Pippi woont samen met haar aapje, meneer Nilsson, en haar paard Kleine Witje in Villa Kakelbont, tot groot ongenoegen van de morele voorhoede in het stadje, die vindt dat het gezin de basis van gezond opgroeien vormt. Met haar vriendjes Tommy en Annika beleeft ze allerlei avonturen.

 
In het fragment zien we Tommie, Annika en Pippi in Villa Kakelbont als Pippi haar vriendjes vertelt over piraten in de Stille Zuidzee. Als Pippi via flessenpost verneemt dat haar vader gevangen is genomen door wrede piraten aarzelt de onverschrokken Pippi geen moment en besluit haar vader te gaan bevrijden.