gaan: dat zijn leuke oproepen."

Misschien zijn er nog veel meer goeie ideeën om nieuw publiek kennis te laten maken met nieuwe muziek. Laten we suggesties en mooie voorbeelden vooral delen (dat kan bijvoorbeeld via onze Facebook-pagina)