Het eerste fragment toont een schoolklas in de arme provincie Shandong, 1972. Drie ambtenaren uit Beijing vereren de klas met een bezoek en na het zingen van het lied ‘Het Oosten is rood’ maken de heren duidelijk dat ze op zoek zijn naar danstalent. “Alleen de aller-gelukkigste wordt gekozen,” zo verzekeren ze de kinderen. De inspectieronde levert de mannen in eerste instantie niets op, maar op aanwijzing van de lerares pikken de kameraden de jonge Cunxin Li eruit.

Het tweede fragment betreft het einde van de film waarin Cunxin Li, inmiddels een gevierd danser in Amerika en verliefd op een Amerikaanse danseres, voor even terugkeert in zijn oude dorp. Met vuurwerk en tromgeroffel wordt de held onthaald.